Eric van Dusseldorp
Het persoonlijk kampioenschap van Rusland wordt sinds twee jaar in ruim een week afgewerkt. Dat blijkt goed mogelijk door op een aantal dagen twee partijen te spelen met een tempo dat iets hoger ligt dan gebruikelijk. Dat heeft een aantal voordelen. Een korter toernooi is makkelijker te organiseren en de kosten zijn lager waardoor het prijzengeld voor de spelers eventueel omhoog kan. En omdat dammen echt een sport wordt waarin uithoudingsvermogen een rol speelt vallen er meer beslissingen en is het toernooi in de media derhalve beter te verkopen.
In het begin waren de kanonnen Tsjizjow en Georgiew er niet zo voor, maar de rust lijkt intussen weergekeerd. Georgiew werd bovendien Russisch kampioen en dat is natuurlijk altijd goed voor het humeur. . .
Ook in Nederland is het aanvankelijk uit nood geboren experiment om 13 partijen in 9 dagen af te werken goed bevallen. De kans is groot dat een dergelijke verkorting van de NK-finale structureel wordt, althans daar wordt vandaag over vergaderd in de zogeheten ‘bondsraad’, het hoogste politieke orgaan binnen de Koninklijke Nederlandse Dambond.
Enkele fragmenten uit het Russisch kampioenschap.
Zwart: G. Kolesov – Wit: V. Varlamov
1. 34-30, 20-25; 2. 32-28, 25x34; 3. 39x30, 16-21; 4. 44-39, 21-26; 5. 37-32, 26x37; 6. 42x31, 15-20; 7. 41-37, 18-23; 8. 47-42, 12-18; 9. 31-27, 7-12; 10. 37-31, 20-24; 11. 46-41, 10-15; 12. 41-37, 14-20; 13. 49-44, 20-25??;
De Coup Philippe is een belangrijke combinatie in het damspel. R.C. Keller (‘Damboek’), Leen de Rooij (‘Damboek voor beginners’) en Iser Koeperman (‘Dammen met Koeperman’) hebben er niet voor niets uitgebreid aandacht aan besteed. Met (20-25?) vliegt de zwartspeler in een Coup Philippe die net iets anders is dan de getoonde slagzetten in de genoemde boekjes. Zie diagram.
14. 27-21!, . . . en het is niet moeilijk te zien dat zwart altijd een schijf gaat verliezen. Zo boekte de relatief zwakke V. Varlamov zijn enige overwinning.
Zwart: A. Tsjizjow – Wit: A. Georgiew
Zie diagram. Dit duel eindigde in een puntendeling maar het was zeker geen grootmeesterremise. Wereldkampioen Tsjizjow heeft solide opgebouwd naar een mij-kan-niets-gebeuren-stand terwijl Georgiew voluit voor de winst gaat en daartoe de nodige risico’s neemt.
36. 32-27,. . . Normaal is dit de lijfzet van de Haagse dammer Pertap Malahe. De latere kampioen roept er opmerkelijk veel spanningen mee op. 36. . ., 14-20; 37. 38-32, 17-22; 38. 43-38, 11-17; 39. 50-45, 20-24; 40. 42-37, 6-11; 41. 33-28 (!), . . . Een spetterend gambiet! 41. . ., 22x42; 42. 37x48, . . . Nu volgt op (17-22) 32-28! en op (24-29) 32-28, 34x14 en 14-10. Tsjizjow kan niets anders doen dan de gewonnen schijf terug te geven. 42. . ., 16-21!; 43. 27x7, 12x1; 44. 31-27, 8-12; 45. 48-42, 17-22; 46. 26-21, 22x31; 47. 36x27, . . . Er is sprake van een z.g. dynamisch evenwicht. Wit lijkt strategisch aan de leiding te gaan, maar in werkelijkheid stuurt zwart gemakkelijk op een ongeveer gelijkwaardige remise aan. 47. . ., 12-17; 48. 21x12, 18x7; 49. 27-22, 7-11; 50. 42-37, 1-6; 51. 37-31, 11-17; 52. 22x11, 6x17; 53. 32-27, 13-18; 54. 31-26, 17-22; 55. 27-21, 22-27; 56. 21x32, 18-22; 57. 32-27, 22x31; 58. 26x37, en de spelers kwamen remise overeen. Georgiew zou welhaast een plusje verdienen met zijn getoonde creativiteit.
De oplossing van de opgave van Haarlemmer A.P. de Zwart, rubriek van 3 juni j.l. (zwart: 8, 9, 12, 15, 16, 18, 19, 23, 24, 26, 29, 35 / wit: 25, 27, 28, 30, 31, 32, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45) luidt: 33, 282, 2, 20, 50, 21, 40, 5. Prachtig slagwerk gerealiseerd vanuit een mooie beginstand.
De nieuwe opgave is er een die de redactie al (te) lang in portefeuille heeft en sluit mooi aan op het vorige vraagstuk. Auteur is P. Kuijper uit Hoorn die de compositie had bedoeld als felicitatiegroet naar A.P. de Zwart ter gelegenheid van diens 85ste verjaardag op 29 november 2005. Zie diagram. Wit begint en wint.
|