Eric van Dusseldorp
Het is weer tijd voor de traditionele kerstoploswedstrijd, die jaarlijks door de Kring voor Damproblematiek wordt georganiseerd.
Dit jaar wordt er een viertal problemen ter oplossing aangeboden van Martin van Dijk. Van Dijk houdt zich al meer dan 50 jaar bezig met de damproblematiek en eindspelcompositie en heeft daarnaast een damrubriek in het Reformatorisch Dagblad. De voorkeur van Van Dijk gaat uit naar aangename standen met een goede kleurscheiding. Een fraai probleem van hem uit de oude doos, in cijferstand. Wit: 24, 29, 30, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 41, 43, 44, 48 / Zwart: 7, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 27, 28, 32. Oplossing: 29-23 (18x49) 37-31 (27x47) 38x20 (49x29) 24x2 (25x43) 48x39 (15x24) 39-33 (47x29) 35-30 (24x35) 2x16 (35-40) 16-11 (40-45) 11-50. Mooi slagwerk vanuit een prachtige beginstand. Of neem deze: Wit: 15, 24, 29, 30, 34, 36, 38, 39, 42, 43, 44, 47 / Zwart: 7, 8, 13, 14, 17, 18, 19, 22, 25, 27, 31, 37. Oplossing: 29-23 (18x49) 38-32 (49x20) 32x1 (25x43) 36x9 (37x48) 15x2 (14x3) 47-42 (48x31) 2-8 (3x12) 1x26. Vanuit een mooie stand verschijnen twee witte dammen op de plank. Fraai is ook wits tweede zet.
Wat naast het kenmerk van de goede kleurscheiding vaak terugkomt in zijn composities is de tegenactie van zwart via een combinatie die gedoemd is in schoonheid te sterven. Dit laatste zien we ook terug in de vier bijgevoegde problemen.
De eerste compositie start met eenvoudig slagwerk, waarna een eindspelletje volgt waarin twee varianten mogelijk zijn. In de eerste variant heeft wit na negen zetten een vangstelling gereed en in de tweede variant is het eveneens in negen zetten uit. De tweede opgave is iets lastiger, maar nog steeds goed te doen. Na de tegenactie van zwart is het opletten in het eindspel, anders ontsnapt zwart nog naar remise. Bij een correcte spelgang is het pleit in tien zetten beslecht. De stand van het derde probleem mag er zijn, evenals de ontleding. Aan het begin is er enige dwang en als zwart in de tegenactie niet wegloopt, want dan is het direct gewonnen voor wit, komt er een geraffineerd eindspelletje op het bord dat door wit correct behandeld moet worden anders loopt het alsnog remise. Na twaalf zetten is het eenduidig gewonnen voor wit. Bij de vierde opgave zal zwart na de witte aanval een tegenactie initiëren. Na twaalf zetten mondt het probleem uit in een slotstand waarin zwart op fraaie wijze is klemgezet.
Voor de lezer zijn hier de diagrammen -ter controle- ook nog in cijferstand. Opgave 1: wit: 26, 27, 34, 36, 37 43 / zwart: 15, 16, 18, 19, 25, 30 Opgave 2: wit: 21, 26, 27, 29, 33, 34, 35, 43 / 10, 12, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 25 Opgave 3: wit: 15, 26, 33, 34, 36, 38, 42, 49 / zwart: 4, 10, 13, 17, 21, 22, 24, 28 Opgave 4: wit: 27, 28, 30, 31, 32, 33, 34, 37, 38, 45 / zwart: 7, 8, 10, 12, 13, 14, 19, 23, 25, 26
Onder de inzenders worden geldprijzen verloot van resp. 50, 40 en 30 euro. Daarnaast worden er vijf jaarabonnementen op De Problemist beschikbaar gesteld. Oplossingen dienen voor 15 januari te worden ingezonden naar A. Schokker, Lomondlaan 18, 1060 PL Amsterdam. E-mail: zaschokker@hotmail.com
Ook als niet alle oplossingen gevonden worden kan men bevindingen insturen en meedingen naar de beschikbaar gestelde prijzen. De Problemist richt zich namelijk niet alleen op de ervaren oplossers, maar ook op beginnende oplossers en problemisten.
|