Huisdammer verbetert grootmeester

Eric van Dusseldorp 

WK voetbal 2010. Argentinië en Nigeria spelen tegen elkaar. De Argentijnen counteren snel en staan met vier aanvallers tegen slechts twee verdedigers.
“Vier tegen twee,” roept televisieverslaggever Arno Vermeulen. “Met dammen wint dat altijd!”

Niet dus. Het lijkt erop dat Vermeulen nooit gedamd heeft, anders had hij dit toch niet gezegd. Maar misschien is hij ooit kort lid geweest van een jeugddamclubje en heeft een oudere damleraar hem toen het wereldberoemde standje, afgebeeld op diagram, ter oplossing aangeboden.

Na verschijning van de rubriek ontving ik het volgende mailtje.

Dag Eric,

Arno Vermeulen was in de seizoenen 1973/1974 en 1974/1975 jeugdlid van damvereniging DDD te Alkmaar. In 1975 bedankte hij als lid wegens verhuizing naar De Bilt.

Vriendelijke groet,
Kees Blankendaal (voorzitter van DDD)

 

 

Zwart dreigt met (30-35) en daar lijkt geen enkele remedie tegen. Toch wint het standje fraai door 38-32! Na (30-35) volgt dan 39-33 en na de meerslag (29x27) 40-34 met dubbele oppositie.
Grappig is dat je dit eindspel ook een rij lager kan zetten: wit 41, 42, 43, 44 / zwart: 31, 32 en winst door 43-39! en de rest is duidelijk. De stand kan ook een rij hoger: wit 31, 32, 33, 34 / zwart: 21, 22.

Als een dammer het echter heeft over vier-om-twee-eindspelen, dan bedoelt hij in de regel niet dit soort posities, maar het gevreesde genre van één dam met drie schijven tegen één dam met één schijf. Volgens velen zijn het de moeilijkste eindspelen die er zijn: verraderlijk, langdradig en eigenlijk heel vervelend.

Toch hebben deze eindspelen geen verrassingen meer sinds de ontsluiting van de zesstukkendatabase. Nu is binnen een seconde duidelijk of een dergelijk eindspel wint of niet en hoe het moet. Alleen heb je, achter het bord zittend, niet je beschikking over deze database. Dan blijft het zwoegen en ploeteren.

Hoe verraderlijk een dergelijk eindspel is, bleek uit het verloop van de tweede matchpartij om de wereldtitel, in 1979, tussen Harm Wiersma en Anatoli Gantwarg.

 

Zie diagram.

In dit extreem lastige eindspel speelde Wiersma op de 92e zet 32-37? en wist niet te winnen.
Wiebe Visser, een bekende organisator van damtoernooien uit die tijd, maar zelf nooit het huisdammersniveau ontstegen, wees de verbaasde toeschouwers op de ‘mat-in-één’ 32-16!! Een verrassende zet, omdat wit nergens mee dreigt. Maar zwart moet zetten en op bijvoorbeeld (2-24) wint 23-19! Typisch een geval van out-of-the-box-denken van een niet-ingewijde dammer.

Wit: H. Wiersma – Zwart: A. Gantwarg

 

Eveneens in 1979 kwam tussen dezelfde twee matadors de diagramstand op het bord.
Wiersma gaf hier te snel remise. Het lijkt ook remise, omdat zwart op het eerste gezicht twee dammen haalt en/of dood en verderf zaait tussen al die losse schijven. Toch kan wit hier winnen door 18-12! (27-31) en nu niet 37-32 maar het onorthodoxe 12-7! (31x42) 7-2! Damhalen mag niet en er dreigt 34-30, dus (35-40) 34x45! en wit wint het overgebleven 4-om-2-eindspel. De hoofdvariant: (26-31) 19-14 (42-48) 2-24 (31-37) 24-47 (48-30) 14-9! (30-35) 44-39 (35-30) 39-33 (30-8) 9-3 (8-13) 3-17 (13-35) 33-29 (35-13) 17-26! en het is uit.

De oplossing van de opgave van twee weken geleden. Auteur: Frans Hermelink. Wit: 25, 28, 29, 33, 34, 39, 40, 47, 49 / Zwart: 5, 8, 9, 13, 14, 15, 17, 18, 30. Wit wint door 28-23 en zwart lijkt een schijf te gaan verliezen. Toch heeft hij nog een verrassende tegenactie: (17-22!) 23x3 (22-28) 33x22 (13-18) 22x4 (5-10) 3x20 (15x35) 4x15 (30x39) en hoe wint wit nu? (39-44) dreigt en dan is het toch echt remise. De winst is fraai: 49-43!! (39x48) 15-29 en het is duidelijk dat zwart snel verliest, ook na het offer (35-40).

De nieuwe opgave is een eerste publicatie van P. Kuiper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 

  Terug naar damrubrieken