Nederlandse damsters missen hardheid 

Eric van Dusseldorp 

Het Nederlands kampioenschap voor vrouwen, dat van 13 tot en met 19 december in Tilburg werd gehouden, stond opnieuw in het teken van de suprematie van damsters van Oost-Europese afkomst. Het verschil tussen ‘allochtone’ en ‘autochtone’ Nederlandse speelsters is er altijd geweest en het lijkt er niet op dat dit binnen afzienbare tijd zal veranderen. In Tilburg eindigden Nina Hoekman-Jankovskaja, Tanja Chub en Vitalia Doumesch met een straatlengte voorsprong (en overigens ook in deze volgorde) boven de overige zeven damsters die wel in Nederland zijn geboren en getogen.

Op Karen van Lith (inmiddels gestopt met het wedstrijdspel) en misschien een enkele andere damster na, heeft nog nimmer een in Nederland opgegroeide speelster zich kunnen meten met de (ex-)Oostblok-wereldtop. En dat terwijl de Nederlandsen toch haast allemaal op meisjestrainingen hebben gezeten, lid zijn of waren van de centrale vrouwentraining en niet zelden een persoonlijke coach hebben. Maar het niveauverschil in vergelijking met hun voormalig Russische, Wit-Russische en Oekraïense damvriendinnen hebben ze nooit kunnen dichten. 

Het verschil zit ‘m toch in de trainingen. In de befaamde damscholen in met name Rusland en Wit-Rusland (Minsk!) werd er geoefend in theorie en taktiek, maar ook in hardheid, psychologie en rekenen. Vooral heel veel rekenen. En geen remise geven als het wel remise zal worden, nee, het laatste (soms kinderachtige) foutje afwachten om de partij eventueel toch nog in je voordeel te kunnen beslissen. En dat is in de damhistorie al zo vaak gelukt. 

Een beetje tekenend is de partij tussen derde prijswinnares Vitalia Doumesh en Mariëlle Meijer-Kromhout.

Wit: V. Doumesh – Zwart: M. Meijer-Kromhout

 


Zie diagram.
Wit heeft niets bereikt, maar de zwartspeelster raakte na het gespeelde 33-28 onnodig in paniek en speelde, in plaats van gewoon (13-19), 50…, 24-30 (?); Nu was de tijdnood voorbij en er volgde 51. 28x8, 30x39; 52. 42-38!,… Naar dam lopen geeft een dammeneindspel met een schijf meer, maar de witspeelster heeft goed gezien dat wit geen winstkansen heeft door al dat losse materiaal op de linkerbordhelft. 52…, 3x12; 53. 38-33, 39x28; 54. 32x23,…
Een beetje mismoedig speelde de zwartspeelster nu maar 54… 6-11?; en kwam in een kansloos eindspel terecht. 55. 23-19, 11-17; 56. 19-14, 17-21; 57. 27-22, 12-18; 58. 22x13, 21-27; 59. 14-10, 27-31; 60. 37-32, 31-36; 61. 10-5, 36-41; 62. 13-9, 41-47; 63. 9-4, 47-24; 64. 32-28, 24-29; 65. 4-36, 29-34; 66. 36-27, 34-7; 67. 28-22, 7-12; 68. 27-36, 12-1; 69. 45-40,… en zwart gaf het op. Maar met iets meer hardheid had Mariëlle Meijer op de 54e zet het pittige zetje (12-17!) i.p.v. (6-11) toch wel kunnen vinden. Dus (12-17) 23-19 (16-21) 27x16 (17-22) 19-14 (22-27) 14-9 (27-31) 37-32 (31-36) 9-3 (36-41) 32-27 (41-47) 27-22 (26-31) en simpel remise want wit kan niet zowel de oversteek van schijf 31 als de ruilactie (47-29) en (6-11) verhinderen.

Wit: N. Hoekman-Jankovskaja – Zwart: H. Verheul

 


Zie diagram. Een grote fout besliste snel de partij. 24… 17-22?; 25. 37-32!, 22x31; 26. 42-37, 31x42; 27. 29-24, 20x29; 28. 33x24, 42x33; 29. 39x10 en de latere kampioene had er twee punten bij.

Wit: M. Koers – Zwart: V. Doumesh

 

Zie diagram. Zwart domineert het spel, maar na het gespeelde (18-22?) had wit niet moeten vervolgen met 43. 33-29? doch met 31-27! (22x42) 33-28! (42x35) 28x6 en zwart kan ternauwernood remise maken met (7-11) en (15-20).

Wit: N. Hoekman – Zwart: M. Koers

 


Zie diagram. Gespeeld was (15-20?). Zwart staat sowieso niet al te best, maar de schijven konden wel erg snel in het doosje na 32. 28-23, 19x37; 33. 38-33, 29x38; 34. 48-43, 38x49; 35. 39-34, 49x21; 36.26x10.


Terug naar damrubrieken