Sijbrands
imponeert al bij voorbaat
Eric van Dusseldorp Tegen een grootmeester spelen maakt bij de doorsnee competitiespeler soms vreemde krachten los. De ene dammer gaat er -geďnspireerd als hij is- sterker door spelen en bereikt zelfs een gelijkwaardige remise. De ander laat zich imponeren en produceert zetten die hij normaal gesproken zelfs nooit in overweging zou nemen. In de competitiewedstrijd Cema De Vaste Zet - Wolter&Dros ADG werd Ronald Schalley gekoppeld aan ex-wereldkampioen Ton Sijbrands. Schalley was twee jaar geleden kampioen van België en deelnemer aan het wereldkampioenschap, een toernooi waarin hij spelers als Rob Clerc en Anatoli Gantwarg met sterk spel het vuur aan de schenen legde. Tegen Sijbrands ging het in de opening al mis en kwam het niet meer goed. Zwart: R. Schalley - Wit: T. Sijbrands
1. 34-29, 17-22; 2. 40-34, 11-17; 3. 32-28, 16-21; 4. 31-26, 6-11; 5. 37-32, 1-6; 6. 45-40, 11-16; 7. 41-37, 7-11; 8. 46-41, 20-24; 9. 29x20, 14x25(?); Sijbrands zal niet onder
de indruk zijn geraakt van dit ruiltje naar de rand. 14. 31-27, 22x31; 15. 36x27, 17-22; 16. 28x17, 11x31; 17. 26x17, 12x21; 18. 37x17, 7-12; 19. 34-29(!), 12x21; 20. 29-24(!), 20x29; 21. 33x24, 19x30; 22. 35x24, . . . Al na een twintigtal zetten heeft de witspeler een positie bereikt die ‘in hogere zin’, een term afkomstig van de Muidense dammatador zelf, gewonnen moet zijn. 22. . ., 10-14; 23. 32-28, 5-10; 24. 38-33, 14-20; 25. 43-38, 20x29; 26. 33x24, 10-14; 27. 41-37, 6-11; 28. 40-34, 14-19; Op het eerste gezicht een logische actie: na het afruilen van twee koppels schijven lijkt wit na de derde achterloop een wat vervlakkende 2-om-2 terug te moeten nemen. 29. 45-40, 19x30; 30. 40-35, 9-14; 31. 35x24, 14-19; 32. 44-40, 19x30; 33. 40-35, 3-9; Na (18-23) 28x19 (13x24) komt 49-44, op de volgende zet gevolgd door 34-29 etc. met een gewonnen positie. 34. 35x24, 9-14; 35. 34-29!, . . . Zie diagram.
Waarschijnlijk had Schalley nu berekend (14-19) 39-33 (19x30) 29-23 (18x29) 33x35 met een houdbare stand. I.p.v. 39-33 speelt wit echter ijzersterk 28-23! (19x28) 38-32! en na dit zoveelste schijnoffer staat wit huizenhoog gewonnen, en niet eens in hogere zin! Na deze tegenslag moest de arme zwartspeler opnieuw uit een ander vaatje proberen te tappen. 35 . . ., 8-12; 36. 37-31, 21-26; 37. 31-27, 14-19; Vermoedelijk had de Belg hier nog een flauwe hoop op remise, maar er volgde een bekende, maar altijd verrassende combinatie. 38. 42-37, 19x30; 39. 37-31, 26x37; 40. 47-42, 37x48; 41. 38-32, 48x23; 42. 28x6, . . . en zwart gaf het op. Wint Ton Sijbrands zijn partijen in de hoogste klasse van de competitie altijd zo gemakkelijk? Het kan nog erger. Halverwege de jaren zeventig probeerde een tegenstander in een 20-om-20 positie de eerste schijf af te ruilen. Het was meteen schijfverlies. Minstens even bont maakt Marinus Morsink het in een partij uit 1978. Let wel: het gaat hier om een dammer die in die periode in de halve finale van het kampioenschap van Nederland speelde. Zwart: M. Morsink – Wit: T. Sijbrands
1. 34-30, 18-22; 2. 31-26, 12-18; 3. 37-31, 7-12; 4. 30-25, 1-7; 5. 32-27, 19-23; 6. 33-29, 23x34; 7. 40x29, 13-19; 8. 39-34, 8-13; 9. 34-30, 2-8??; Al na negen zetten de beslissende fout. 10. 30-24!, 19x30; 11. 35x24, . . . Zie diagram.
Een prachtig plaatje. Het
is lastig om een kunstmatige partij te componeren waarin een van de
kleuren al sneller een schijf moet offeren dan zwart in dit officiële
duel. Kennelijk is de charismatische gestalte van Ton Sijbrands al voldoende om sommige tegenstanders de meest vreemde zetten te laten produceren. . . |