Welverdiend gelukje voor Thijssen
Eric van Dusseldorp
In het afgelopen Europees Kampioenschap kwamen de Nederlandse kanshebbers Kees Thijssen en Martin Dolfing goed uit de startblokken, maar daarna haperde de machine. Dolfing begon te frequenteren in remises en vijfvoudig Nederlands kampioen Thijssen verloor zelfs een partij. Weg kansen op een Europese titel: Thijssen eindigde als zevende en Dolfing moest genoegen nemen met de negende stek.
En het begon zo goed voor beide spelers. Groninger Dolfing gaf zijn tegenstander Ivanov een lesje in de aanval op 27.
Wit: A. Ivanov – Zwart: M. Dolfing
Zie diagram. Wit is aan zet en kijkt aan tegen een zwarte stormram op 27. Als de driepoot 33/39/44 mag blijven staan lijkt er niet veel aan de hand, maar op het eerste gezicht moet wit deze formatie verbreken. De Rus deed dat dan ook en vervolgde met 31. 44-40?,… Nu sloeg de aanval 27 door. 31…, 17-22; 32. 41-36, 22x31; 33. 36x27, 11-17; 34. 47-41, 20-24!; (Direct 17-22 levert niets op.) en wit berustte in schijfverlies: 35. 41-36, 26-31: 36. 39-34, 31x22; 37. 34-29, 21-26!; 38. 29x20, 15x24; Een mooie slotzet. Na 33-28 (22x33) 38x20 wint immers (19-24) 20x29 (14-20) 25x3 (6-11) 3x21 (16x47). In plaats van de slotzet (21-26) wint (6-11) om de zelfde reden eveneens, en het minder elegante (22-27) natuurlijk ook. Toch had wit zich in de diagramstand kunnen redden door een finesse die lang niet bij iedereen bekend is. Wit kan namelijk 41-36! spelen. Na (20-24) 42-37 (17-22) 48-42! (22x31) 36x27 houdt wit het gewoon, maar minstens even belangrijk is de witte actie na (26-31). Dan geeft wit namelijk pardoes twee schijven weg: 27-22! (17x37) 36x27 (21x32) 42x31 en na (11-17) 38x27 (17-21) 48-42 (21x32) 42-38 komt het weer gelijk te staan. Deze finesse speelt soms ook een rol bij standen waarin zwart de witte schijf op 24 aanvalt, een rij hoger dus. Dan geeft 40-35 soms om dezelfde reden gelijkspel.
Keren we nog even terug naar de diagramstand. Het zou goed kunnen zijn, dat Ivanov de wending 41-36 wel degelijk onderkende, maar dacht ‘m later te kunnen toepassen. Dus na 44-40 (17-22) 41-36 (22x31) 36x27 (11-17) 47-41 (20-24) 41-36? Op het eerste gezicht lijkt nu na (26-31) gelijkspel mogelijk: 27-22 (17x37) 36x27 (21x32) 42x31 maar nu volgt (19-23) 38x27 (23-28) 33x22 (16-21) 27x16 (18x36) en zwart wint. Misschien niet spectaculair, maar wel leerzaam.
Wit: A. Kalmakov – Zwart: K. Thijssen
Kees Thijssen won na een fraaie partij van Andrej Kalmakov. Zie diagram.
Toch is de stand na het gespeelde 44…, 22-28; 45. 32x23, 24-29; 46. 34-30, 29x18; potremise. Wit kan zelfs op drie manieren een puntendeling bereiken. In de eerste plaats door simpel naar dam te lopen: 30-25 (35-40) 25-20 (40-45) 20-14 (45-50) 39-34 (50-28) 14-9 (28x46) 9-3 en altijd 31-27, 3x49 met remise. In de tweede plaats door 30-25 (35-40) 39-34 (40x29) 25-20 en bij goed spel remise. Tenslotte door 38-32 (35x24) 31-27 (11-16) 39-34 (18-23) 27-22 (17x28) 26x17 (16-21) 17x26 (28-33) 37-31! (24-29) 34-30 (33-39) 32-28! (23x32) 31-27 (32x21) 26x17. De Rus dacht echter remise te maken door op een andere manier de schijf op 30 te laten vallen: 47. 37-32??, 35x24; 48. 31-27, 11-16; 49. 39-34, 18-23; 50. 38-33 maar nu volgde 50…, 23-28!! en wit gaf het op. Er kan volgen 33x11 (6x17) 27-22 (17x37) 26x17 (16-21) 17x26 (37-41) 26-21 (41-46) 21-17 (46-23). Eigenlijk een gelukje voor Kees Thijssen, maar dat mocht ook wel eens een keer.
Oplossing vorige opgave (L. Faber: wit 15, 19, 20, 21, 23, 25, 27, 29, 30, 33, 37, 38, 40, 41 zwart: 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 18, 22, 26): 37-31 (26x46) 33-28!! (22x44) 21-17 (12x43) 12x1 (14x23) 1x5 (11-17) 20-14 (46x10) 5x11 (6x17) 25-20 (17-22) 20-14 (22-28) 14-9 (4x13) 15-10 (28-33) 10-4 (13-19) 4-10 (19-24) 10-15 (24-29) 15-20 (29-34) 20x38 (34-40) 38-33 (40-45) 33-50.
Ter oplossing een opgave van Leen de Rooij, tweede publicatie. Zie diagram. Wit begint en wint.
|