Wat vroeger een tweetje was
noemt men nu een drietje
Door Eric van Dusseldorp
Met ingang van heden neem ik de rubriek van Ton de Haas, die om privé-redenen is gestopt, over. Voor de lezers van de Gooi- en Eemlander ben ik een oude bekende die, na een onderbreking van een paar maanden, zijn bijna twintigjarige verbintenis als dammedewerker voortzet. Nieuw ben ik voor de lezers van het Haarlems Dagblad en het Leidsch Dagblad, alhoewel ik in de veronderstelling ben dat vele damfanaten mij wel zullen kennen als deelnemer aan diverse toernooien en competities. Ik ben 41 jaar, woon in Utrecht en sta met mijn rating van ongeveer 1350 bekend als een goede subtopper en soms ook -tobber.
Er is, anno 2001, wat verwarring ontstaan over de puntentelling die op ons honderdveldenspel toegepast wordt. Wanneer je je tegenstander verslagen hebt, kan dat resultaat genoteerd worden als 1-0, maar ook als 5-0 en alle uitslagen er tussenin. Laat ik het rijtje even langslopen.
Dammers in landen van de voormalige Sowjet-Unie weten niet beter dan dat een winstpartij met een score van 1-0 wordt beloond, geheel conform wat bij de schakers gebruikelijk is. 1-0 is ook logisch, gewoon een punt per partij, al zit je, bij remisepartijen, met die administratief vermaledijde halfjes.
Om die reden heeft men in het Westen al lang geleden besloten om een gewonnen partij als 2-0 te tellen en remise als 1-1. De doorsnee-dammer weet niet beter en ook de Werelddambond (FMJD) heeft nimmer iets anders gehanteerd dan 2-0 voor een partijzege.
Het zal de meeste clubspelers in ons land niet ontgaan zijn dat met ingang van 1 juli een winstpartij beloond wordt met drie punten (en 1-1 voor een remise). Dit geldt voorlopig alleen nog voor Nederland. De nationale dambond heeft, na uitvoerige discussies in onder andere een internet-nieuwsgroep, besloten om, net als bij het internationale voetbal, een winstpartij extra te belonen met als oogmerk spelers aan te sporen tot het nemen van meer risico’s. Het uiteindelijke doel is het terugdringen van het aantal puntendelingen op vooral het hoogste niveau. Er staat nu dus 3-0 voor een overwinning in de bondscompetitie en de persoonlijke wedstrijden.
De Werelddambond heeft nog teveel andere problemen op te lossen dan zich bezig te houden met het driepuntensysteem. Daarnaast blijkt het niet geschikt voor de vele open toernooien die volgens het zgn. Zwitsers Systeem worden gehouden. In The Hague Open 2001 is er nog wel mee geëxperimenteerd, doch hopelijk eenmalig. Het Zwitsers Systeem is duidelijk niet voor 3-0 scores ontworpen: vooral in laatste rondes kunnen spelers op een irreële manier een ‘jump’ plaatsen.
We gaan verder. Wie lid wordt van DOS Delft, zal te horen krijgen dat aldaar een afwijkende puntentelling geldt: 4-0 voor een overwinning, 2-2 voor een ongeveer gelijkwaardige remise en 3-1 voor en remise met duidelijk voordeel. Grote animator van dit systeem is de Delftse kunstenaar en dammer Henk de Witt die er een aantal grootmeesters mee heeft geënthousiasmeerd.
Een 5-0 telling werd zelfs toegepast voor winstpartijen tijdens het Delftse kennisstadtoernooi dat afgelopen voorjaar werd gehouden. Het is hetzelfde systeem als boven, alleen krijgt de overwinnaar er nog een extra puntje bij. En zo kon het gebeuren dat ex-wereldkampioen Anatoli Gantwarg, deelnemer aan dit toernooi, na twee rondes met een futuristische score van 10 uit 2 fier bovenaan bleek te staan. En dat was voor de melancholieke Wit-Rus reden om op dat moment een bescheiden (maar nog altijd beetje zuur) glimlachje op zijn gezicht te toveren!
Een partijtje uit de Bondcompetitie die onlangs van start is gegaan. Ik neem er bewust een van Ton Sijbrands. De Muidense Grootmeester staat niet bekend als een groot voorstander van vernieuwingen en experimenten, maar zijn eerste ‘drietje’ in plaats van het gebruikelijke ‘tweetje’ zal toch naar méér gesmaakt hebben.
Zwart: T. Sijbrands (Wolter&Dros/ADG)
Wit: W. Thoen (De Lier)
1. 32-28, 18-23; 2. 33-29, 23x32; 3. 37x28, 20-24; (Opmerkelijk rustig. Dikwijls wordt 20-25 gespeeld met principieel spel) 4. 29x20, 15x24; 5. 34-30, 12-18; 6. 41-37, 7-12; 7. 37-32, 18-23; (Er ontwikkelt zich een gesloten klassieke partij, waarin de witspeler al snel met enige problemen te kampen krijgt.) 8. 31-27, 13-18; 9. 39-33, 17-21; (In deze fase van de strijd is het logische 46-41 enige tijd verhinderd door een eenvoudige damzet: 24-29 etc.) 10. 44-39, 21-26; 11. 50-44, 11-17; 12. 42-37, 8-13; 13. 30-25, 2-8; 14. 47-42, 17-21; 15. 40-34, 1-7; 16. 34-30, 7-11; 17. 44-40, 12-17; 18. 46-41? (Dit kan nooit goed zijn; dan toch liever 39-34), 10-15; 19. 39-34, 14-20; 20. 25x14, 9x20; 21. 30-25? (Versnelt het einde, maar ik denk dat wit ‘in hogere zin’ al verloren staat) …
Zie diagram.
Ex-wereldkampioen Ton Sijbrands sloeg toe middels een fraaie vijfklapper: 21…, 4-10!; 22. 25x14, 15-20; 23. 14x25, 17-22; 24. 28x17, 11x31; 25. 36x27, 26-31!; 26. 37x17, 24-30; 27. 35x24, 19x46; en het was over en uit.