Zeldzame
opsluiting blijkt uiterst kansrijk Eric
van Dusseldorp
Wit: Anton van Berkel – Zwart: Valère Hermans
1. 32-28, 19-24(!?); Alsjeblieft, het meest ongebruikelijke antwoord na de standaardopening 32-28. De toon is gezet, de outsider speelt niet op remise. 2.
37-32, 17-21; 3. 41-37, 14-19; 4. 31-27, 10-14; 5. 37-31, 21-26; 6. 42-37,
5-10; 7. 47-42, 20-25; 8. 34-30, 25x34; 9. 40x20, 15x24; 10. 45-40, 10-15;
11. 40-34, 14-20; 12. 44-40, 9-14; 13. 34-29, 4-9; 14. 39-34, 11-17; 15.
49-44(!?),… Ook wit doet een duit in het zakje. Na het eenvoudige 27-22 heeft hij wel iets beter spel. 15…,
17-22(!); 16. 28x17, 12x21; 17. 27-22, 18x27; 18. 31x22, 7-12; 19. 43-39,
12-17; 20. 22x11, 16x7; De zwarte strategie zie je niet vaak. Het is geen onderdeel van een vast winstplan, maar wat moet je met wit? 34-30 kan wit pas spelen na 48-43 en 50-45 gedaan te hebben en dat heeft ook weer z’n bezwaren. 21.
36-31, 6-11; 22. 32-28, 8-12; 23. 38-32, 11-16; 24. 42-38, 7-11; 25.
46-41, 2-8; 26. 41-36, 1-6; 27. 50-45, 12-17; 28. 48-43, 17-22; 29. 28x17,
21x12; 30. 34-30,… Een belangrijk moment. Menigeen zou hier zonder lang nadenken met 20-25 ruilen, maar de Belg ziet taxeert volkomen juist dat dat helemaal niet nodig is. De opsluiting biedt immers ook zwart kansen. 30…,
12-18!; 31. 30-25, 18-22; 32. 32-28, 16-21; 33. 28x17, 11x22; 34. 38-32,
21-27; 35. 32x21, 26x17; 36. 37-32, 6-11; 37. 32-28, 8-12; 38. 31-26,
11-16; 39. 43-38,… Wit moet het bijna ongemerkt niet goed hebben gedaan, want zwart staat uitstekend. Alleen moet hij dan wel verdergaan met (12-18!). Omdat 40-34 nu verhinderd is door (18-23 en 24-30) is het volgende verloop gedwongen: 38-32 (16-21) 36-31 (3-8) en wat nu? Na 40-34 volgt (18-23, 24-30 en 20x36) met een zeer gunstig macro-eindspel, en op 31-27 (22x31) 26x37 volgt (18-23!) 29x18 (13x22) en zwart staat pardoes gewonnen. Wit heeft geen geintje, bijvoorbeeld 28-23, x23 (22-27!). Achter het bord is dat natuurlijk lastig te zien. 39…,
22-27?; 40. 40-34, 24-30 (gedwongen); 41. 35x24, 19x30; 42.
38-32?,… Aangewezen is 45-40 en de computer taxeert de gecompliceerde stand als ongeveer gelijk. Opnieuw krijgt de Belg nu een grote winstkans in de schoot geworpen. 42.
27x38; 43. 33x42, 13-19?; Zeer kansrijk is hier (13-18!) Wit moet dan zowel rekening houden met (18-22) 28-23 (22-28) 23x32 (14-19) 25x23 (12-18) etc. met (winnende?) dam als met de manoeuvre (20-24, x24 gevolgd door (18-22). Daarnaast is de logische zet 42-38 verhinderd door (14-19) en (18-22) etc. 44. 42-38, 19-24(!); Zwart heeft er nog steeds veel zin in. Binnen enkele zetten staat er een buitengewoon exotische opsluiting op het bord. 45.
38-33, 9-13; 46. 45-40?, 13-18!; 47. 40-35,… Volkomen ten onrechte vernietigt de zwartspeler zijn eigen kunststukje. Wellicht zag hij in tijdnood over het hoofd dat hij nooit naar 49 kan slaan. 47…, 14-19??; 48. 25x23, 3-9; 49. 34x25, 16-21; 50. 29x20, 18x38; 51. 20-14, 9x20; 52. 25x14, en wit won gemakkelijk. In de diagramstand staat zwart na (3-8!) vrijwel gewonnen. De bordkansen zijn dan nagenoeg 100%, maar de computer komt met een narrow escape voor wit. De scherpste variant: 36-31 (18-22) 31-27 (22x31) 26x37 (17-22) 28x17 (12x21) 37-31 (8-12) 44-40 (12-18A) 33-28 (24x44) 40x49! (30x39) 35-30! en er is een zeldzame situatie ontstaan: wit staat twee schijven achter, dreigt nergens mee maar maakt remise omdat zwart in zetdwang verkeert. Bijvoorbeeld (20-24) 30x10 (15x4) 25-20 en nu op (4-10) 49-43! gevolgd door 20-15x4 en op (4-9) 31-26 (21-27) 28-22 met remise. A (12-17) 29-23 (21-26) 31-27 (24-29) 35x24 (29x38) 27-21! (20x18) 21x23 met een zeer kansrijk eindspel voor zwart, maar volgens het sterkste computerprogramma ter wereld, het Amerikaanse Kingsrow, kan wit net niet winnen. |