Winnend
trucje op de lange lijn Eric
van Dusseldorp De positie op
het eerste diagram is er eentje van het bekende soort. Bijna iedere dammer heeft
zo’n standje wel eens op het bord gehad, zowel met wit als met zwart. Het is
duidelijk wat er aan de hand is: wit heeft het initiatief en heeft dat
vermoedelijk de hele partij al gehad. Zwart heeft twee niet al te sterke
randschijven op 25 en 35 en een al dan niet blijvende hangende schijf op 12. De
vraag in dit soort standen is steeds: bouwt wit zijn voordeel uit naar winst of
kan zwart het, door een combinatie van factoren, toch remise houden? Hoe bekend het
type standje ook bij menigeen zal voorkomen, de exacte positie is nog slechts
twee keer op het bord geweest, althans volgens de inmiddels bijna 400.000
partijen tellende Turbo Dambase (voor wie dit pakket wil bestellen: even
googelen!). De eerste keer
was in
Wit: D. van
den Berg – Zwart: J. Bultena De witspeler
begon de forcing goed: 48. 44-40, 35x44; 49. 39x50, 13-19 (want na
(24-30) 34-29 (30-35) 29-24 gaat zwart kansloos verliezen); 50. 34-29!,
19-23 (of?); 51. 28x30, 25x23; 52. 38-32, 17-22; 53. 32-28, 23x21; 54. 26x8,
22-27; 55. 8-3, 18-22?; Een armoedige zet, waarna wit op verschillende
manieren kan winnen. Bijvoorbeeld door 3-9 (16-21) 9-20! (27-32) 20-14 (22-28)
33x22 (32-38) 22-17 (21x12) 14-3 (12-18) 3-9 (18-23) 9-14 (23-29) 14-20 (29-33)
50-44. 56.
3-20(?),… De witspeler gaat uit van een verkeerd plan, maar toch wint deze
zet nog. Vandaar het (?). 56…, 27-32; 57. 50-44? Maar nu is het remise.
Winst is 33-28! (32x23) 20-9 (22-28) 9-27 (28-33) 50-44 (23-29) 27-49 (16-21)
49x16 (29-33) 16-43+. In de partij
liep het remise na 57…, 22-28; 58. 33x22, 32-37; 59. 20-47, 16-21; 60.
22-18, 21-27; etc. In
de bondscompetitiewedstrijd Damcombinatie Fryslân – PWG ’s-Gravenpolder,
afgelopen seizoen, kwam opnieuw de stand van diagram 1 op het bord.. Wit:
W. Leijenaar – Zwart: C. Rijk Partijverloop:
53. 44-40, 35x44; 54. 39x50, 13-19; 55. 34-29, 19-23; 56. 28x30, 25x23; 57.
38-32, 16-21(?); Zwart staat analytisch tóch verloren, maar wit krijgt niet
de gelegenheid het mooi uit te maken. 58. 27x16, 17-22; 59. 32-27, 22x31; 60.
26x37, 12-17; 61. 50-44, 18-22; 62. 33-29, 23x34; 63. 37-32, 22-28; 64. 32x23,
17-22; 65. 23-18, 22x13; 66. 16-11 en 2-0.
De
oplossing van het probleem uit de rubriek van vorige week (Pieter Kuiper, wit:
22, 24, 27, 29, 30, 33, 34,
36, 44 / zwart: 8,
11, 12, 13, 18, 19, 28, 35): Wit wint door 29-23 (18x49) 22-18 (13x31)
24x2 (bijv. 35x24) 2x16 (28x39) 36x27 (49x21) 16x17 naturel. Niet zo’n
moeilijk probleem. Steeds de mooiste zet doen, dan wel wint het wel. Ook de nieuwe
opgave is een eerste publicatie van Pieter Kuiper uit Hoorn. Zie diagram. Wit
begint en wint.
|