Haïti weer terug op de damkaart

Eric van Dusseldorp

 

Wie aan Haïti denkt, denkt aan een straatarm en ‘moeilijk’ land, een land dat gesitueerd is op de linkerhelft van het Caribische eiland Hispaniola.

Voor damfanaten is het meer dan dat. Als we een paar naar de V.S. geëmigreerde ex-Russen buiten beschouwing laten, is Haïti vermoedelijk het sterkste damland van de Amerika’s. Dat is het waarschijnlijk altijd al geweest.

Pas in 1960 kwam Haïti damtechnisch op de kaart. Het wereldkampioenschap van dat jaar kende voor het eerst een deelnemer uit dat land, ene Raymond Saint Fort. Men zag de onbekende Hispanjool als een outsider. Nadat de eindrangschikking was opgemaakt, wist men wel beter. Saint Fort moest weliswaar Sjtsjecholjew, Baby Sy en Koeperman voor laten gaan, maar met zijn vierde plaats gaf hij de Nederlandse cracks Jan Bom en Freek Gordijn (ook in onderlinge duels!) toch maar mooi het nakijken. Ook in 1964 was Saint Fort van de partij, overigens met een bescheiden klassering, maar daarna werd het rustig rond hem en het damland Haïti.

Die relatieve rust duurde tot 1974. Het jeugdwereldkampioenschap van dat jaar leek een strijd te zullen worden tussen de Nederlandse troeven Hans Jansen en Cor Hofstee en de favoriet van de Russen, Eduard Boezjinski.

Maar er was weer zo’n vermaledijde dammer uit Haïti van de partij. Zijn naam: Bernard Robillard. En natuurlijk, al in de eerste ronde werd hij strategisch weggetikt door Hofstee die vervolgens een Zetje van Weiss overzag. En Boezjinski kwam tegen hem een volle schijf voor, maar liet zijn prooi glippen met remise. Robillard won vervolgens gemakkelijk van de zwakkere deelnemers en bracht zodoende zijn land de eerste en tot nu toe enige damwereldtitel.

Weer werd het relatief stil rond damland Haïti. Tot het jaar 2003. Het land gaf te kennen het pan-Amerikaans kampioenschap te willen organiseren en deed dat ook. In een periode van politieke instabiliteit, waardoor helaas de Amerikanen meenden te moeten afzeggen, werd toch een aardig deelnemersveld op de been gebracht. Uiteindelijk werd het een tweestrijd tussen spelers uit het gastland: Anthony Alexandre en Louisceus Shang Wong. Eerstgenoemde behaalde de titel, beiden gaan door naar het WK.

Zwart: A. Alexandre - Wit: L. Marcos

 

1. 33-29, 18-22; 2. 32-27, 19-24; 3. 27x18, 24x33; 4. 38x29, 13x22; 5. 37-32, 14-19; 6. 29-24, 20x29; 7. 34x14, 10x19; 8. 41-37, 5-10; 9. 35-30, 10-14; 10. 30-25, 8-13; 11. 40-34, 12-18; 12. 34-29, 7-12; 13. 43-38, 19-23; 14. 39-33, 23x34; 15. 33-28, 22x33; 16. 38x40, 16-21(?!);

Geen enkele Nederlander die ooit op een jeugd- of subtoptraining heeft gezeten, zal een dergelijke zet zelfs maar overwégen. Maar de dammer uit Haïti speelt onbevangen en laat de eenheidsworst aan speelstijlen, die in het kikkerlandje hoogtij viert, aan zich voorbij gaan. (16-21) is in ieder geval een leuke zet.

17. 31-26, 1-7; 18. 37-31, 2-8; 19. 44-39, 11-16; 20. 39-33, 7-11; 21. 31-27, 18-23; 22. 33-29, 23x34; 23. 40x29, 12-18; 24. 45-40, 14-20; 25. 25x14, 9x20; 26. 42-38, 4-9; 27. 38-33, 13-19; 28. 40-34, 8-13; 29. 50-44, 9-14; 30. 48-43, 3-9; 31. 43-39, 20-25; 32. 47-42, 14-20; 33. 46-41, 20-24; 34. 29x20, 15x24; 35. 41-37, 24-30; 36. 44-40, 30-35; 37. 49-44, 19-24; 38. 34-29, 24-30; 39. 40-34, 13-19; 40. 37-31, 9-14; 41. 33-28, 14-20; 42. 42-37, . . .

Zie diagram.

 

 

Natuurlijk kan nu (19-24) 28-23 (24x33) 23x12 (17x8) 26x17 (11x22) 39x17 (30x50) 17-12 (8x17) 32-28 (50x22) 27x18 en winst voor zwart is een kwestie van tijd.

Maar de Coup Napoleon waarmee Alexandre de partij beslist, is eleganter.

42 . . .,19-23; 43. 28x19, 18-22; 44. 27x18, 21-27; 45. 32x12, 16-21; 46. 26x17, 11x33; 47. 39x28, 30x50; 48. 28-23, 50-45; 49. 23-18, 6-11; 50. 18-13, 45x1; 51. 13-9, 35-40; en de kampioen van Brazilië gaf zich snel gewonnen.

Terug naar damrubrieken