Slim
quadrupeloffer in titelbarrage door
Eric van Dusseldorp Damvereniging
Huissen (tegenwoordig VBI Huissen) is een fenomeen. Het is de enige club
in Nederland die al drie generaties aan de top staat. Het eerste
landskampioenschap werd in 1960 binnengehaald en er zouden er, verspreid
over meer dan een halve eeuw, nog vele volgen. In het afgelopen seizoen
was het weer raak. Aanvankelijk leek het er helemaal niet op dat het
Gelderse team zich zelfs maar in de strijd zou gaan mengen voor de hoogste
plek, maar na een reeks overwinningen in de tweede helft van het seizoen
en een misstap van kampioenskandidaat Mo&Z Volendam werd een barrage
afgedwongen met datzelfde Mo&Z Volendam en Apeldoorn. Het beloofde een
zinderende herkamp te worden, maar eigenlijk werd het dat niet. VBI
Huissen won verrassend met zeer grote cijfers (14-6) van beide
concurrenten, zodat de kampioensbeker voor de zoveelste keer in de
historie naar de Betuwse dammers ging. Van
alle topclubs vormt VBI Huissen het meeste een team
waarbij spelers zich aan elkaar lijken op te trekken. Vooral bij
thuiswedstrijden, in het bij dammers beroemde en beruchte Koelhuis (zonder
uitzondering uitgesproken als Koelhuus), blijken spelers die nog geen
rating van 1200 hebben, opeens boven hun niveau te spelen en belangrijke
punten binnen te kunnen halen. De club heeft ook altijd een bloeiende
jeugdafdeling gehad, er worden fanatiek trainingen gegeven en bij
belangrijke wedstrijden lijkt het hele stadje mee te leven. Enkele
fragmenten uit de beslissende wedstrijd tegen Mo&Z Volendam. Wit: A. Getmanski – Zwart: G. Valneris
Zie
diagram. Twee huurlingen tegen elkaar. Je zou een snelle remise
verwachten, maar de voor Huissen uitkomende Let Guntis Valneris had er
echt zin in. Zijn tegenstander Alexander Getmanski, toch echt niet de
eerste de beste, kreeg gedurende partij eigenlijk nooit helemaal gelijk
spel. In de diagramstand is het nog remise, maar niet na het gespeelde 56.
36-31??,… Natuurlijk is dit de vingerzet, maar niet altijd zijn
vingerzetten de beste. Remise is 38-32! met na (29-33 – de enige
serieuze winstkans) 44-40!, en wat zwart ook probeert, steeds maakt wit
remise. Kennelijk
heeft de Rus zich in het partijverloop ergens deerlijk vergist. 56…, 29-34;
57. 38-32, 30-35; 58. 32-28,
34-40; 59. 28-23, 40x49;
60. 23-19, 49-32; 61. 19-13,
32-14; 62. 13-8, 7-12;
63. 8x17, 14-23; en
wit gaf het op. Wit: A. Baljakin – Zwart: B. Provoost
Zie
diagram. Wit dreigt snel door te breken aan de rechterkant van het bord,
terwijl zwart aan de andere kant nog lang niet zover is. De zwartspeler
analyseert kennelijk vaak met Kingsrow, want hij vond een curieuze
verdediging. Een alternatief is gewoon doorspelen met (21-27), dat bij
goed spel eveneens nipt remise wordt. 44…,
14-20!!?; 45. 15x33, 32-38;
Na dit quadrupeloffer (of viergever, naar de naam van een bekende
Nederlandse problemist) neemt wit zijn beste kans waar. 46. 33-28,
38x36, 47. 28-22, 21-27?,… Vermoedelijk in tijdnood gespeeld. Remise
is de inlas (6-11). Bijvoorbeeld 30-24 (21-27!) 22x31 (36x27) en nu levert
het dammetje niks op. In de partij is het wel uit. 48. 22x31, 36x27;
49. 37-32 en Provoost wachtte de rest niet meer af. Oplossing
van de vorige opgave (P. Kuijper): wit:
20, 31, 32, 33, 37, 38, 39, 40,
42, 44, 46, 49 / zwart: 7, 8, 9, 10, 12, 13, 19, 21, 22, 23, 28, 41: Wit wint door 20-14 (9x20)
31-27 (22x31) 37x17 (28x48) 46x37 (48x45) 44-39 (12x21) 39-34 (45x29)
33x4. Er staat nu een groot motief op het bord. Zwart lijkt snel te
verliezen, maar er is nog een sluwe verdediging waardoor in ieder geval
nog de damlijn bereikt wordt. De nieuwe opgave is een inzending voor het WK problematiek 2012 van de Litouwer R. Mackevičius. Zie diagram. Wit begint en wint. De oplossing loopt op rolletjes en voor geoefende dammers is het wellicht mogelijk om deze vanaf het diagram te visualiseren.
|