Koek
raakte niet op bij Gerlof Kolk Eric
van Dusseldorp In
de bondscompetitie worden er af en toe grootmeesterpartijen gespeeld,
zonder dat het daadwerkelijk grootmeesters zijn die het spel dicteren.
Sommige wat gewonere dammers voelen zich nu eenmaal in een bepaald
speltype buitengewoon in hun sas en stijgen boven zichzelf uit, als dat
betreffende speltype daadwerkelijk op het bord komt. En zo worden er soms
partijen gespeeld die zonder tegenspraak de
bloemlezing-van-het-afgelopen-seizoen halen en/of in leerboekjes
terechtkomen. Partijen, die dus niet noodzakelijk door topdammers zijn
gespeeld. In
de derde ronde van de ereklassecompetitie had Gerlof Kolk, een sterke
Friese dammer doch niet van grootmeester- of meestersterkte, het geweldig
naar zijn zin in zijn duel tegen de oorspronkelijk uit de Sowjet-Unie
afkomstige Nina Hoekman-Jankovskaja. Met geen enkele zet van de witspeler
is ook maar iets mis en sommige zijn echt geweldig. En zodoende werd zijn
grote tegenstander -Hoekman is internationaal grootmeester bij de vrouwen-
vakkundig afgedroogd. Het duel komt uit de wedstrijd Damcombinatie Fryslβn
DUO (Dammers uit Oost). Wit: Gerlof Kolk Zwart: Nina Hoekman
1.
32-28, 17-22; 2. 28x17, 11x22; 3. 37-32, 6-11; 4. 41-37, 12-17; 5. 46-41,
1-6; 6. 34-29, 8-12; 7. 40-34, 2-8; 8. 45-40, 19-23; 9. 35-30, 14-19; 10.
30-25, 10-14; 11. 50-45, 4-10; 12. 40-35, 20-24; 13. 29x20, 15x24; 14.
32-28, 23x32; 15. 37x28, 16-21; 16. 31-26, 11-16; 17. 34-30, 10-15; 18.
39-34, 5-10?; Deze
zet werd na de partij als fout bestempeld. Wit voert de partij nu
achterelkaar naar de winst. 19.
44-40, 18-23
(21-27) is eenvoudig verhinderd.); 20.38-32!,
Zie diagram.
Geen
onbekende, wel een fraaie manoeuvre. Het is duidelijk dat zwart een
probleem heeft. Zo mag (21-27) 32x21 (16x27) al niet vanwege 42-38 (23x32)
41-37 (32x41) 25-20 (14x25) 38-32 (27x29) 34x5 (25x34) 40x20 (15x24) 5x46
en wit wint. 20
,
7-11; 21. 41-37!!,
Fraai gespeeld. (21-27) mag nu weer niet vanwege dezelfde combinatie:
42-38 et cetera. 21
12-18 22.37-31!,
Het regent verrassingen. Op (22-27) 31x22 (18x29) volgt nu 25-20! en
altijd dam. 22
,
8-12; 23. 43-38! Opnieuw
is 21-27 verhinderd door de damcombinatie naar 5. 23
,
3- 8 24. 47-41!,
De koek is nog niet op. Na (21-27) 32x21 (23x43) 49x38 (16x27) volgt weer
25-20 gevolgd door 38-32. Zwart
moet nu een a-typische zet doen: (22-27) of (23-29). Wit kiest voor de
eerste zet. Ook (23-29) geeft op het eerste gezicht weinig hoop, maar is
wellicht toch een alternatief. 24
,
22-27, 25. 31x22, 18x27; 26. 41-37!, 13-18; Op
(12-18) volgt een grote klapper: 34-29 (23x34) 40x20 (15x24) 36-31 (26x37)
28-22 (17x39) 26x17 (11x22) 25-20 (14x34) 38-33 (39x28) 32x5. Maar ook de
partijzet leidt bij lange na niet tot gelijk spel. 27.
34-29, 23x34; 28. 40x20, 15x24; 29. 45-40, 18-22; 30. 40-34, 8-13; 31.
37-31, 13-18; 32. 34-29, 10-15; 33. 29x20, 15x24; 34. 33-29, 24x33; 35.
28x39, 18-23; 36. 30-24, 19x30; 37. 35x24, 9-13; 38. 24-20, 14-19; 39.
39-34,
en
zwart gaf het op. Wit: Coen Donders Zwart: Leo van der Laan
Zie
diagram. Gespeeld was (13-18?). Er volgde 26.
28-22!, 17x39; 27. 37-31, 26x28; 28. 30-24, 20x40; 29. 35x2 en wit
won. De
oplossing van het vraagstuk
van twee weken geleden. Ook
de nieuwe opgave is van P. Kuiper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en
wint. Een bladprobleem voor gevorderde dammers.
|