Thijs
Gerritsen wilde grootmeester vernederen Eric
van Dusseldorp Het is in
deze rubriek al vaker gememoreerd: soms stijgt een modale speler boven
zichzelf uit en speelt hij pardoes een partij op grootmeesterniveau. Dan
kan gebeuren als hij een opening heel goed heeft voorbereid of zich in een
bepaald speltype buitengewoon senang voelt. Alexej
Domchev is de sterkste dammer van Litouwen en internationaal grootmeester.
Hij staat bekend als moeilijk te verslaan en sommige topgrootmeesters doen
al nauwelijks moeite meer om van hem te winnen. Deze Domchev dacht dat
het, in de achtste ronde van Nijmegen Open, wel zou loslopen in zijn
partij tegen de titelloze Nederlander Thijs Gerritsen, die bovendien bijna
180 ratingpunten minder heeft. Een beetje scherp openingetje spelen, met
wat voordeel eruit ruilen, vervolgens wat erbij proppen en ten slotte de
winst uitrekenen: dat hebben Oost-Europese topspelers meestal voor ogen.
Maar in deze partij ging het anders. Onze jonge landgenoot beet zich in
zijn tegenstander vast en speelde een prachtige omsingeling zonder ook
maar één mindere zet. Zijn op papier veel sterkere tegenstander kwam er
domweg niet aan te pas. Wit: Thijs Gerritsen – Zwart: Alexej Domchev
1.
32-28, 16-21; 2. 31-26, 18-22; 3. 37-32, 11-16; 4. 41-37, 7-11; 5. 34-29,
1-7; 6. 40-34, 13-18; 7. 45-40, 19-23; 8. 28x19, 14x23; 9. 46-41, 21-27;
10. 32x21, 16x27; 11. 29-24, 20x29; 12. 33x24, 9-13; 13. 34-30, 13-19; 14.
24x13, 8x19; 15. 38-33, 4-9; 16. 37-31, 9-13; 17. 42-38, 10-14; 18. 40-34,
14-20;… Hier is (15-20) met op 30-25 (20-24) en anders (20-25) een
alternatief. 19.
30-25, 3-8; 20. 25x14, 19x10; 21. 35-30, 15-20; 22. 30-25, 10-14; 23.
34-30, 14-19; 24. 25x14, 19x10; 25. 50-45, 10-14; 26. 30-25, 23-28; 27.
41-37, 11-16?; In de wetenschap dat wit toch de ruil gaat nemen, is
deze zet niet handig. Geboden is (18-23), maar wit staat misschien al
beter. 28.
37-32, 28x37; 29. 31x42, 13-19; 30. 44-40, 5-10; 31. 39-34, 18-23; 32.
34-30, 12-18; 33. 40-34, 7-12; 34. 45-40, 10-15; 35. 33-29, 14-20; 36.
25x14, 19x10; 37. 30-25, 10-14; 38. 40-35, 8-13; 39. 43-39, 13-19; 40.
35-30, 2-8; 41. 38-33, 14-20; 42. 25x14, 19x10; 43. 30-24, 10-14; 44.
24-19, 23-28; 45. 19x10, 15x4; 46. 48-43!,… Zo verhindert wit het
broodnodige (17-21, x21) door 36-31, 47-41 met dam. 46…, 8-13; 47.
34-30 (Verhindert 13-19), 6-11; 48. 30-25, 4-10; 49. 25-20, 10-14;
50. 20x9, 13x4; 51. 29-24, 18-23; Na 33-29 (23x34) 39x30 gaat wit met
twee man op de keeper af en zal vermoedelijk winnen. Maar Gerritsen vindt
achter het bord een ander plan waarmee hij zijn grote opponent vernedert. 52.
42-37, 27-32; 53. 37-31, 23-29; 54. 24-20!, 29x38; 55. 20-15!,… en
met een volle schijf meer moest Domchev zich gewonnen geven (12-18:
31-27!). Hij zal deze tegenstander een volgende keer toch anders moeten
aanpakken. Vorige
opgave. Auteur: B. Fedorov,
wit: 22, 27, 28, 30, 31, 32, 34, 35, 38, 40, 41, 42, 45, 48 / zwart: 5, 6,
9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 23, 25, 29, Wit
wint door 27-21 (17x46) 30-24 (19x39) 28x17 (46x19) 48-43 (39x37) 38-32
(37x28) 22x24 (11x22) 24-19 (14x23) 35-30 (25x34) 40x27. Vermoedelijk
zag problemist B. Fedorov dit aanvankelijk als een mislukt probleem. Dat
is het in wezen ook. Het
begint met een driegever, vervolgens een tweegever, daarna een
molenwiekslag en dan de slotstand. . . Dubbele oppositie is al niet zo
fraai, maar die aan de linker bordhelft is bovendien onscherp. Na (6-11)
kan wit immers kiezen tussen 27-21 en 27-22. Maar
in plaats van dit probleem linea recta de prullenbak in te gooien, wat
negentig procent van de problemisten zou doen, dacht de Oekraïener
opeens: “hé, er is toch nog een Suikerconcours voor damproblemen, waar
het eigenlijk alleen om de beginstand gaat? Bovendien zitten er geen
problemisten, maar leken in de jury?” Fedorov stuurde het relatieve
misbaksel dus maar op en won er de eerste prijs mee: een bedrag waarmee
hij in zijn land, dat toen nog tot de USSR behoorde, enkele maanden royaal
van kon leven. Precies
hetzelfde overkwam een andere topproblemist enkele jaren daarvoor. Het
slagsysteem is geweldig, maar de auteur, de inmiddels eveneens overleden
Alexander Golubev, kon er geen scherp slot aan breien. Toch won de Rus er
in 1975, tijdens het Suikertoernooi van dat jaar, de hoofdprijs en een
aardige stapel harde valuta mee. Dit probleem krijgt de lezer aangeboden. Zie diagram. Wit begint en wint.
|