Computer in de war door eindspel

 

Eric van Dusseldorp

 

 

 

De rubriek van 25 juni bevatte nog een los eindje: het eindspel uit 1961 dat Moldaviër Rafail Zdoroviak remise gaf tegen de toenmalige wereldkampioen ‘Slawa’ Sjtsjocholjew. Zie diagram 1.

 

 

 

Zdoroviak gaf hier remise in een stand die achteraf, na raadpleging van het computerprogramma ‘Truus’, gewonnen leek te zijn. Natuurlijk biedt (50-45) 29-24 (45x7) 24-19 geen winstkans. De variant van Truus luidt 1…, 50-28, 2. 29-24 (Deze zet is verplicht, omdat zwart met 28-19 en 2-7 dreigt te winnen)  en nu het fraaie 2…, 28-11!!; De bedoeling van deze zet is om (11-7) te spelen, vooral ook na 24-19. 3. 24-20, 11-7; 4. 12-8,… Op deze zet komen we straks terug. Het lijkt inderdaad logisch om de twee zwarte stukken uit elkaar te drijven. 4…, 2x13; 5. 20-15, 7-23; 6. 36-31, 13-18!; 7. 31-27, 23-28; 8. 26-21 (Op 27-21 volgt 18-22, 21-16, 1-7, 26-21 en zwart houdt zijn dam op de lange lijn.) 8…, 1-7!! Weer een mooie zet en de enige manier om te winnen. 9. 21-17, 28x11!!; Alleen zo. Na 28x6 is 27-21! remise. 10. 27-21(!), want op 15-10 wint 11-28 snel. 10…, 11-16!; Geen (11-28) vanwege 21-17 en 15-10. 11. 21-17, 16-32 en zwart wint.

 

Zo staat het geschreven en gedrukt in het boek ‘Rafail Zdoroviak, More than 100 draughts games against grandmasters.’ Maar kritisch moet een dammer altijd blijven. Moeten we altijd vertrouwen op een sterk damprogramma, zeker als het gaat om een uit te rekenen eindspel (dus geen zeer ingewikkelde overmachtsstudie)?

Het programma Dam 2.2, dat gratis te downloaden is van http://www.xs4all.nl/~hjetten/damnl.html, is het eens met Truus en komt ook met bovenstaande winstvariant. Dam 2.2, het geesteskind van Huizer Harm Jetten, heeft geen analyseversie maar boekt goede resultaten wanneer het tegen zichzelf standen uitspeelt, bijvoorbeeld met twee minuten per zet per kleur.

 

Een derde computerprogramma, Flits (analyseversie), komt aanvankelijk ook vrolijk met de winst van Truus en Dam 2.2. Maar na een half uur begint Flits duidelijk te tobben en verschijnt er in het schermpje iets in de trant van 0,67 (voordeel, maar geen winst) in plaats van 1,0 (winst). Flits blijkt in zijn maag te zitten met de volgende variant: 1…, 50-28; 2. 29-24, 28-11; 3. 24-20, 11-7 en nu niet het logisch lijkende 12-8 (drijft de zwarte stukken uit elkaar) maar 4. 20-15!, 7x23; 5. 36-31! en hoe moet zwart dit nu winnen? Zie diagram 2.

 

 

 

Analytisch gezien heeft Zdoroviak de stand dan toch terecht remise gegeven tegen zijn beroemde opponent. Maar als hij (50-28) 29-24 (28-11!) had gevonden en -wellicht belangrijker- had durven spelen, dan was het nog maar de vraag of de witspeler de weg naar remise had gevonden.

 

Zware kost ditmaal, maar soms is dammen moeilijk en dat is eigenlijk maar goed ook.

 

Het is alweer een tijd geleden dat een vraagstuk van Rens de Jong ter oplossing werd aangeboden. Zie diagram 3.

 

 

 

 

Wit wint door 37-31 (26x46) 28-22 (46x50) 22x4 (50x11) 12-7 (1x12) 47-41 (36x47) 40-34 (47x40) 45x14 (19x10) 4x16 (6-11) 16x7 (2x11) 49-43 en oppositie. Een probleem met een redelijke beginstand en voldoende inhoud.

 

Ter oplossing een eenvoudig miniatuur van Sijbrand van Eijk uit Gouda. Van Eijk staat behalve als problemist van met name miniaturen en andere kleine damproblemen ook bekend als tekenaar van damcartoons. Wit begint en wint.

 

 

 

 Terug naar damrubrieken