Lak aan adviezen Ome Jan

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Wat is er mooier dan een combinatie? Inderdaad, een dubbelcombinatie. Dat is een slagwending waarbij de ‘nemer’ niet één maar twee dammen of doorbraken neemt. In de damliteratuur zijn er flink wat voorbeelden van bekend. Een leuke dubbelcombinatie was eventueel mogelijk in de halve finalepartij tussen Erwin van Hierden en Wim Kalis. Laatstgenoemde leek, ten koste van de eigen positie, op een fraaie slagzet te spelen. Streng verboden volgens Ome Jan die zijn neefje ooit leerde dammen. Maar wel vermakelijk.

 

Zwart: W. Kalis – Wit: E. van Hierden

 

Zie diagram.

 

 

 

 

21. . ., 18-22?!; Een vreemde zet, die ook niet in een of ander halfopen klassiek schema past. De bedoeling wordt na twee zetten duidelijk. 22. 46-41, 7-11; 23. 41-36!, . . . Erg voor de hand ligt direct 32-27. De witspeler deed die zet niet, omdat hij ‘m niet vertrouwde. Ook dat had Ome Jan ooit verboden: als je geen combinatie voor de tegenstander ziet moet je een geplande zet gewoon spelen. Maar wit speelde terecht geen 32-27. Er was dan gevolgd (11-16!) 27x7 (14-20) 25x23 (13-18) 23x21 (16x47) 30x19 (8-12!) 7x18 (9-13) 19x8 (3x41) en zwart wint, ook na 42-37 etc.

 

Maar na wits 23e zet was een kettingstelling onvermijdelijk. Ofschoon er aan beide kanten analytisch gezien nog van alles misging, won wit na 23. . ., 13-18; 24. 32-27, 9-13; 25. 40-34, 4-9; 26. 37-32, 26x37; 27. 42x31, 11-16; 28. 45-40, 10-15; 29. 34-29, 5-10; 30. 29x20, 15x24; 31. 40-34, 24-29; 32. 34x23, 18x29; 33. 27x7, 10-15; 34. 33x24, 8-12; 35. 7x18, 13x42; 36. 24x4, 42-47; 37. 32-28, 47-29; 38. 48-42, 29x47; 39. 43-38, 47x22; 40. 4x27 en zwart gaf het op.

 

Enkele andere fragmenten uit de halve finales.

 

Zwart: H. Kleinrensink – Wit: J. Stokkel

 

Zie diagram.

 

 
 

 

Na 28. . ., 15-20? miste wit een aardige winstcombinatie: 34-30 (24x35) 28-22 (17x28) 32x23 (18x29) 27-21 (16x27) 38-32 (27x38) 42x4 en na (12-17) etc. schijfwinst. Even later kwam de volgende stand op het bord. Zwart: 13, 14, 15, 16, 18, 19, 21, 23, 24, 26 / Wit: 25, 27, 28, 30, 32, 33, 35, 37, 38, 39. Zwart zag (23-29) 28-23 niet zitten en offerde zelfs twee stukken met (26-31) zonder enige kans op remise. Toch is in deze stand (23-29) geboden. Na 28-23 (19x28) kan wit slaan dat het een lieve lust is, maar geen enkele slagenwisseling is winnend. Bijvoorbeeld 30x8 en nu de pseudoplakker (18-22!) 32x34 (21x41!)

 

Zwart: D. de Voogd – Wit: A. Schotanus

 

Zie diagram.

 

 

 

 

De ex-voorzitter van de dambond Anton Schotanus bezondigde zich aan 41. 47-41?, . . . Er volgde een aardige doorbraakcombinatie. 41. . ., 23-29; 42. 33x24, 13-19; 43. 24x13, 3-8; 44. 13x2, 12-18; 45. 2x16, 17-21; 46. 16x27, 22x44; en zwart won.

 

De oplossing van de opgave uit de rubriek van vorige week (P. Kuijper: zwart: 3, 8, 11, 14, 16, 17, 19, 20, 23, 35, 45; wit: 22, 25, 27, 28, 30, 31, 32, 33, 39, 44, 50): wit wint door 21, 27, 33, 2, 5 (29,34) 9, 40, 44. De beginstand is aardig gescheiden, maar veel oplossers zullen zich hebben afgevraagd wat zwarts laatste zet geweest is. De auteur komt met de volgende standverklaring: (20-24) 37-31 (24x35) 39x30 (9x20) 48x39 (5x14). . .

 

De redactie werd verrast door een e-mail uit Wit-Rusland van de onbekende problemist Alexander Ljahovskogo. Van hem de diagramstand. Wit begint en wint.

 

 

 

 

 Terug naar damrubrieken