Stevige kost op eindspel-WK

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Wereldkampioenschappen. Ze worden tegenwoordig in overvloed gehouden. Voor mannen, vrouwen, jongen en meisjes, in zowat alle denkbare leeftijdscategorieën.

 

Ook de wereld van de damcompositie heeft zich inmiddels niet onbetuigd gelaten. Enkele jaren geleden werd het eerste wereldkampioenschap damproblematiek gehouden met de Oekraïner B. Fedorov als verrassende winnaar. Afgelopen week werd de uitslag van het eerste WK eindspelcompositie bekend. En we hebben weer een nieuwe damwereldkampioen: A. Fedoroek uit Rusland.

 

Eigenlijk deed de Nederlander Johan Bastiaannet, die het zilver won, het nauwelijks slechter dan Fedoroek. De Amsterdammer won twee van de drie categorieën, maar het verschil dat de Rus in categorie C wist te maken, bracht de beslissing.

 

In deze rubriek worden de twee winnende composities van de categorieën A en C getoond. Drie opmerkingen: in de wereld van de problematiek en de eindspelstudies wordt de z.g. verkorte notatie gebruikt. Dat wil zeggen: alleen het veld van aankomst wordt genoteerd. Alleen als er meer mogelijkheden daartoe zijn wordt de gehele zet opgeschreven (en in ons land is 282 ook wel gebruikelijk als 28-22 wordt bedoeld).

Voorts is een mooie eindspelwinst absoluut niet voldoende om hoog te eindigen. Sterker nog: het is bij eindspelstudies ten behoeve van kampioenschappen verplicht om minstens twee scherpe (economische) varianten te hebben. In werkelijkheid komt een compositie er amper aan te pas wanneer zij niet minimaal vijf of zes varianten (of liever nog meer) heeft. Omdat de schoonheid van een variant ook nog meeweegt in de beoordeling, is het nog nèt niet zo dat het eindspel met de meeste vertakkingen wint.

Tenslotte: ook ‘ZYX-varianten’ kunnen punten opleveren, mits er sprake is van een zekere scherpte. Het gaat hier om ‘schijnoplossingen’, varianten die net niet winnen dankzij een scherpe verdediging.

 

De lezer mag oordelen over de winnende composities in de categorieën A en C.. Het is -bij wijze van uitzondering in deze rubriek- eens (zeer) stevige kost.

 

Diagram 1. Auteur: J. Bastiaannet. De volledige oplossing:

 

 
   
 

 

1 (40AB) 45 (31a) 27 Z1 Z2, 1 (21) 6 (27C) 39/50 (32) 33 (37) 47+ A(39) 11, 48 (40) 39 (45D) 6 (31E) 27, 50+ B(21) 6, 44 (31F) 27, 8/3 (40) 17 (45) 50+ C(16) 39/50 (27) 28+ D(31) 27, 17/6 (45) 50+ E(50) 32-28+ F(18) 27 (23) 6 (31G) 36 (40) 31 (45) 27 (50) 272+ G(29) 21, 24/15 (40) 33 (45) 50+ Z1= 1 (21z1z2) 37 (39) 12 (44Z3) 21(50)= Z2= 11, 1 (37Z4Z5Z6) 41 (39Z7)= Z3(43) 21+ Z4(36) 28, 23+ Z5(38) 43 (37) 23 (42) 38+ Z6(39) 27, 1 (43/44) 48/50+ Z7(38) 34 (42) 37+ a(39) 1 (43) 11 (48)+ z1(37) 41 (21) 26 (39) 40 (43) 49+ z2(36) 11, 47+  We zien in de hoofdvariant een bekend motief van Mantel verschijnen, maar het gaat, nogmaals, om de combinatie met de vele andere varianten.

 

Diagram 2. Auteur: A. Fedoroek.

 

 

 

38 (22-28) 49Z,Z1 (29-33Aa) 7 Z2 (39) 2 Z3 (32B) 27 (44) 27-13, 49+ A (30) 50 (29-33b) 45 (39) 7Z4 (24D) 11Z5 (33) 32 (29EF) 2 (35) 11 (34) 23 (38G) 50 (35-40 H H1) 45 (42/43) 29, 47/48+ B (33) 35Z6 (43C) 30, 49+ C(38) 30, 16/32 (40) 11 (45) 50+ D(32) 16/27 (44) 40, 7 (23) 25 (40) 39 (45) 50+ E(34) 2 (29J) 11 (40) 32-28, 35 (33) 30 (38) 48+ F(35) 6 (30E1) 23 (40) 45 (38) 50 (43H2) 39+ G(35-40) 32-28, 35 (39) 49+  H(42) 40, 47+

H1(43) 40, 48+ J(40) 49+ E1(40) 32-28+ H2(42) 34, 47+ Z=43 (28-33) 40z (30) 25 (38) 48Z7 (33) 18 (39) 2/13 (42/43)= Z1=50 (30) 2/13 (32) 35 (37)= Z2=12 (39) 7 (30) 34 Z8 (43, 39)= Z3=11 (33) 2 (38y) 14 (30y1) 35 (43)= Z4=12 (24) 7 (33y2) 11 (34) 6 (30) 32 (43) 48 (40) 25 (45)= Z5=34 (44y3) 35, 32 (44)= Z6=27 (44) 27-13, 49 (39)= Z7=20 (33) 18 (24y4, 24)= Z8=2 (32) 35 (37)= y(44) 35 (29) 30 (38) 34+ y1(29) 23, 7 (22) 11+ y2(35) 11 (33) 32, Variant A. y3(43) 19+ y4(39) 42/47 (43) 38, 4+ y5(44) 40, 29+ a(28-33) 50 (28) 39, 32/46+ b(35) 17/11 (34) 8 (34-40) 30+ z=50 (34) 6 (40)=  bijv.  50y (45) 32 (30) 38 (35) 38-33 (40) 20 (29) 33 (44, 24, 50)=  y=38 (30) 20 (35) 50 (45) 38 (28) 6 (50) 29 (24, 45)=
 

Terug naar damrubrieken