Opmerkelijke
parallel
Eric van Dusseldorp
De organisatie van het Wereldkampioenschap mag zich gelukkig prijzen met het aantrekken van een speler als Ton Sijbrands als deelnemer aan het inmiddels voorbije toernooi. De charismatische Muidenaar, die zich samen met de onlangs overleden Piet Roozenburg tot de belangrijkste Nederlandse dammers uit de geschiedenis mag rekenen, is, al zou hij al zijn partijen remise spelen, een publiekstrekker van jewelste. Maar het was zeker niet allemaal remise. Naast een aantal rustige partijen (om een understatement te gebruiken. . .) sloeg er in enkele duels behoorlijk de vlam in de pan. De inmiddels al roemruchte partij Sijbrands-Georgiev leek op een jongensboek-met-een-slechte-afloop. De ‘oude’ maestro leek nog één keer echt te willen vlammen en dat nog wel tegen de jonge en vitale wereldkampioen Alexander Georgiev. Doch helaas. . . de Rus bleek de onduidelijke stand na de damcombinatie beter getaxeerd dan wel berekend te hebben. Ook over het duel Gérard Jansen – Ton Sijbrands is het laatste woord nog niet gesproken. Er is in deze partij, uit de zevende ronde, iets heel vreemds aan de hand. Zwart: Ton Sijbrands – Wit: G. Jansen
1. 34-29, 20-25; 2. 40-34, 15-20; 3. 45-40, 10-15; 4. 32-28, 17-21; 5. 37-32, 5-10; 6. 50-45, 19-23; 7. 28x19, 13x24; 8. 32-28, 21-26; 9. 41-37, . . .
Jansen laat zich vrijwillig in de hekstelling nemen. Een moedige beslissing, daar de zwartspeler in deze variant zeer bedreven is. Na afloop van de partij bleek het ook een pijnlijke beslissing te zijn geweest. . . 9 . . ., 16-21; 10. 28-23, 11-16; 11. 47-41, 6-11; 12. 38-32, 11-17; 13. 43-38, 7-11; 14. 49-43, 1-6; 15. 32-27, 21x32; 16. 37x28, 26x37; 17. 41x32, 17-22; 18. 28x17, 12x21; 19. 23x12, 8x17; 20. 32-28, 9-13; 21. 36-31, 21-26; 22. 38-32, 26x37; 23. 42x31, 14-19; 24. 43-38, 10-14; 25. 46-41, 2-7; 26. 41-37, 4-9; 27. 48-42, 7-12; 28. 31-26, 3-8; 29. 37-31, . . .
De ruil die zwart nu neemt en waarmee de hekstelling wordt verbroken, is vaak een noodgreep na een mislukte strategie. In de meeste gevallen moet zwart dan, kampend met terreinnadeel, voor de remise vechten. Mede gelet op de situatie aan wits lange vleugel is er in dit geval echter sprake van een opmaat naar een glansrijke zege! 29 . . ., 24-30; 30. 35x24, 19x30; 31. 42-37, 30-35; 32. 29-24, 20x29; 33. 34x23, 13-19; 34. 40-34, 9-13; 35. 45-40, 15-20; 36. 23-18, 13x22; 37. 32-27, 12-18; Zwart heeft een schijf gewonnen. Omdat de stand nog niet duidelijk is, speelt wit terecht door. Ondanks taai verweer zit de remise er echter niet meer in. 38. 38-32, 8-13; 39. 34-29, 19-24; 40. 29-23, 18x38; 41. 27x9, 38x36; 42. 9-4, 14-19; 43. 40-34, 24-30; 44. 4-15, 19-23; 45. 15x21, 16x27; 46. 26-21, 27x16; 47. 28-23, 16-21; 48. 23-19, 21-27; 49. 19-14, 27-32; 50. 37x28, 36-41; en wit gaf het op. Prachtig berekend allemaal, was de algemene indruk na de partij. Totdat een bezoeker van de internetsite ‘Damweb Forum’ (een soort digitale verzamelhonk voor hangdammers) met de verrassende mededeling kwam dat Sijbrands de exacte stand van het derde diagram al ruim twee maanden eerder op het bord had gehad in een competitiepartij tegen Peter van der Stap! Zwart: P. van der Stap – Wit: Ton Sijbrands
1. 34-29, 20-25; 2. 40-34, 15-20; 3. 45-40, 10-15; 4. 32-28, 17-21; 5. 37-32, 5-10; 6. 50-45, 19-23; 7. 28x19, 13x24; 8. 32-28, 21-26; 9. 41-37, . . .
Tot zover identiek aan de vorige partij. Vanaf nu gaat het heel anders tot aan de stand van het volgende diagram. Dan blijkt de positie, na allerlei tempowisselingen in de partij en twee zetten ‘vroeger’, identiek aan Jansen-Sijbrands! 9 . . ., 11-17; 10. 37-32, 26x37; 11. 32x41, 17-22; 12. 28x17, 12x21; 13. 41-37, 7-12; 14. 37-32, 21-26; 15. 46-41, 9-13; 16. 41-37, 1-7; 17. 32-28, 18-22; 18. 28x17, 12x21; 19. 38-32, 14-19; 20. 43-38, 10-14; 21. 49-43, 7-11; 22. 32-28, 8-12; 23. 38-32, 2-8; 24. 43-38, 4-9; 25. 37-31, 26x37; 26. 42x31, 21-26; 27. 47-42, 26x37; 28. 42x31, 12-17; 29. 48-42, 8-12; 30. 31-26, 3-8; 31. 36-31, . . . Zie diagram!
31. . ., 24-30; 32. 35x24, 19x30; 33. 42-37, 30-35; 34. 29-24, 20x29; 35. 34x23, 13-19; 36. 40-34, 9-13; 37. 45-40, 15-20; 38. 23-18, 13x22; 39. 32-27, 12-18; Vanaf nu verdedigt Van der Stap zich wat minder taai dan Jansen, zonder dat er verschil is in het resultaat. 40. 37-32, 8-13; 41. 34-29, 19-24; 42. 40-34, 13-19; 43. 44-40, 35x44; 44. 39x50, 24-30; en wit gaf het op. |