|
Beste sneldammer gaat goud winnen
Eric van Dusseldorp
Nog amper een week en dan begint in de Chinese hoofdstad Beijing de Moeder aller damtoernooien in het kader van de World Mind Sports Games, oftewel de Olympische Spelen van de klassieke denksporten. Wie gaat er met het goud vandoor? Die vraag is in absolute zin natuurlijk niet te beantwoorden. Maar in relatieve zin eigenlijk wel: het toernooi zal gewonnen worden door de BESTE SNELDAMMER van het gezelschap. Dat komt door de toernooivorm. De 150 deelnemers spelen eerst voorrondes volgens het Zwitsers systeem. De beste zestien spelers plaatsen zich voor de achtste finales waarna, tot en met de finale, het knock-outsysteem zal gelden. De dammers spelen dan één partij tegen elkaar en bij remise -en die uitslag is eerder regel dan uitzondering op dit niveau- wordt er net zolang gesneldamd tot er een beslissing valt. Het is duidelijk dat de Russen zich op dit toernooi veel beter voorbereid hebben dan de Nederlanders. Zo zijn er in april en mei van dit jaar in Rusland al drie nationale blitztoernooien afgewerkt, alle met een zeer sterke bezetting. Twee van de drie toernooien kenden een speeltempo van 5 minuten per partij plus 3 seconden per zet, het derde toernooi had een tempo van slechts 3 minuten plus 3 seconden per zet. De Nederlanders stelden daar haast niets tegenover. Nederlandse topspelers houden niet zo van sneldammen. De vraag is dus: wie van de Russen gaat het er met het goud vandoor? Regerend wereldkampioen Alexander Schwarzman, Alexander Georgiew, Alexej Tsjizjow of heel, heel misschien de grote outsider M. Amrilloew? Deze laatste won immers het laatste Russische blitztoernooi en hij won drie keer achter elkaar, in deze discipline, van ex-wereldkampioen Georgiew.
Maar dan moet Amrilloew het wel beter dan tegen Kevin Tsjoelkow in een van de eerdere blitztoernooien.
Wit: K. Tsjoelkow – Zwart: M. Amrilloew
Diagram. Zwart heeft al een schijf minder en na 46…, 28-32?; 47. 33-28!, 22x44; 48. 31x22, 18x27; 49. 29x7, 20x29; 50. 40x49, 29x40; 51. 35x44, 25x34; 52. 36-31, 27x36; 53. 44-39, 34x43; 54. 49x27 was alles voorbij. Elegant!
We komen terug op het raadseltje van twee weken geleden. ZIe diagram. Omdat de exacte winst voor een mens binnen redelijke termijn niet uit te rekenen valt, luidde de opdracht ook niet: wit begint en wint. Nee, er werd een beroep gedaan op het abstractiegevoel van de lezer. Een zeer zware computer had berekend dat er maar één zet wint, maar welk winstplan ligt daaraan ten grondslag? Een beetje naar het centrum schuiven, onder het mom van als je het niet weet dan ga je maar naar het midden. Een ander idee is om de schijven een beetje naast elkaar te houden, net zoals bij schapen tegen wolf, om te proberen de drie zwarte schijven -zwart heeft er tenslotte eentje minder- op te vangen. Een heel alternatief plan is om met de twee schijven 41 en 44 juist de randen op te zoeken. Dus 44-40, 40-35 en 41-36 in de eerste drie (of vier) zetten. Want die randschijven kunnen in een dammeneindspel (zwart zal toch een keer doorbreken, wellicht ten koste van een schijf) niet geslagen worden.
Maar plan of geen plan, de eerste zet is er een die je eigenlijk niet verwacht. 1.43-39!!,… Het is ondoenlijk alle varianten aan te geven. Daarom een leuk maar ook essentieel variantje. 1…, 14-20; 2. 41-37, 20-24; 3. 39-33, 12-17; 4. 33-28, 13-18; 5. 37-31, 18-22; 6. 28-23, 24-30A; 7. 44-39, 17-21; 8. 31-26 en nu op (21-27) 42-38 en op (30-34) 26x28 (34x43) 42-38!. A 6…, 17-21; 7. 31-26, 21-27; 8. 42-38, 24-29; 9. 23x34, 22-28; 10. 44-39, 28-32; 11. 26-21!, 32x43; 12. 39x48, 27x16.
Opmerking verdient nog dat na de openingszetten 43-39 (14-19) de zet 41-37 juist niet wint. Wit moet het dan hebben van 39-33! als tweede zet met een brij aan winstvarianten. Zo nauwsluitend is het allemaal!
De nieuwe opgave is van A. Bakumec uit Rusland. Zie diagram. Wit begint en wint.
|