Er zit
meer in bij Kees Thijssen
Eric van Dusseldorp
De Nederlanders. Ze deden het lang niet slecht tijdens het afgelopen WK: vijf oranjeklanten bij de eerste acht, maar dan ook wel precies op de nummers vier tot en met acht. Vedetten als Schwarzmann, Koyfman, Gantwarg en in iets mindere mate Milsjin, Getmanski en de Afrikanen werden door het voltallige Nederlandse kwintet op achterstand gezet. Een cynicus zal er evenwel fijntjes op wijzen dat niemand van de Nederlanders ook maar in de buurt wist te komen van de top-3: Tsjizjow, Georgiew en Valneris. De vraag is welke landgenoot in de nabije toekomst een bedreiging kan vormen voor de wereldtop. Vermoedelijk is dat Kees Thijssen. In het afgelopen WK speelde Thijssen nogal voorzichtig omdat het hem er zeer aan gelegen was om in ieder geval bij de eerste acht te eindigen. Een dergelijke klassering is goed voor een A-status van het NOC en biedt de mogelijkheid om, door middel van de bijbehorende subsidie, van dammen te kunnen leven. Die status werd dus gehaald. Er had zelfs nog wat meer ingezeten voor de in Diemen wonende Brabander. In de eerste ronde al. Zie diagram.
Zwart: K. Thijssen – Wit: N. Samb Er volgde 38 . . ., 8-13?; Hier had het verrassende offer (29-33!) 28x39 (17-22) gemoeten. Na 37-31 volgt dan het niet-alledaagse achterommetje door (12-17) 21x12 (18x7) 27x29 (36x49) zodat wit de schijf wel terug moet geven: 47-42 (22x31) waarna wit een meer dan uitstekende stand overhoudt, ook na 32-28 (23x41) 26x46. Partijverloop: 39.
40-34, 29x40; 40. 35x44, 3-9; 41. 47-42, 9-14; 42. 42-38, 15-20; 43.
43-39, 1-7; 44. 21-16, 7-11; 45. 16x7, 12x1; 46. 38-33, 1- 6; 47. 44-40,
20-24; 48. 28-22, 17x28; 49. 33x22, 6-11; 50. 39-33, 11-16; 51. 33-28,
24-29; 52. 40-35, 29-34; 53. 35-30, 23-29; 54. 30x39, 18-23; 55. 22-17,
29-33; 56. 37-31, 33x11; 57. 32-28, . . . en de spelers kwamen
remise overeen. De Moskoviet Alexander Schwarzmann, mogelijk de ‘gevaarlijkste’ dammer ter wereld, kwam in dit WK niet boven zijn gemiddelde. Drie partijen verliezen is op dit niveau gewoon teveel. Tegen de lang niet zwakke dammer uit Mongolië Dul Erdenebileg ging het overigens prima. Zie diagram.
Zwart: D. Erdenebileg – Wit: A. Schwarzmann Zwart is aan zet en hoe te spelen? Na (6-11) volgt 27-22 en 23-18, na (2-8) 41-36 is (6-11) om dezelfde reden verhinderd. (20-25) etc. is ook niet alles. Het beste lijkt nog strategisch ongelijk te bekennen met (12-17) en dan gewoon doorspelen. Met de volgende zet dacht de man uit Oelan Batar mogelijk de winst te forceren: 30. . . 2-7?; Er volgde echter het fraaie 31. 28-22, 19x17; 32. 32-28, 21x23; 33. 37-31, 26x46; 34. 38-32, 46x28; 35. 33x2, 24x33; 36. 39x17 en na deze mooie dubbele klapper gaf zwart het op.
Zwart: E. Boezinsky – Wit: T. Sijbrands Niet alleen Günthis Valneris had een goede eindsprint in het toernooi, ook Ton Sijbrands kwam in het vierde kwart behoorlijk terug. In de partij uit de vijftiende ronde, tegen Eduard Boezinsky, lukte het voor onze landgenoot helaas net niet. De Litouwer wist zich te redden middels een toevallig (?) in de stand zittende combinatie. De diagramstand is grappig want bijna symmetrisch. Alleen heeft de Nederlander een schijf op 16 en de zwartspeler een op 27. Natuurlijk heeft wit mooie kansen tegen die voorpost, maar de zwarte resource lijkt op dit moment lastig te doorzien. 28. 37-31, 12-18; 29. 31x22, 18x27; 30. 41-37, 11-17; 31. 37-31, 6-11; 32. 31x22, 17x28; 33. 42-37, 8-12; 34. 38-33, 12-17; 35. 33x22, 17x28; 36. 36-31, 14-19; 37. 43-38, 13-18; 38. 31-27, . . . maar nu het tijd leek om te oogsten volgde het verrassende 38 . . . , 18-22; 39. 27x18, 9-13; 40. 18x9, 7-12; 41. 16x18, 19-23; 42. 18x29, 10-14; 43. 9x20, 15x31; en het is helemaal remise. |