Marino Barkel mist prachtkans

Eric van Dusseldorp

 

Het is een publiek geheim dat veel topspelers liever een wat bangige, defensief ingestelde tegenstander hebben dan een opportunist die onvervaard de aanval zoekt. In het eerste geval gaat de puntenmachine dikwijls als vanzelf draaien, in het andere geval zal er juist veel moeten worden gerekend en geďmproviseerd.

Dat ondervond de Wit-Rus Alexander Baljakin in zijn competitiepartij tegen Marino Barkel (Huissen-Witte van Moort Westerhaar). De Overijsselaar trakteerde zijn grote tegenstander (qua score is Baljakin door de bank genomen de meest succesvolle speler uit de Nederlandse competitie) op een vlijmscherp nieuwtje. De ex-Oostblokdammer reageerde uiteraard ook scherp -dat was hij aan zijn stand verplicht- en er ontstond een heftige strijd die uiteindelijk in een gelijkwaardige remise zou eindigen. Maar hoe anders had het kunnen aflopen als Barkel een prachtige en voor hem winnende combinatie had onderkend. . .

 

Zwart: A. Baljakin – Wit: M. Barkel

1. 32-28, 18-23; 2. 38-32, 17-21; 3. 31-27, 11-17; 4. 43-38, 21-26; 5. 49-43, 6-11; 6. 34-29, . . .

Heel ander spel ontstaat na 37-31 (26x37) 42x31 (23-29) gevolgd door (17-22) etc.

6. . ., 23x34; 7. 40x29, 20-25; 8. 28-23(!), 19x28; 9. 32x23, . . .

De witspeler had deze originele voortzetting een maand eerder geďntroduceerd tegen ex-NK-finalist Paul Oudshoorn. Die riposteerde nogal flauw met (14-19) 23x14 (10x19). Baljakin pakt de handschoen natuurlijk wčl op.

9 . . ., 15-20; 10. 35-30, 25x34; 11. 29x40, 20-24; 12. 37-31, 26x37; 13. 41x32, 17-21; 14. 46-41, 21-26; 15. 41-37, 10-15; 16. 39-34, 5-10; 17. 44-39, 15-20; 18. 50-44, 10-15; 19. 33-29, 24x33; 20. 39x28, 13-19; 21. 38-33, 20-24; 22. 42-38, 8-13; 23. 44-39, 13-18; 24. 47-42, 18x29; 25. 34x23, 9-13; 26. 39-34, 15-20; 27. 34-29, 13-18; 28. 40-35, 3-8; 29. 45-40, 1-6; 30. 43-39, 11-17;

Inmiddels moet wit wel een beetje spitsroeden lopen. Er dreigt (26-31) 37x26 (17-22) terwijl na 27-22 (18x27) 32x21 (16x27) 37-31 (26x37) 42x11 (6x17) de dreiging (17-22) beslist. Maar wit beschikt nog over een goede voortzetting.

31. 27-21!, 16x27; 32. 32x21, 4-10; 33. 39-34! (dreigt 28-22!), 10-15; 34. 34-30, 7-11; 35. 21-16, 2-7? Geboden was hier (17-22) en na alle slagen volgt 40-34 en 35x15 met gelijkspel.

 

Het partijverloop lijkt bijna geforceerd. Na afloop van de partij werd evenwel ontdekt dat wit op prachtige wijze had kunnen winnen: 28-22! (17x39a) 37-32! (19x37 meerslag) 30x10 (15x4) 42x31 (26x37) 38-32 (37x28) 29-24 (20x29) 40-34 (29x40) 35x2 en het eindspelletje na (11-17), (12-17) en (6x17) wint precies.

Op a(19x39) wint 30x10 (18x27) en nu lijkt wit nergens te komen. Na damhalen volgt immers (27-31), (17-22) en (12x45). Toch is er nog een fraaie winst mogelijk: 29-23 (15x4) 37-31 (26x37) 42x22 (17x19) 40-34 (39x30) 35x2 met winst.

36. 37-31?, 26x37; 37. 42x31, 17-22; 38. 28x17, 19x39; 39. 30x10, 15x4; 40. 38-32, 11x22; 41. 40-34, 39x30; 42. 35x15, 8-13; 43. 48-43, 13-19; 44. 43-39, 6-11; 45. 31-26, 11-17; 46. 36-31, 7-11; 47. 16x7, 12x1; en de spelers kwamen remise overeen.

Een fragment uit de wedstrijd De Oldehove-Nijverdal.

 

Zwart: K.H. Leijenaar – Wit: J. Groeneveld.

Na 26. 37-32, . . . volgde een combinatie met twee variantjes: 26. . .24-29; 27. 33x24, 19x30; 28. 35x24, 13-19; 29. 24x4, 15-20; 30. 4x22, 17x48; en wit gaf het op. Na 28. 25x34, volgt 7-12; 29. 16x7, 23-28; 30. 32x23, 18x49; 31. 7x18, 13x31.

De oplossing van de opgave van vorige week, auteur: J.A.J. Wortman

(zwart: 7, 12, 17, 19, 23, 25, 28, 29, 34, 36 / wit: 16, 30, 32, 39, 42, 43, 45, 46, 48, 49, 50) luidt: 42-38 (28x37) 48-42 (37x48) 46-41 (36x47) 16-11 (47x44) 11x2 (48x39) 2x11 (39x6) 49x7 (25x34) 45-40 (34x45) 7-1 (6-28) 50-44 (28x50) 1-6 met opsluiting. Prachtig!

De nieuwe opgave is er weer een van drs. J. Bus. Wit begint en wint.

 

Terug naar damrubrieken