Drie tegen
één blijft verraderlijk
Eric van Dusseldorp
In tegenstelling tot het Haagse Axioma Orap Open, waar de toernooiwinnaar (Alexander Baljakin) pas na het berekenen van allerlei coëfficiënten bekend werd, kende Nijmegen Open, het tweede grote traditionele zomertoernooi, wel een eenduidige winnaar. Het was Diemenaar Kees Thijssen die met een ouderwets, onvervalst vol punt voorsprong zijn naaste belagers wist af te troeven. Spannend was het overigens tot de laatste snik in Nijmegen. En dat terwijl Thijssen aanvankelijk linea recta op de toernooiwinst leek af te stevenen. Na zes rondes had de kersverse damprof nog geen punt hoeven af te staan, maar een blundertje tegen concurrent Krajenbrink in de zevende ronde bracht de spanning weer volledig terug.
Zwart: Kees Thijssen - Wit: Johan Krajenbrink 1. 32-28, 20-25; 2. 37-32, 14-20; 3. 41-37, 10-14; 4. 34-30, 25x34; 5. 39x30, 20-25; 6. 44-39, 25x34; 7. 40x29, 16-21; 8. 35-30, 21-26; 9. 50-44, 5-10; 10. 28-23, 19x28; 11. 32x23, 14-20; 12. 45-40, 10-14; 13. 40-35, 11-16; 14. 38-32, 17-21; 15. 32-28, 20-25; 16. 42-38, 25x34; 17. 29x40, 18x29; 18. 33x24, 12-18; 19. 39-33, 6-11; 20. 44-39, 11-17; 21. 37-32, 26x37; 22. 32x41, 18-22; 23. 41-37, 14-20; 24. 39-34, 20x29; 25. 34x23, 7-12; 26. 47-42, 13-18; 27. 35-30, 18x29; 28. 33x24, 22x33; 29. 38x29, 12-18; 30. 37-31, 9-14; 31. 46-41, 21-26; 32. 41-37, 8-13; 33. 43-38, 4-9; 34. 49-43, 17-21; 35. 43-39, 18-22; 36. 38-33, 13-18; 37. 39-34, 2-8; 38. 33-28, 22x33; 39. 29x38, 8-13; 40. 38-33, 18-22; 41. 42-38, 1-7; 42. 40-35, 7-12; 43. 34-29, 12-18; 44. 38-32, 22-27; 45. 31x22, 18x38; 46. 33x42, 13-18; 47. 42-38, 18-22??; 48. 37-31!, 26x37; 49. 38-32, 37x28; 50. 29-23, 28x19; 51. 24x4, 21-27; 52. 4- 9 , . . . Zwart gaf het op. Het zal iedere dammer bekend zijn, dat een drie-om-één dammeneindspel bij goed spel van de minderheidspartij altijd remise is, ook al heeft de eigenaar van de drie dammen de beheersing over de lange lijn. Toch bestaan er zoveel trucs om te winnen, dat er hoe langer hoe meer spelers zijn die een dergelijk eindspel nog wel even willen doorspelen. En heel vaak met succes.
Zwart: Jan Dallinga – Wit: Andrew Tjon A Ong Zie diagram. Een stelling uit de laatste ronde. Met 73. 4-10 vlocht Tjon A Ong een bekend valletje in de stand: 20-29! Natuurlijk zag zijn tegenstander dat en gespeeld werd: 73. . ., 34-18; 74. 20-47, 18-22??; Het tweede trucje werd de zwartspeler fataal. 75. 37-31! en zonder (18x36) 10-4 af te wachten gaf zwart het op. Hoe verraderlijk 3-om-1 dammeneindspelen ook zijn, echt moeilijk is het niet om met één dam remise te maken. Iemand die twee zetten diep kan rekenen èn er voor zorgt dat zijn dam minstens twee velden van de rand van het bord blijft, zal nimmer verliezen. De zwartspeler van het partijfragment had wat moeite met twee zetten diep rekenen. . .
Zwart: Mijndert Verkaik – Wit: Anko Baksoellah Zie diagram. Na 44. . ., 14-19? volgde 45. 43-39, 19x30; 46. 29-24, 30x19; 47. 38-32, 27x38; Tot zover zal de zwartspeler het nog hebben gezien en voor 39-33 etc. kan hij niet bevreesd zijn geweest. Baksoellah kwam evenwel met een verrassing: 48. 37-31!!, 26x37; 49. 39-33, 38x29; 50. 34x3 en wit won. De oplossing van de opgave van vorige week (auteur: D. de Ruiter te Duivendrecht, zwart: 7, 9, 12, 13, 22, 27, 32, 35, 36, 37 / wit: 24, 25, 33, 34, 38, 39, 45, 47, 48, 50) luidt: 240, 482, 41, 14, 3, 44, 44, 34, 34. Mooi! De nieuwe opgave (zie diagram) is er een van de Fransman Henri Cordier. Het vraagstuk voldoet niet helemaal aan de scherpe regels van de problematiek, maar is niettemin bijzonder. Wit begint en wint.
|