Eric
van Dusseldorp
Zo
werd de bekende damhistoricus en problemist A. van der Stoep achtste met
bovenstaande
stand. Wit wint door 29-23 (18x49) 27x7 (49x47) 33x11 (1x12, want
op 47x20 volgt 30-25) 11-6 (47x20) 6-1 (35x24) 1x25 (13-18) 25x20 (15x24) 50-44.
De meerslag op de eerste zet is van de bekende, weldadige soort. Het dirigeren
van de zwarte dam 49x47x20 is vaak vertoond. Origineel is echter de tweeslag
33x11 gevolgd door doorlopen naar dam. Ook de slotstand is aardig.
Dezelfde
auteur had nog een leuke creatie, die we afgebeeld zien op diagram. Oplossing:
46-41 (27x49) 41-37 (49x35) 50-44 (35x49) 37-32 (49x27) 28-22 (17x28) 33x31
(36x27) 26x17 (12x21) 23x3 (14x23) 29x9 (20x40) 3x26 (25x43) 26-21 (4x13) 21x8
(2x13) 15x4 (13-19) 4-27 (19-24) 27-38 (24-30) 38-43 (30-35) 43-49 (16-21) 49x16
(35-40) 16-11 (40-45) 11-50. Natuurlijk, het is een aaneenschakeling van bekende
themata, maar de beginstand is fraai en het koekt zo lekker aan. Het was het
tweede probleem van deze auteur, dus het viel om die reden (niet door het aantal
behaalde punten) buiten de top tien A.P. de Zwart is niet de eerste de beste en zeker niet de jongste. Hij was een van de oprichters van de Kring voor Damproblematiek in 1941(!!). Componeren doet hij nog als een jonge hond.
Zie diagram. De nestor laat wit beginnen met het
ongedachte 34-29! Zwart moet nu wel (31-36) spelen. Er volgt dan 19-13 (8x30)
29-24 (18x20) 38-32 (36x29) 40-34 (29x49) 37-31 (22x44) 31x2 (49x27) 26x8 (3x12)
2x8 motief C. Blankenaar: (10-15) 8-13 (20-25) 13-24 (15-20) 24x15 (25-30) 15-10
(30-35) 10x23 (5-10) 23x5 (35-40) 5-28 (40-45) 28-50. Zie de laatste opmerking
bij het vorige probleem. Een
probleem in cijferstand. Auteur: A. Kuijken. Wit: 25, 26, 29, 30, 31, 34, 38,
40, 45, 46, 49, 50 / Zwart: 3, 4, 7, 8, 10, 11, 17, 18, 22, 27, 28. Wit wint
door 29-23 (28x19) 25-20 (27x36) 46-41 (36x47) 26-21 (47x44) 21x5 (44-33A) 5-10
(4x24) 34-30 (24x35) 45-40 (35x44) 50x6 (7-11) 6x17 (8-12) 17x8 (3x12) 49-43 en
wint. A.(44-35) 15-10 (4x24) 34-29 (24x33) 45-40 etc. Zie weer de laatste
opmerking bij het tweede probleem van Van der Stoep. De
oplossing van de vorige opgave (auteur: Tj.
Smedinga),
wit: 6, 12, 17, 18,
20, 21, 22, 23, 27, 40, 44, 45, 47, 48, 49, 50, / zwart: 1, 2, 9, 10, 13, 15,
24, 26, 29, 31, 33, 34, 35, 36, 38, 39,. Wit wint door 17-11 (26x19) 27-21
(13x22) 47-41 (36x47) 11-7 (2x11) 6x28 (33x22) 44x42 (47x16) 48-43 (35x44) 50x30
(24x35) 49-44 (16x40) 45x3 (15x24) 12-7 (1x12) 3x27 (35-40) 27-22 (40-45) 22-50.
Over dit gemetsel en gehark, dat bovendien niet gecompenseerd wordt door een
prettig ogende aanvangsstand, oordeelde de jury kennelijk unaniem: “Dit
probleem steekt met kop en schouders boven alle andere inzendingen uit.” De
term “smaken verschillen” heeft sinds dit concours wel een heel aparte
dimensie gekregen…
De
nieuwe opgave is het probleem waar de bekende problemist Leen de Rooij de
zevende plaats mee behaalde. De Rooij doet zelden mee aan concoursen. Het werd
eens tijd, zal hij gedacht hebben. Zie diagram. Wit begint en wint.
|