Oplossingen
en prijswinnaars kerstprijsvraag
Eric
van Dusseldorp
Geldprijzen
waren er dit jaar niet te winnen bij de traditionele kerstoploswedstrijd
van de Kring voor Damproblematiek, maar dat maakte de schare oplossers
blijkbaar niets uit. Sterker nog, er waren meer inzenders dan vorig jaar
– 83 om 53 – die streden om voor dammers best aantrekkelijke prijzen:
acht boekjes Kleine
schuifdwangproblemen van topproblemist Arie van der Stoep in combinatie
met evenzovele jaarabonnementen op het tweemaandelijkse orgaan De
Problemist voor 2010.
De
prijswinnaars van deze landelijke wedstrijd zijn J.L.
Bolks uit Emmen, Jaap de Jonge uit Middelburg, Martijn van der Klis uit
Alphen a/d Rijn, Jos Kool uit Leerdam, Jan Kroeze uit Velzen-Noord, Leo
van der Meij uit Beverwijk, Pieter Wijn uit Eindhoven en Wiebren de Vries
uit Dronten. Alle gelukkigen gefeliciteerd.
De
opgaven van de aantrekkelijke vraagstukken van Tjipke Smedinga waren niet
al te lastig en de reacties liepen uiteen van: prachtige problemen,
ik heb genoten van deze mooie problemen, niet al te moeilijk en via het
dambord opgelost zonder technische hulpmiddelen tot een compliment aan de
heer Smedinga voor de zeer aangename aanvangsstanden.
De
oplossingen.
Opgave
1:
Na een aardige meerslagcombinatie komt er een eindspelletje op het bord.
1. 30-24, 20x38; 2.
35-30, 23x32; 3. 48-43, 38x49;
4. 17-12, 49x24; 5.
12x3, 6x17; 6. 3x12, 2-8;
gedwongen, anders wint wit door de lijn 1-
45 in
bezit te houden. 7. 12x3, 19-23;
Hoe nu verder? Er zijn drie principieel verschillende manieren om met een
dam te winnen van twee schijven. In de eerste plaats door de schijven bij
elkaar te drijven. Bijvoorbeeld: wit dam op 15, zwart schijven op 12 en
14. Een lastig standje. Wit wint alleen door 15-42! (12-17 duidelijk de
beste, op andere zetten wint wit zelfs op meerdere manieren) 42-16!
(17-22) 26-3 (14-19) 3-9 (22-28) 9-20 (28-32) 20-15 (14-19) en nu de
bekende stille zet 15-20 met winst.
In de stand: wit dam op 21, zwart schijven op 11 en 20 moet de witte dam
de zwarte schijven juist uit elkaar drijven, dus 21-38 (20-25) en nu kan
wit zelfs op meerdere manieren winnen, steeds gebaseerd op het uit elkaar
drijven van de zwarte schijven, bijvoorbeeld 38-33 (11-16) 33-39 (16-21)
39-43 (21-26) 43-48 en wint.
In deze compositie maakt de witte dam gebruik van de derde mogelijkheid,
eigenlijk een kruising tussen bijelkaar drijven en aan de rand zetten: 8.
3-12!, 23-28; 9. 12-29, 28-32; 10. 29-42, 15-20; 11. 42x15, 32-37; 12.
15-47 +
Opgave
2:
1. 38-33, 29x49; 2. 45-40,
35x44; 3. 31-27, 22x42;
4. 33x4, 44x33; 5.
47x16, en wat er nu is overgebleven noemt men geen eindspel maar een
motief. 5…, 49-40/35; en nu wint wit snel door 6. 50-44,
40x49; 7. 4-27, 49x21; 8.
16x27 +
Opgave
3:
1. 33-29, 16x27; 2. 23-18,
12x23; 3. 29x9, 4x13;
4. 47-41, 36x47; 5.
24-19, 47x49; 6. 26-21, 49x14;
7. 21x3, 35x24; 8. 3x19
[over 27 maar
de applet pakt dit niet],
10-15; en weer methode
drie om het eindspelletje dam tegen twee schijven te winnen: 9. 19-13,
22-28; 10. 13-24, 28-32; 11. 24-42, 15-20; 12. 42x15, 32-37; 13. 15-47 +
Opgave
4:
1. 39-34, 30x39; 2. 40-34,
39x30; 3. 28-23, 18x47; 4.
48-42, 47x21/16; 5. 50-45,
17x28; 6. 37-32, 21x40; 7.
45x3, 26x37; 8. 3x44, en
hier worden de zwarte schijfjes uit elkaar gedreven, methode twee dus. 8…,
11-16; 9. 44-49, 16-21; 10.
49x16, 35-40; 11. 16-11, 40-45; 12. 11-50 +
Terug naar damproblemen |