Getmanski
was klassiekje effe vergeten Eric
van Dusseldorp Sneldammen
of blitzdammen wint langzaam maar zeker aan populariteit. Veel oudere spelers
houden er niet zo van, maar van sommige jonge dammers krijg je de indruk dat ze
geen genoeg kunnen krijgen van het razendsnelle spel met het bijbehorende
‘rammen op de klok’. Ook
organisatoren van damtoernooien ontdekken hoe langer hoe meer de voordelen van
blitzdammen. Omdat een dergelijk evenement maar één of hooguit twee dagen
duurt, hoeft het weinig te kosten. Daarnaast is het snelle spel spectaculair en
heel mediageniek en vallen er op topniveau minder remises dan bij traditioneel
dammen. Vroeger
had je bij het sneldammen tien minuten en soms ook vijf minuten per persoon per
partij. Het vallen van de vlag besliste dan subiet de partij, ook al stond de
speler die de tijd had overschreden huizenhoog gewonnen of was er een
potremise-eindspel op het bord verschenen. De moderne, digitale klokken bieden
gelukkig de mogelijkheid om een Fischertempo in te stellen. Nu zie je bij
blitztoernooien vaak een speeltempo van vijf minuten per persoon per partij plus
twee, drie of vijf seconden per zet. Doorspelen in totaal remise- of zelfs
verloren standen heeft dan helemaal geen zin meer. Het
niveau van blitzpartijen is vaak heel behoorlijk. Sommige dammers, de zogeheten
‘tobbers’, kunnen misschien wel beter met vijf minuten dan met twee uur op
de klok spelen. Van topspelers is het inmiddels wel duidelijk dat de kwaliteit
van hun sneldampotjes vaak niet veel onderdoet voor dat van hun traditionele
partijen. Blitzpartijen tussen internationaal grootmeesters zijn tegenwoordig
dan ook vaak bron van diepgaande analyses… Toch
worden er gelukkig nog wel amusante fouten gemaakt. Twee fragmenten uit het door
Alexander Baljakin gewonnen EK-blitz van 2009. Wit:
Alexander Getmanski – Zwart: Guntis Valneris Zie diagram.
Wit:
Alexander Georgiew – Zwart: A. Getmanski Zie diagram.
1… 17-22(?!); een speculatieve zet. 2. 30-25??,… Georgiew
maakte deze blunder, nadat hij lang (misschien wel dertig seconden) had
nagedacht over het logisch uitziende 39-33 en nu (22-28) 33x22 (24-29) 30-25
(29-33) 38x29 (23x34). Hier was de ex-wereldkampioen ten onrechte bang voor. Wit
kan namelijk 22-17! (11x22) 35-30 (34-39) 30-24 (19x30) 25x43 spelen, met winst.
In de partij volgde natuurlijk 2…, 22-28!; 3. 42-37, 28-33; 4. 38x20,
19-24; 5. 20x29, 23x43; en wit kwam er na ook nog 6. 25-20, 18-22; 7. 27x9, 3x25; niet meer aan te pas. Ter
oplossing opnieuw een oldie van A. Miedema. Zie diagram. Wit begint en wint.
|