Dammen in Duitsland leeft op

Eric van Dusseldorp


Dammen in Duitsland, dat was lange tijd toch zoiets als schaatsen in Congo of skispringen op de Malediven: een niet-bestaande activiteit. Jarenlang was het land van onze Oosterburen een witte vlek op de kaart waar, in tegenstelling tot bijna alle omliggende landen, niet georganiseerd werd gedamd.

Begin jaren tachtig was er een oprisping, toen een uit Nederland afkomstige arbeider het internationale spel in de toenmalige DDR probeerde te promoten. En met enig succes: Berlijn heeft zelfs enige jaren een internationaal toernooitje gehad.

Na de eenwording van Duitsland leek de ‘rust’ weer te keren, maar er vestigden zich inmiddels wel hoe langer hoe meer immigranten uit de voormalige Sowjetstaten. En die begonnen hun spelletje met de veertig houtjes een beetje te missen. Uiteindelijk is een heus Duits kampioenschap, met vooral deelnemers geboren in Rusland, Wit-Rusland en Moldavië, dan toch weer van de grond gekomen.

Duits kampioen werd afgetekend Mark Podolski uit Bochum, die alle partijen wist te winnen, vóór spelers als de in Nederland niet onbekende Renat Melamed, Raphaël Zdoroveac en Juri Geisenblas. De hoogst genoteerde ‘etnische’ Duitser was Clemens Crucius, een van de laatste exponenten van de genoemde Oostduitse opleving in de jaren tachtig. De dammer uit Leipzig werd zevende in een veld van veertien deelnemers.

Zwart: J. Geisenblas – Wit M. Podolski

 

1. 32-28, 19-23; 2. 28x19, 14x23; 3. 37-32, 10-14; 4. 41-37, 14-19; 5. 46-41, 5-10; 6. 35-30, 10-14; 7. 30-25, 17-21; 8. 31-26, 21-27(?);

Men ziet het wel vaker: eerst wordt 35-30 passief ontweken en vervolgens wordt met 21-27 juist agressief voortgezet. Maar deze opening staat in en kwade reuk, al was dat bij Geisenblas, die in Nederland voor het tweede team van Witte van Moort uitkomt, kennelijk nog niet bekend.

9. 32x21, 16x27; 10. 40-35, 11-17; 11. 44-40, 6-11; 12. 33-29, 20-24; 13. 29x20, 15x24; 14. 34-30, 4-10; 15. 40-34, 1-6; 16. 45-40, 23-28; 17. 37-31, 18-22; 18. 38-33, 19-23; 19. 30x19, 13x24; 20. 50-45, 12-18?;

Zwart wordt gestraft voor zijn te voortvarende spel. Wit maakt de partij uit met een aardige forcing.

Zie diagram.

 

21. 34-29, 23x34; 22. 40x20, 10-15; 23. 41-37, 15x24; 24. 37-32, 27x29; 25. 39-33, 29x38; 26. 43x1 en zwart geeft het op.

Hier volgen de oplossingen en de namen van de prijswinnaars van de landelijke kerstoploswedstrijd die ook in dit dagblad is gepubliceerd.

Diagram 1.
Zwart: 2, 6, 19, 22, 28 / Wit: 11, 18, 20, 27, 39.
Oplossing: 15 (31) 10, 5 (33) 8, 17, w+

Diagram 2.
Zwart: 6, 10, 22, 23, 33, 40 / Wit: 20, 32, 34, 42, 43, 45.
Oplossing: 15, 4 (238A, 39) 36, 47 (11) 33 (16) 47 (21) 38 (26) 47 (31) 36 (42) 22 (48) 39 (b.v. 37) 28, 34, w+
A. (228) 327 (34) 9! (11) 21 (339) 13, 17, 25 (32) 14, w+

Diagram 3.
Zwart: 5, 8, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 26 / Wit: 23, 27, 28, 29, 31, 32, 33, 39, 40, 42. Oplossing: 21, 394, 22, 2, 34, 8 (25) 24 (150, 30) 10 (35) 23 (10, 40) 28 (45) 50, w+

Diagram 4.
Zwart: 7, 8, 9, 15, 16, 24, 26, 29, 30, 31, 34, 36 / Wit: 18, 20, 22, 23, 25, 27, 28, 38, 41, 44, 47.

Oplossing: 21 (27) 42, 32, 21, 4, 36, 40 (35) 13, 20, 49, w+

Prijswinnaars:

1e prijs: 45,-- Euro gaat naar: D. v.d. Stelt uit Geertruidenberg.
2e prijs: 35,-- Euro werd gewonnen door: J.W. Uijterlinde uit Vleuten.
3e prijs: 25,-- Euro naar: T. van Os uit Papendrecht.
4e t/m 8e prijs een jaarabonnement op De Problemist zijn gegaan naar:
C. Zijlstra uit Alphen aan den Rijn, R. Roggeveen uit Gouda, P. Groenenberg
uit Ermelo, F. Uilhoorn uit Haarlem en E. Molenaar uit Leiden.

Oplossing vorige opgave. Auteur: A.P. de Zwart (Zwart: 4, 7, 9, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 20, 21, 24, 26, 34, 35, 36 / Wit: 6, 22, 25, 27, 28, 31, 32, 37, 38, 42, 43, 44, 45, 46, 48): 41, 33, 29, 30 (28) 10, 1, 3, 34, 1-29!!, 42, 25, 46 (20) 32 (24) 38 (30) 43 (35) 49 (21,40) 11 (45) 50. Prachtig!

Ter oplossing opnieuw een fraaie eerste publicatie van de vierentachtigjarige Haarlemmer A.P. de Zwart. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

Terug naar damrubrieken