Topspeler is geen gewone sterveling

door Eric van Dusseldorp

 

Het open damtoernooi `Cannes 2013`, dat van 25 februari tot en met 3 maart jl. in de gelijknamige Zuid-Franse badplaats werd gehouden, is een dubbel Nederlands succes geworden. Het jeugdige tweetal Pim Meurs en Roel Boomstra had geen last van Oost-Europese concurrentie, want die ontbrak dit jaar vrijwel volledig. Eigenlijk was er alleen serieuze tegenstand van een deel van de damtop uit Frankrijk en Kameroen. Na toernooiwinnaar Meurs en runner-up Boomstra legde de ex-Franse kampioen Oscar Lognon beslag op het brons. De resultaten van de afvaardiging uit Kameroen viel dit jaar wat tegen, met Jean-Marc Ndjofang op de vijfde, Thomy Mbongo op de zesde en Luc Baya op de tiende plaats.

Wit: Th. Mbongo – Zwart: P. Meurs

 

Zie diagram. Dankzij uitgekookt openingsspel heeft zwart al een wat betere stand. Met de volgende ruil speelt de Afrikaan zijn tegenstander in de kaart. Beter is een zet als 44-40.

22. 27-22(?), 18x27; 23. 31x11, 6x17(!); Hele volksstammen slaan hier naar achteren, omdat dat `zo hoort`. Terecht vond Meurs (6x17) kansrijker. Het is het verschil tussen een topspeler en een gewone sterveling.

24. 36-31, 12-18(!); Zelfde opmerking. Wie zou hier niet (13-18) spelen en vanuit 4 opbouwen?

25. 31-27, 17-21; 26. 44-40, 21-26; 27. 46-41, 1-7; 28. 41-37, 7-12; 29. 40-34, 14-20; 30. 25x14, 9x20; Bijna ongemerkt is wit nu in grote moeilijkheden gekomen. Maar dat is dus geen toeval.

31. 34-30, 20-25!; 32. 39-34,… Eigenlijk is er geen keus. Na het alternatief 48-42 gaat wit ouderwets ten onder aan de hangende schijf op 42. Een voorbeeld: (25x34) 39x30 (12-17) 43-39 (8-12) 30-25 (4-9) 45-40 (9-14) 40-34 (3-9!) 34-30 (17-21) 39-34 (12-17) en in deze volstrekt symmetrische stand heeft wit het nadeel van de voorzet. Omdat 34-29 simpel verliest is het meteen uit.

32…, 4-9; 33. 28-22,… Inmiddels vrijwel gedwongen, omdat 34-29 wordt beantwoord door (23x34) 30x39 (24-29) 33x24 (19x30) 35x24 (18-22) 27x7 (8-12) 7x18 (13x31). 33…, 9-14; 34. 34-29, 23x34; 35. 30x39, 19-23; 36. 45-40?,…

Met 39-34! blijft wit iets makkelijker binnen de remisegrenzen. Toch is het gespeelde 45-40 op een wonderbaarlijke manier nog niet verloren.

36…, 3-9!; Weer een mooi, omfloerst zetje. De Nederlander heeft goed berekend dat de `vingerzet’ (14-19) helemaal niet wint. 37. 48-42,… Belangrijk is dat 40-34 verhinderd is door (24-30), (23-28) en (18x40).  37…, 14-19; 38. 40-34, 24-30; 39. 35x24, 19x30; 40. 33-29, 12-17; 41. 22x11, 16x7; 42. 38-33, 7-11; 43. 29-24?,…

Wit offert een zet te vroeg. Beter is 42-38! (11-16) 29-24! (nu pas) (30x19) 34-30 (25x34) 39x30 en zwart kan niet winnen, bijvoorbeeld (9-14) 33-28 (14-20) 30-25 (20-24) 43-39 (8-12) 39-34 (12-17) 25-20 (24x15) 34-29 (23x34) 27-21 (16x27) 32x14 en met een offertje gaat wit erdoor en maakt remise.

43…, 30x19; 44. 33-28, 11-16; 45. 39-33, 8-12; 46. 34-30, 25x34; 47. 33-29, 34-40; 48. 29-24, 19x30; 49. 28x17, 40-44; 50. 32-28, 44-50; 51. 28-22, 18-23; 52. 37-32, 9-13; 53. 42-37, 30-34; en wit geeft het op.

Oscar Lognon dankte zijn derde plaats mede aan zijn overwinning op de sterke Nederlander Wouter Sipma, die al in de openingsfase opzichtig in de fout ging.

Wit: O. Lognon – Zwart: W. Sipma

 

1. 34-29, 17-21; 2. 40-34, 21-26; 3. 44-40, 11-17; 4. 50-44, 6-11; 5. 34-30, 19-24; 6. 30x19, 14x34; 7. 39x30, 13-19; 8. 44-39, 8-13; 9. 32-28, 20-25; 10. 31-27, 25x34; 11. 39x30, 15-20; 12. 37-31, 26x37; 13. 41x32, 20-24??;

 

Zie diagram.

14. 27-21!, 16x27; 15. 32x21, 17x26; 16. 28-23, 19x39; 17. 30x6, 39-44; 18. 43-39, 44x33; 19. 38x29,… en wit won later.

Oplossing van de vorige opgave (P. Kuijper): wit: 6, 11, 16, 29, 31, 33, 34, 36, 38, 43, 45, 50 / zwart: 1, 2, 7, 10, 13, 15, 18, 21, 22, 25, 27, 35: 34-30 (25x23) 33-28 (22x42) 31x22 (18x27) 43-38 (42x33) 45-40 (35x44) 50x8 (2x13) 11x2 (15-20) 2x4 (21-26) 4x31 (26x37) 36-31 (37x26) 16-11 (26-31) 11-7 (1x12) 6-1 (31-36) 1x23.    

Ook de nieuwe opgave is van P, Kuijper. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

Terug naar damrubrieken