Gek worden van twee schijven meer

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

 

De damrubriek van vorige week bevatte een nogal cryptisch stukje:

“Zwart: K.-H. Leijenaar – Wit: R. Keurentjes

Cijferstand: Zwart 2, 4, 8, 9, 11, 12, 13, 15, 17, 20, 25, 26. / Wit 23, 24, 29, 33, 34, 36, 38, 39, 40, 43, 46, 48.

31. 23-19! en ‘winst’ omdat (4-10) niet mag. Maar… hierover volgende week meer!”

Wat moest de lezer hiervan denken? “Waarom staat winst tussen aanhalingstekens, het wint toch gewoon?” of “Nou, 23-19 wint dus kennelijk niet, maar dat zien we volgende week dan wel.” Of ook “Hier is kennelijk iets aan de hand, ik pak de computer erbij en ga analyseren!”

Er is inderdaad wat aan de hand. Na 23-19 (4-10) volgt een Zetje van Weiss met 29-23, 40-35, 36-31, 38-32 en 33x4. Zwart moet 19-14 dus wel toelaten met schijfverlies. Een tegencombinatie zit er ook al niet. In de partij volgde dan ook 31. . ., 17-22 (Deze zet is nog goed!); 32. 19-14, 11-17??; 33. 14x3, 4-9; 34. 3x14, 20x9; en wit wist met een schijf meer te winnen. In plaats van (11-17) was er evenwel een fantastisch dubbeloffer mogelijk: (11-16) 14x3 (12-17) 3x21 (16x27). Zie diagram.

 

 

 

 

 

Wit heeft twee volle schijven meer, maar een stand om gek van te worden. 46-41 en 48-42 zijn simpel verhinderd. 40-35 lost niets op. Offeren dan maar. Hoe offeren? Analytisch het beste is nog 24-19 (13x24) 46-41 (22-28) 33x31(24x35 meerslag!) 31-27 (20-24) en zwart moet bij goed spel gaan winnen.

Wie of wat bedenkt zoiets? Inderdaad, de computer. Het verhaal wordt eentonig als het allemaal niet zo boeiend was.

 

Zwart: P. Casaril – Wit: G. Stam

Uit de ereklassewedstrijd Raes – Cema de Vaste Zet. Zie diagram.

 

 

 

Een doodgewone klassieke stand. Wit speelde 32. 40-35? en het liep remise. De computer had een veel beter idee, een zet waar iedere dammer van vlees en bloed geen seconde naar kijkt: 36-31!! en wat moet zwart doen? Na (11-17) of (12-17) volgt de Haarlemmer met 28-22 en 34-29. Na (24-29) wint 27-22 (18x36) 37-31 (36x27) 32x21 (16x27) 43-39 (23x43) 34x3 (43x34) 40x29 gevolgd door 3-14.

Na (9-14) wint 27-21 (16x36) 28-22 (18x27) 32x21 (26x17) 34-29 (24x33) 38x20.

Tenslotte wordt ook het offer (24-30) 34x25 (11-17) 38-33 (17-22) 28x17 (12x21) 33-28 op winst voor wit getaxeerd. Een verbluffende computervondst!

 

Zwart: J. Riesenkamp – Wit: E. Wiskerke

 

 

 

Zie diagram.

Wit dacht slim remise te maken. 50. 27-22 (?), 28x17; 51. 38-33, 29x38; 52. 30-24, 19x30; 53. 35x24 en nu ging de zwartspeler direct accoord met remise. Logisch, lijkt het, want wit haalt wel ergens dam en valt vervolgens schijf 38 aan.

Er staan inmiddels zes stukken op het bord, dus de stand is bekend in de inmiddels al geruime tijd realiseerde zesstukkendatabase. En wat blijkt? Zwart heeft ten onrechte remise gegeven, de stand is gewonnen! Men zie: (13-18) 24-19 (6-11) 19-14 (11-16) en nu volgt op 14-10 (17-21!) en nu bijv. 10-4 (38-43!) 4x49 (21-27) 49x21 (16x27). En op 14-9 wint (18-22!) en opnieuw gaat de witte dam er direct af.

 

Oplossing van de opgave van vorige week (zwart: 1, 2, 3, 6, 8, 9, 13, 19, 23, 26, 29, 37, 38, 40 / wit: 7, 11, 12, 17, 18, 20, 21, 22, 25, 28, 39, 47, 48):  15, 482, 34, 14, 9, 3, 8, 24, 20, 42, 15, 22

 

De nieuwe opgave is een curiositeit van een lezer, Y.K. Kerkhof uit Hilversum.

 

 

 

Zie diagram. De witte dam slaat alle zwarte schijven met als extra regel dat een stuk na het slaan weggenomen dient te worden. In ‘ons’ damspel bestaat die regel niet, maar in Turkije en het Midden-Oosten denkt men er anders over. Zie http://www.youtube.com/watch?v=RZSKWcBxNj8

 

Terug naar damrubrieken