Gecompliceerde problemen

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Drs. J. Bus is de huidige penningmeester van de FMJD (werelddambond) en daarnaast geniet hij de nodige bekendheid als damproblemist. Een proeve van bekwaamheid is te zien in het eerste diagram.

 

 

 

 

Wit wint door 49-43 (37x46) 28-22 (46x49) 22x4 (20x29) 15-10 (5x14) 47-41 (36x47) 4-9 (47x50) 9x2 (49x32) 26x17 (50x11) 2x49 (6-11) 49-44 (11-16) 44-49 (16-21) 49x16 (35-40) 16-11 (40-45) 11-50.

 

Van Bus ontving de redactie een gastbijdrage met origineel, nog niet eerder gepubliceerd materiaal. Een aardig verhaal rond twee fraaie damproblemen.

 

Het eerste probleem (zie diagram) is door twee problemisten gemaakt, n.l. door Jan van Tol en Jaap Bus.

 

 

 

 

Helaas heeft Jan van Tol de totstandkoming van deze compositie niet meer kunnen meemaken want hij is vorig jaar overleden. Maar hij heeft wel gezorgd voor het prachtige laatste deel van het probleem, dat op de hem eigen originele wijze tot een zeer bekend motief leidt. Het was hem echter ontgaan dat zijn vondst kon worden uitgebreid met een zeldzame manoeuvre in een stand waarin wit een schijf achter staat, maar wit ondanks dat en ondanks de verdedigingsmogelijkheden van zwart toch wint.

 

De oplossing gaat als volgt: 12-8 (3x12) 49-44 (40x49) 22-17 (49x13) 17x10 (5x14) 39-34!! nu volgt op (9-13) het nuchtere maar afdoende 23-18 (13x22) 24-19 (14x23) 29x27 Zwart ziet echter nog een kans dankzij de meerslagregel en speelt daarom (7-12!).  Hier had Jan van Tol echter het volgende op gevonden 23-19 (14x23) 25x3 (15-20!) 29x7 (20x40) 3-12! (zie diagram)

 

 

 

 

(40-45) 12-40!! (45x25) 7-2.

 

Het tweede probleem is van Jaap Bus alleen en heeft minder schijven dan het eerste, maar het is verrassend gecompliceerd. Zie diagram.

 

 

 

Voor de hand ligt om het zo te proberen: 37-31 (40x49) 17-11 (49x47) 11-7 (47x38) 22-18 (13x22) 35-30 (24x35) 7-2 (15x24) 2x40  (35x44) 50x17.  Een gave scherpe winst, maar zo moet het toch niet want zwart slaat geen (47x38) maar (28x17!) en dan lukt het na 7-1 (47x33) 1x3 (33-38) 20x29 (15-20) 3x25 (38-42) 25-20 (42-48) echt niet meer om te winnen.

Wit wint alleen door zwart nog meer keuzemogelijkheden te geven en wel door 17-12 te spelen. Slaat zwart nu (28x17) dan wint wit zoals een partijspeler het zou doen, via een bekend overmachtseindspel. Eerst komt 12x3 (40x49) 3x26. Nu verliest (49x32) natuurlijk door 37x28 (33x22) 35-30 (24x35) 36-31 en 31x43. Ook (49x27) is meteen uit en wel door 35-30 (24x35) 42-38 (33x31) 26x4 en 4x31. Maar zwart slaat uiteraard naar 16 en dan volgt na 42-38 (33x31) 26x4 (16-32) 20x29 (32x46) 29-24 en zwart kan niet meer verhinderen dat wit de volgende stand opbouwt: schijven op 24, 25, 35 en dam op 3. Wit speelt dan 25-20, de zwarte dam wordt van de hoofdlijn verdreven en zwart moet het opgeven. Heel eenvoudig nietwaar, als men weet hoe het moet.

Leuker, (in ieder geval gaat het sneller), om na te spelen zijn de overblijvende varianten. Na 17-12 (40x49) 12x3 (49x18) 42-38 (33x31) 41-37 (31x42) 35-30 (24x35) 3-14 (15x24) 14x12 is het overtuigend gewonnen. Blijft de hoofdvariant over: 17-12 (8x17) 22x11 (40x49) 37-31 (49x47) 11-7 (47x38) 35-30 (24x35) 7-2 (15x24) 2x40 (35x44) 50x28. Dat lijkt als twee druppels water op de schijnoplossing, maar  het is wel net even anders.

 

Het probleem zou bij de Douwes-wedstrijd van 2003 aan de opgave voldaan hebben en goed hebben kunnen meedoen. Maar Jaap Bus heeft een andere versie gestuurd, met behoorlijk succes, omdat volgens hem juryleden die veel problemen bij een wedstrijd moeten naspelen te moe worden om een gecompliceerd probleem nog te kunnen waarderen.

 

Terug naar damrubrieken