De Problemist ook voor partijspelers

Eric van Dusseldorp

 

Veel dammers zijn met hun hobby begonnen na het oplossen van een probleem in een krant. Toch houden veel liefhebbers van het honderdruitenspel niet van damproblematiek: ze hebben grote moeite met beginstanden die in de meeste gevallen nooit uit een partij kunnen komen.

Om abonnees te winnen heeft de hoofdredactie van het vakblad De Problemist daarom iets slims bedacht: laat een (voormalige) topspeler een rubriek vullen met partijachtige standen.

Frans Hermelink, een van de sterkste Nederlandse dammers van de jaren zeventig, bleek bereid om tweemaandelijks een serie forcings -composities met één of meer dwangzetten- voor zijn rekening te nemen. En het resultaat mag er zijn. Een bloemlezing uit het februarinummer 2003.

 

In de diagramstand, een compositie van Arie van der Stoep, begint wit met 27-22! Na het gedwongen (7-12) gaat het geforceerd uit: 22-18 (12x23) 30-24 (19x39) 28x10 (39x28) 32x23 (9-14) 10x8 (2x13) 31-27 (11-17) 37-32 (26-31) 23-18 (13x22) 27x18 (17-22) 18x27 (31x22) 32-27 (22x31) 36x27. Misschien niet zo spectaculair, maar toch aardig om te zien dat zo’n keurig standje rustig naar de oppositie wandelt.

De tweede diagramstand is van de hand van Johan van den Boogaard, de huidige medewerker van de problemenrubriek in het bondsorgaan Het Damspel.

 

Wit wint door 23-18 (22-27) 28-23. In de traditionele problematiek noemt men dit een oneconomische meerslag, maar in het moeilijke genre van de partijproblematiek met forcings (ook wel ‘gebonden partijproblematiek genoemd’) tilt men niet aan dit bezwaar. (27x40) 23-19 (14x43) 33-29! (13x22) 50-45 (24x33) 45x12 (17x8) 26x48.

De volgende dia bevat een stukje taaie analyse. Een vraagstuk van Jaap Bus.

 

Oplossing: 37-32 (17-22AB) 32-28! (23x43) 42-38 (43x21) 26x10 (4x15) 47-41 (36x47) 50-45 (47x29) 45x12. Bus houdt ervan om zijn composities te laten uitmonden in een (lastig) eindspel: (22-27) 12-7 (27-31) 7-2 (9-14) 20x9 (3x14) 25-20 (14x25) 2-19 (15-20) 24x15 (25-30) 19x35 (31-37) 35-24 (37-41) 24-19 (41-47) 19-24 (47x20) 15x24

A (23-29) 33-28 (29-34) 38-33 (3-8) 20-15 (14-19) 42-38 (19x30) 28-23 (18x29) 33x44

B (3-8) 33-28 (4-10) 28x19 (14x23) 20-15 (10-14) 27-21 (23-28) 32x23 (18x20) 15x24 (13-18) 38-33 (17-22) 33-29 (8-13) 24-20 (13-19) 20-15 (40-45) 21-16 (12-17) 42-38, dreigt 47-41, 29-24 (9-13) 26-21 (17x26) 16-11 en wit gaat winnen.

 

De stand van het laatste diagram is het resultaat van een stukje samenwerking tussen Frans Hermelink en Arie van der Stoep. Het is duidelijk dat zwart na 30-25 in zeer grote problemen verkeert, temeer daar (20-24) wordt beantwoord met 34-29 (23x34) 39x19 (14x23) 43-38 (11-17) 44-39 (1-7) 39-34 en 33-28. In deze compositie draait het om de zwarte tegenactie. Oplossing: 30-25 (12-18) 33-28 (16-21!!) 27x7 (1x12) 28x19 (14x23) 25x5 (23-28) 32x23 (18x38) 39-33 (38x29) 5-14 en wit wint precies, bijvoorbeeld (12-17) 14-3 (17-22) 3-9 (22-28) 9-14 (28-33) 14-20 (29-34) 20x38 (34-40) 38-33 (40-45) 33-50.

Een jaarabonnement op De Problemist is mogelijk door 25 euro over te maken op giro 407690 t.n.v. Penningmeester Kring voor Damproblematiek, Rotterdam, uiteraard onder vermelding van naam en adres.

Bij het vraagstuk van Yushkewitch, rubriek 6 september, ontbrak een zwarte schijf op 40. Daarom nog eens de cijferstand: zwart: 7, 8, 9, 12, 13, 20, 21, 30, 31, 35, 36, 40 / wit: 22, 23, 28, 29, 32, 38, 43, 44, 47, 48, 50. Wit begint en wint.

Terug naar damrubrieken