Blinddammen... het is toch een discipline apart. Dat moet Alexander Schwarzmann gedacht hebben toen hij de stand van diagram 1 remise moest geven. En dat tegen aartsrivaal Alexej Tsjizjow.

Het was een partij uit de eerste ronde van het (officieuze) WK blinddammen, georganiseerd door het Schiedamse assurantiekantoor Van Stigt Thans. In een prachtig duel had de Moskoviet, zonder bord en schijven te zien, zijn rivaal compleet weggespeeld en eigenlijk verwachtten de toeschouwers dat Tsjizjow zou opgeven. Dat had de grootmeester uit het Russische Izjevsk in een normaal duel zeker ook gedaan. Maar dit is blinddammen en dan is de kans dat je je de exacte positie niet meer kunt herinneren natuurlijk altijd aanwezig.

En dat was Schwarzmann nu net overkomen. De exacte positie van een van zijn dammen was hij vergeten. Het wedstrijdreglement schreef voor dat een speler tweemaal een onreglementaire zet mag doen zonder de partij te verliezen. Schwarzmann tastte twee keer mis en bood toen remise aan. Na een derde fout zou hij de partij zelfs verliezen. Tsjizjow had nu eventueel ‘smerig spel’ kunnen overwegen en het remiseaanbod kunnen afslaan. Maar gelukkig gaf hij direct remise. Zwart staat huizenhoog gewonnen als hij zijn dammen op bijvoorbeeld 1, 12, 16 en 17 posteert. Als de witte dam op 2 staat kan (12-18).

Aan het dramatische slot was een boeiend begin voorafgegaan. De partij.

Tsjizjow laat zich in deze partij niet onbetuigd en kiest voor een openingsvariant die op zijn minst als verdacht te boek staat, maar die steevast leidt tot gecompliceerde stellingen. Wellicht speculeert hij erop dat zijn opponent in deze blindpartij het spoor bijster zou raken.

1. . ., 19-23; 2. 36-31, 14-19; 3. 41-36, 10-14; 4. 46-41, 5-10; 5. 31-27, 20-24; 6. 36-31, 15-20; 7. 33-28, 10-15; 8. 39-33, 17-21; 9. 26x17, 11x22; 10. 28x17, 12x21; 11. 33-28, 21-26; 12. 38-33, 6-11; 13. 42-38, 11-17; 14. 41-36, 17-21; 15. 47-42, 8-12; 16. 44-39, 2-8; 17. 34-30, 7-11; 18. 30-25, 12-17; 19. 39-34?, . . . Iets beter is wellicht 40-34 waarna wit een zware positie blijft houden. Het kan heel goed zijn dat wit na 39-34 in hogere zin al verloren staat.

19. . ., 1-6 !

Ook (17-22) 28x6 (24-30) 35x24 (19x28) is een redelijk goede mogelijkheid. In de gecompliceerde positie die dan ontstaat, lijkt zwarts schijf op 28 in gevaar te zijn, maar door allerlei finesses is deze toch te houden. Schwarzmann gaat evenwel voor groter wild.

20. 34-29, 23x34; 21. 40x29, 17-22; 22. 28x17, 11x22; 23. 50-44, 6-11; 24. 44-39, 8-12; 25. 49-44, 3-8; 26. 45-40, 4-10; 27. 40-34, 24-30; 28. 35x24, 19x30; Regelrecht stevent de zwartspeler af op een winnende positie.

29. 44-40, . . . (30-35) wordt beantwoord door de meerslag 33-28 (35x24) 28x6. Maar zwart vervolgt de strijd met een in de damgeschiedenis nog nooit vertoonde strategie.

29. . ., 20-24!; 30. 29x20, 15x24; Nu volgt op 34-29 (30-34!) 31. 40-35, 11-17!; Wit moet nu berusten in schijfverlies. Ook de wanhoopscombinatie 33-28 (22x44) 43-39 (44x33) 38x20 (30x39) 20-15 (39-44) 15x4 (44-50) biedt geen soelaas.

Zie diagram.

Schwarzmann had zich veel ellende kunnen besparen door eenvoudig (18-23) 4x31 (17-22) 31x1 (29-33) te spelen met directe winst.

De stand is nu overzichtelijk, technisch gewonnen. Eigenlijk had Tsjizjow hier moeten opgeven. . .

Op slag uit was nu (4-9) 25x3 (28-17) 3x21 (26x17)