Geitenkaas bij Amsterdam Paastoernooi
Eric van Dusseldorp
In het afgelopen Amsterdam Paastoernooi was er een wending mogelijk die veel dammers in extase bracht. Het gebeurde in een partij uit de derde ronde.
Wit: Casper Remeijer – Zwart: Bas Messemaker Zie diagram.
De witspeler had als laatste zet 38-32? gespeeld. Zijn stand is nu een geitenkaas, zou Johan Cruyff zeggen. Maar hoe kan zwart daar nu van profiteren? In het geheel niet, zou je in eerste instantie zeggen. Zo dacht Bas Messemaker er ook over en speelde 25…, 2-8?; en de partij liep remise.
Na afloop van de confrontatie vond computerprogramma Flits een bijzonder fraaie winst. Zwart moet beginnen met (18-23). Er dreigt dan in eerste instantie nog niets, maar zwart gaat op de volgende zet (13-18) spelen en dan dreigen er opeens drie combinaties tegelijk. In de eerste plaats (24-29) etc., maar ook (24-30) en vervolgens schijf 23 laten slaan, maar ook (24-30) en daarna (23-29!) gevolgd door (14-19)! Het grappige is dat wit twee zetten kan spelen, maar het is op geen enkele manier mogelijk om alle geiten uit de kaas te halen. Een zeldzaamheid in dit soort, vrij rustige, standen.
En zo gebeurde er weer van alles in het oudste open toernooi van Nederland. Hoewel… sommige dingen gebeurden dus niet, maar hadden moeten gebeuren.
Wit: John Stins – Zwart: Ivo de Jong
Zie diagram. Wit had als laatste zet 40-34 gespeeld. De zwartspeler dacht: Ach, laat ik eens een duit in het zakje doen en vervolgde met 20…,15-20?; en na de nodige omzwervingen wist hij het duel uiteindelijk te winnen. Toch zat er een directe schijfwinst in: (18-22!) en nu dreigt zowel (22-27) 21-16 en nu de meerslag (28-33!) als (23-29) 34x23 (24-29) 23x34 (19-24) 32x23 (24-30) 35x24 (14-20) 25x14 (9x49). Dit kan wit niet allebei voorkomen, op 38-33 volgt bijvoorbeeld al (22-27).
Wit: Martin van Dijk – Zwart: Jesse Bos
Zie diagram. De zwarte voorpost is wel erg eenzaam, maar zwart heeft vier stukken ter verdediging tegen evenzovele aanvallers. Wel moet hij ook rekening houden met 37-31, 41-36 etc. Wit begon aan een stormloop, maar die kon zwart pareren. 25. 38-33, 12-17; 26. 33x22, 17x28; 27. 47-42, 7-12; 28. 42-38, 13-18; 29. 38-33, 8-13; 30. 33x22, 12-17; 31. 43-38, 17x28; en wit berustte in het niet-winnen van de voorpost: 32. 38-32 en later remise. In de diagramstand gaf Flits een veel kansrijkere voortzetting aan: 47-42!
Nu spelen allerlei combinaties een rol, zoals (14-19) 38-33 (12-17) 33x22 (17x28) 27-21 (16x27) 37-31 (27x38) 43x1. Of ook (13-18) 38-33 (8-13) 33x22 en nu kan (12-17) niet vanwege dezelfde combinatie. De beste zet lijkt (12-18) met de mogelijkheid van de horizontale verdediging (18-22). Normaal is een dergelijke actie bevredigend, maar er staat een in dit soort standen weinig voorkomende zwarte schijf op 45. En die maakt het verschil. Wit gaat na (12-18) verder met 38-33 (18-22 gedwongen) 27x18 (13x22) 43-38! en nu is opeens 44-40! en 49-44 aan de orde. Op (11-17) wint wit nu een schijf door 38-32. Dus moet (9-13) of (8-13) en nu versmaadt wit direct 44-40 en speelt eerst 38-32 (13-19) 32x23 (19x28) 42-38! (8/9-13 de enige) en nu wel 44-40! (45x32) 49-44 (28x39) 37x6. Na (39-43) 44-39 (43x34) staat wit voor een lastige tweesprong.
Allereerst is direct 6-1 aantrekkelijk met op (34-39) 1x20 (39-43) 20-14 en wit heeft een dammeneindspel met een schijf meer, de middenlijn, sowieso nog vijf stukken op het bord en de dreiging om op een gegeven ogenblik met schijf 25 naar dam te lopen. Maar wint het? Flits geeft daarom de voorkeur aan eerst 25-20 (14x25) en dan pas 6-1. Een logisch vervolg is dan (7-11) 1X40 –dreigt 40-44- (16-21) 40-44 (11-16) 41-37. Maar met een overtuigende winstgang komt de computer vervolgens niet.
Feit blijft dat in de diagramstand 47-42 een kansrijkere voortzetting is dan het gespeelde 38-33, dat eindelijk tot een gelijkwaardige puntendeling leidde.
|