Eric
van Dusseldorp Wie
of wat is nu slimmer, de mens of de computer? Deze vraag leidt nog altijd tot
geanimeerde discussies tijdens feesten en partijen. De algemene conclusie is dan
doorgaans, dat de rekenkracht van de computer die van de mens duidelijk
overtreft, maar dat het stalen ros zich (nog) niet kan meten met de creativiteit
van de homo sapiens. En waarschijnlijk is dat, anno 2012, inderdaad nog steeds
een correcte vaststelling. Matches
tussen topschakers en -dammers aan de ene kant en computerprogramma’s aan de
andere kant krijgen in de regel meer dan gewone belangstelling. Het onderwerp
kunstmatige intelligentie is immers `hot`, en zeker niet alleen bij
denksporters. In
de damwereld hadden computerprogramma’s een stroeve start. Aan het einde van
de vorige eeuw echter won ‘Truus’ in een sneldampartij van Alexej Tsjizjow.
Truus, ontwikkeld door Stef Keetman uit Schagen, was toen het sterkste
damprogramma terwijl Tsjizjow op het moment van de bewuste partij de regerend
wereldkampioen was. Meer van dit soort overwinningen van damprogramma’s tegen
grootmeesters volgden elkaar daarna in rap tempo op. Er
werden matches georganiseerd met gewone bedenktijden. In 2001 won Afrikaans
kampioen Ndiaga Samb nipt van het sterke Franse programma Buggy: na een
winstpartij voor beiden in de reguliere match won de mens –vreemd genoeg- de
beslissende partij met versneld tempo. De indruk bestond, dat Samb op het finale
moment iets werd `gegund` door de programmeur en operator van het programma. Maar
het was de laatste keer dat een topspeler een tweekamp van de computer won. In
2002 verloor topspeler en -trainer Johan Krajenbrink met ruime cijfers van
Flits, een ander sterk Nederlands programma. Toegegeven, anti-computerfreak
Krajenbrink is niet de meest `handige`speler om tegen een programma te laten
spelen… Guntis Valneris, de wereldkampioen van 1994, deed het een jaar later
een stuk beter: tien remises in partijen waarin het evenwicht nergens werd
verbroken. In 2004 probeerde Jeroen van den Akker het nog een keer, maar na zijn
nederlaag, wederom tegen Flits, leek het over en uit voor wat betreft dammatches
tussen mens en computer. Tot…
2012. De organisatie van het damkampioenschap van Nederland bedacht een
bijzonder interessant nevenevenement in de vorm van een tweekamp tussen
ex-wereldkampioen Alexander Schwarzman en `Maximus`, de kersverse winnaar van
het open NK computerdammen. Volgens kenners staat Maximus, met zijn
zesstukkendatabase, ongeveer vierde op de virtuele wereldranglijst van
computerdamprogramma’s. Sowieso achter het vorstelijke Amerikaanse
‘Kingsrow’ (met de achtstukkendatabase!), maar vermoedelijk ook achter het
Franse Damy en het Nederlandse Damage. Maar voor de genoemde Truus, Buggy en
Flits. Maximus
is het geestelijke eigendom van de in Utrecht geboren Jan-Jaap van Horssen, die
het aanvankelijk eigenlijk alleen maar ontwikkelde om zijn zoontje Max ertegen
te laten spelen. Maar toen hij zelf de kracht van Maximus ontdekte, was er geen
houden meer aan, met als voorlopig hoogtepunt de match Schwarzman-Maximus. Van
Horssen stelde zich bescheiden op toen hem werd gevraagd naar de kansen van zijn
geesteskind. Wellicht een kleine nederlaag, dacht hij. En dat werd het ook: 7-5,
met vijf remises en een overwinning van de mens in de tweede partij. Wit:
A. Schwarzman – Zwart: Maximus
1. 32-28,
17-22; 2. 28x17, 12x21; 3. 31-26, 7-12; 4. 26x17, 12x21; 5. 37-32, 1-7; 6.
32-27, 21x32; 7. 38x27, 11-17; 8. 43-38, 18-22; 9. 27x18, 13x22; 10. 36-31,
9-13; 11. 41-37, 8-12; 12. 37-32, 12-18; 13. 46-41, 7-12; 14. 32-27, 17-21; 15.
49-43, 21x32; 16. 38x27, 16-21; 17. 27x16, 22-28; 18. 33x22, 18x36; 19. 41-37,
4-9; 20. 39-33, 19-23; 21. 37-32, 14-19; 22. 43-38, 10-14; 23. 42-37, 2-7; 24.
32-27!, 12-17; 25. 38-32, 17-21; 26. 35-30, 3-8?; Een belangrijk moment. Behalve misschien Hans Jansen zal geen menselijke dammer het opspelen van de kroonschijf in deze stand overwegen. Maar het rampzalige van deze zet komt pas na zo’n 15-20 zetten tot uiting en een mens, hoe zwak hij ook damt, weet dat. De computer evenwel, die concreet rekent, komt nog niet bij standen na 15-20 zetten. Zelfs Kingsrow wijst (3-8) zeker niet resoluut af. Door heel strak te spelen en gebruik te maken van de leegte op 3, gaat wit nu richting partijwinst. 27. 30-25,
5-10; 28. 48-42, 13-18; 29. 44-39, 20-24; 30. 40-35, 15-20; 31. 33-28, 21-26;
32. 39-33, 8-12; 33. 42-38, 10-15; 34. 50-44, 9-13; 35. 44-40, 23-29 (absoluut
gedwongen); 36. 34x23, 18x29; 37. 27-22, 6-11; 38. 22-17, 12x21; 39. 16x27,
7-12; 40. 27-22, 11-16; 41. 32-27, 12-17; 42. 22x11, 16x7; 43. 38-32, 29x38; 44.
32x43, 24-29?; De verliezende zet, maar o zo moeilijk te zien. Na liefst een
kwartier rekenen (had/nam Maximus ook zo veel tijd voor deze zet?) komt Kingsrow,
na aanvankelijk grote bedenkingen, plots met (13-18!) en uiteindelijk een zeer
moeilijke remise. Voor de diehards onder de lezers: (13-18!) 28-22 (7-11) 22x13
(19x8) 43-38 (8-13) 38-32 (13-18, Kingsrow maakt nu contact met de
achtstukkendatabase en concludeert: remise) 32-28 (24-29) 35-30 (18-23!!, dit
dubbeloffer komt totaal uit de lucht vallen) 28x10 (15x4) 25x14 (29-33) en wit
heeft geen winstplan. 45.
35-30, 20-24; 46. 40-35, 13-18; 47. 28-22, 18-23; 48. 22-17, 29-33; 49. 45-40,
23-28; 50. 27-21, 26-31; 51. 37x26, 28-32; 52. 43-39, 33x44; 53. 40x49, 32-37;
54. 21-16, 36-41; 55. 47x36, 37-42; 56. 49-43, 42-47; 57. 17-11, 47-33; 58.
11x2, 33-17; 59. 43-38, 17-12; 60. 2-11, en Jan-Jaap van Horssen trok bedroefd de stekker uit zijn
oogappel. Fraai en foutloos spel van Schwarzman! |