De
vondst van de oorlogsinvalide Eric
van Dusseldorp Dramatiek
in hoofdklasse 1A. In de wedstrijd DIOS Eibergen – VBI Huissen 2 was de
stand 9-9 en in de laatste partij stond de positie afgebeeld op het
diagram het op bord. Wit: J. Dallinga – Zwart: R. Schrooten
Zwart
speelde 68…, 2-13; en wit deed het slechtste wat hij maar kon
doen: hij gaf de partij op, daarmee Huissen 2 de zege schenkend (11-9).
Maar waarom opgegeven? Natuurlijk valt schijf 27 en er blijft een
overmacht aan zwarte schijven en dammen (35 wordt natuurlijk ook dam)
over, maar als wit gewoon op de lange lijn blijft en valstrikken omzeilt,
kan zwart geen winnende vangstelling opbouwen. De
stand staat bekend als de zg. Anti-Scouppe. Lang geleden kwam de Fransman
Pierre Scouppe, die invalide uit de Eerste Wereldoorlog kwam, na minutieus
onderzoek tot de ontdekking dat dit type eindspelen wint als de laatste
ongebonden zwarte schijf niet op 26 staat, maar op 22 of een veld vanwaar
22 kan worden bereikt. Het is op zijn minst opmerkelijk dat Jan Dalllinga,
die vorig jaar als zeventigplusser nog Nederlands veteranenkampioen werd,
de anti-Scouppe niet onderkende. Hoe de echte Scouppe wint, weet niet iedereen, alhoewel de naam bij vrijwel elke serieuze wedstrijddammer bekend is. De indruk bestaat dat veel spelers domweg hopen dat de positie in hun partijen nooit op het bord komt. Het onvolprezen eindspelboek ‘Strategie der honderd velden’, van wijlen J.F. Moser laat zien hoe de echte Scouppe wint.
Zie
diagram.
Wit heeft hier de meerderheidspositie. Wit wint door 50-6!Z (14-10) 47-42!
(10-4AB) 42-37 (4-15) 6-33 (15-4, naar 10 kan natuurlijk niet) 33-17! en
wit wint nu op (4-9) of (4-13) door 37-31 (36x27) 17-22 (27x18) 29-23, op
(4-15) door (17-26) en op (4-10) door 17-11 en 11-28. A:
indien (10-14) 42-37 en 6-28, indien (10-15) 6-33 (36-41) 42-37 en 33-47,
indien (10-4) 42-37. B: (36-41) 42-37 41x32 (6-28) 32x34 (45x5). Z.
Dit tempo met dam 50 is noodzakelijk, want indien direct 47-42 volgt
(14-3!) 50-28 (3-20) 28-33 (20-3) 33-28 (3-20) en remise door herhaling
van zetten. Aldus de bij zijn leven al legendarische Bussummer. Wit:
H. Grau – Zwart: H. Berkers Uit de wedstrijd Raes DC Maastricht – EAD Asten, eerste klasse C.
Zie
diagram. Wit kan het beste met 34-29 of 34-30 verder. In plaats daarvan
speelde de Belg Henri Grau 30. 43-39?,… Geen mooie zet, maar de
witspeler was kennelijk in de veronderstelling dat de problemen wel
vanzelf zouden oplossen. In werkelijkheid zit wit nu in een combinatieweb
verstrikt. 30…, 18-23!; 31.
42-37?,… Dit verliest. Na het overigens slechte 27-21 kan wit in
ieder geval nog vechten. 31…, 9-14!; Nu volgt na 27-21, x21 een
fraaie combinatie: (23-29!) 34x23 (19x28) 33x22 (13-18) 22x2 (11-16) 2x30
(25x41) 36x47 (16x36). Gedwongen dus 32. 33-28 (Het `alternatief`
26-21 is niet serieus.), 14-20!; 33. 27-22,… Na
28-22 (12-17) 38-33 (17x28) 33x22 volgt fraai (24-30) 35x24 (19x30) en
zwart wint. 33….,
12-17!; 34. 31-27
Wat anders? Nu combineerde zwart fraai met 34…, 13-18; 35. 22x2,
23-29; 36. 34x14, 20x9; 37. 2x30, 25x43; 38. 38x49, 17-21; 39. 26x17,
11x42 met winst. Ook de nieuwe opgave is van Boris Fedorov. Zie diagram. Wit begint en wint.
|