Curieuze
wereldrecords
Eric van Dusseldorp
Het was 1994. In een toernooi in Dakar (Senegal) traden twee Libanese dammers tegen elkaar in het strijdperk. De twee naamgenoten maakten er een hoogst opmerkelijk potje van.
Zwart: A. Hassan - Wit: Y. Hassan 1. 34-29, 19-23; 2. 39-34, 14-19; 3. 33-28, 20-25; 4. 38-33, 15-20; 5. 42-38, 17-21; 6. 31-26?, . . . Het duel is amper begonnen, de basisschijven staan nog op hun plaats en toch is er al een damzet mogelijk. 6 . . ., 18-22; 7. 29x27, 20-24; 8. 26x17, 11x42; 9. 48x37, 24-30; 10. 35x24, 19x48, . . . en wit gaf het op. En zo bleken de heren een damwereldrecord te hebben gevestigd. Een dam op bezet veld na de zesde zet van wit, het zal toch nooit eerder zijn voorgekomen. Het lijkt zelfs lastig om een kunstmatige partij te componeren waarin een dergelijke combinatie al na vijf zetten mogelijk is. Onlangs stelde een grappenmaker op een internetforum voor dammers de vraag hoe je met vijf dammen een eenzame vijandelijke dam kunt afvangen. Flauw natuurlijk, iedere dammer weet dat vier dammen genoeg zijn voor een winnende vangstelling. De reactie die volgde luidde dan ook: offer een dam en bouw met de overige dammen een vang op. Toch vroeg een andere prikbordlezer zich hardop af of er ook standen zijn waarin vijf dammen tegen één niet gewonnen zijn. Het antwoord werd door een andere lezer snel gegeven: ja dat kan en het werd aangetoond met een diagram. Zes tegen één? Een remisepositie verscheen binnen enkele minuten op het forum. Zeven tegen één? Roept u maar . . . Uiteindelijk toonde Jan Pieter Drost uit Amsterdam aan dat er nog een stelling mogelijk is waarin één dam nog remise maakt tegen negen soortgenoten. Zie diagram.
Wat wit ook probeert, zwart slaat altijd genoeg schijven voor de remise. Jan Pieter toonde ook aan dat de laatste zet van zwart te verklaren is. Zwart heeft zojuist 6x48 geslagen. Met een schijf natuurlijk. Curieus is het wereldrecord zo-snel-mogelijk-je-stukken-kwijtraken. Nederlander Vic Voskuil kwam tot de volgende kunstmatige partij:
1. 32-28, 17-22; 2. 28x17, 11x22; 3. 38-32, 6-11; 4. 32-28, 16-21; 5. 28x6, 12-17; 6. 33-29, 7-11; 7. 35-30, 1-7; 8. 29-24, 20x29; 9. 34x1, 15-20; 10. 1-7, 13-18; 11. 7x15, 2-7; 12. 6-1, 9-13; 13. 1x20, 4-9; 14. 15x11, 5-10; 15. 11-2, 3-9; 16. 2x15, . . . Erg aardig, maar je zult zo’n zwartspeler maar in je team hebben! In de wereld van de damproblematiek zijn ook allerlei records denkbaar. Ir. J. Viergever slaagt erin om vanuit een schijvenstand in totaal zes dammen te laten rondtoeren. Zie diagram.
Wit wint door 7-2
(38x49) 2-19 (18x7) 11x2 (22x11) 16x7 (26x17) 19-24 (1x12) 48-43 (49x38)
24x42 (37x48) 6-1 (48x30) 1x40 (35x44) 2x8 (3x12) 14x3 (25x14) 3x10
(5x14) 50-44. In de aanvangstand wint 30 niet. De oplossing van het vraagstuk van drs. J.Bus, rubriek 15 november (zwart: 6, 7, 9, 11, 12, 13, 14, 18, 25, 37 / wit: 20, 21, 23, 29, 30, 33, 34, 38, 39, 40, 48): Wit wint door: 17 (22A) 294, 23, 34, 42, 28, 3, 16. A (21) 1 (41) 1-23. De nieuwe opgave blijft in de sfeer van deze rubriek. Het wereldrecord ‘damprobleem met de meeste schijven in de beginstand’ staat vermoedelijk niet scherp. Er bestaat een 21x21 van Leo Faber, maar die is bijoplosbaar. Bij een 21x20 van dezelfde auteur mag wit gelijk beginnen met slaan. . . Eén van de mooiste ‘zeer grote problemen’ is de stand van diagram 3. Auteur: wijlen A. Miedema, een destijds in Londen wonende Nederlander. Wit begint en wint.
|