Een damboek aanschaffen. Zo’n dertig, veertig jaar geleden ging men daarvoor naar een boekhandel. Men kon daar publicaties aantreffen als ‘Strategie der honderd velden’ van de Bussumer J.F. Moser, ‘Dammen met Koeperman’ en het bekende prismaatje van R.C. Keller’. En niet te vergeten ‘Leer dammen’ van wijlen Philip de Schaap, een uitgave uit de destijds beroemde ‘Wenk’-reeks. Volgens veel dammers is dit het slechtste damboek aller tijden, maar ‘Leer dammen’ is tevens, met enkele tienduizenden exemplaren, het meest verkochte. . .

De oplages kwamen evenwel hoe langer hoe meer onder druk te staan. Verspreiding via boekwinkels bleek nauwelijks rendabel meer en het bondsbureau van de Koninklijke Nederlandse Dambond begon de taak van het verkopen van damliteratuur hoe langer hoe meer over te nemen.

Er verschenen nog steeds heel veel verschillende titels, meer dan ooit tevoren zelfs, maar de afzet per uitgave bleef dalen. Inmiddels werd er dikwijls afgezien van offsetdruk en overgegaan op printwerk. Uitgaves gebonden in mooie kaften werden zeldzaam.

Internet bleek uitkomst te bieden in een markt met aldoor dalende oplages. Een damboek hoeft tegenwoordig niet meer gedrukt en gebonden, of geprint en gehecht te worden. Maak een ‘pdf’ (een opgemaakt, digitaal bestand) van de publicatie en plaats het op een website zodat geïnteresseerden het kunnen downloaden en thuis (of op het werk) uitprinten.

Voordeel van deze werkwijze is dat een uitgave je niets kost. Nadeel is dat je er ook niets aan verdient. Maar dat gebeurde toch al niet met publicaties over dammen. Vermoedelijk was Jules Welling, schrijver van beroep, de laatste die iets overgehouden heeft aan een damboek. Hij liet ‘Ton Sijbrands, dammer’ in 1973 verschijnen en bleek daar uiteindelijk, volgens eigen zeggen, twee kwartjes per uur aan te hebben verdiend. . .

Een impressie uit ‘Het offer in de dampartij’ Zie diagram.

Damvirtuoos Wim de Jong is opmerkelijk vaak vertegenwoordigd in het boek. In de stand van diagram 1 dreigt wit met 25-20, 30-24, 39-33 etc. De zwartspeler trachtte zich uit een dreigende verstikking te redden met (18-22?) In plaats van het verwachte 27x18 sloeg de ex-kampioen van Nederland toe met 29x18! (22x31) 34-29! (13x22) 29-24 en zwart heeft geen verweer tegen 32-27.

Precies dezelfde spelers zien we aan het werk in het volgende diagram!

Wits laatste zet, in het boek wordt niet aangegeven welke, was een niet mis te verstane lokzet. Harry v.d. Vossen dacht zijn grote tegenstanders wel eens even te overrompelen: (16-21?) 27x16 (18-22) en de witte stand lijkt een drama. Koelbloeding ging De Jong echter verder met 39-33 en de aanvankelijke vreugde bij V.d. Vossen sloeg al snel om in verdriet. Zwart blijft een schijf achter omdat op zowel (24-29) als (24-30) na het slaan 31-26, 36x7 volgt en wit gaat winnen.

De oplossing van de vorige opgave van P. Kuijper (zwart: 1, 9, 11, 13, 16, 17, 21, 23, 28, 29, 31 / wit: 6, 25, 26, 30, 32, 35, 37, 38, 39, 43, 46) luidt: 393, 24, 30, 3, 27, 9, 17, 17 (21, 7) 21 (12) 17, 41. Een aardig probleem dat uiteindelijk in oppositie eindigt.

De nieuwe opgave is eveneens van P. Kuijper uit Hoorn. Wit begint en wint.