Nipte
zege Timmer in probleemconcours Geen
van de vier juryleden zette Timmers compositie zelf op de eerste plaats,
maar gemiddeld had onze landgenoot wel de hoogste score. Vergelijk het
enigszins met de manier waarop schaatser Harm Kuipers ooit een keer
wereldkampioen werd: niks winnen en toch de beste zijn.
Wit
wint een schijf door 44-40. Zwart lijkt zich nog goed te kunnen verdedigen
via (17-21) 40x29 (21-26). Nu volgt evenwel de plakker 29-23! (26x39)
23x3. Het afspel is, zoals dat hoort in de problematiek, nauwsluitend.
(39-44, echt de enige) 45-40 (44x35) 3-9! (4x13) 15x4 (13-18) 38-32! en
niet 38-33 vanwege (22-28!) (35-40) 32-28 (22x33) 4x35.
Ook
hier een mooi, partijachtig standje waarin wit wint door 30-25! Zwart
lijkt kansloos te verliezen, maar kan nog naar dam sluipen middels (36-41)
25x3 en nu? Op (41-46) 28-23 met vangst. Op (41-47) 42-38 (47x15) 22-18
(12x23) 3x1 en wint schijf 23 en door overmacht. Maar na 25x3 kan zwart
nog heel venijnig offeren: (12-17!!) 22x13 (41-47) en ondanks een
achterstand van vijf stukken lijkt het remise te worden. Wit speelt echter
13-8! Nu lijkt (47x2) goed voor remise, maar er volgt 28-22! en omdat
(2-16) dan wordt beantwoord door 22-17 en 37-32 en (2-30) wordt gevolgd
door 37-31 gaat wit (nipt) winnen. Na
13-8 kan zwart echter ook (47x16) slaan en dit is de hoofdvariant. Nu
dreigt (16-2) en na 8-2 komt (16-32). Gelukkig heeft wit nog een finesse:
28-23! de enige zet die wint: (16-2 wat anders?) en nu 3-14! (2x46) 14-5.
Kijkend
naar de scores van alle vier juryleden scoorde Kuijken met dit vraagstuk
meer punten dan Timmer met het voorgaande. De Nederlander profiteerde
echter van de regel dat de hoogste en laagste scores geschrapt werd. De
twee middelste scores van zijn compositie waren in totaal net een fractie
hoger. Eigenlijk gaat er niks boven een nipte overwinning!
|