Grote
fouten bij normaal tempo
Eric van Dusseldorp
Sneller spelen, steeds sneller spelen. Dat is het devies van menig ‘veranderaar’ die zich zorgen maakt over het -in zijn of haar ogen- hoge percentage remises tussen topspelers. De gedachte erachter is simpel: verkort de bedenktijden aanzienlijk en er zullen meer fouten gemaakt worden met als gevolg: meer beslissingen. Maar klopt die redenering wel? Enkele jaren geleden speelden de grootmeesters Harm Wiersma en Hans Jansen een sneldambarrage op de Nederlandse titel. Ondanks de zeer geringe bedenktijd voor beide spelers eindigden achttien van de twintig partijen in remise. Een ander voorbeeld is de driekamp, eveneens met een hoger speeltempo, tussen de drie spelers die in het laatste WK ex aequo op de eerste plaats eindigden: A. Georgiev, G. Valneris en A. Tsjizjow. Pas na een vijftiental partijen viel de eerste, en enige, beslissing. En aan de andere kant, in partijen die met het traditionele, langzame tempo worden gespeeld, ziet men soms fouten die zelfs in blitzpartijen met vijf minuten per persoon op de klok ondenkbaar zijn. Een sterk voorbeeld is de partij tussen Hans Jansen en Kees Thijssen uit het afgelopen kampioenschap van Nederland. De schijfwinst die de zwartspeler al in de opening behaalde, maar waar hij weinig voor hoefde te doen, was achteraf beslissend voor de titel. Zwart: K. Thijssen – Wit: H. Jansen 1. 32-28, 18-23; 2. 33-29, 23x32; 3. 38x27, 20-25; 4. 42-38, 12-18; 5. 47-42, 7-12; 6. 31-26, 14-20; Na een bizarre opening (38x27?!) wil de witspeler een drie-om-drie ruil doen, niet beseffende dat hij vier schijven moet geven om er drie te slaan. Het is eigenlijk niet denkbaar dat Jansen deze fout in een sneldampartij zou hebben gemaakt. 7. 27-22, 18x27; 8. 29-23, 19x28; 9. 26-21, 17x26; 10. 37-31, 26x37; 11. 42x33, . . . Met een schijf meer had Thijssen geen moeite om de partij in winst om te zetten. Een ander voorbeeld van een fout die je in sneldampartijen nimmer aantreft, komt uit het afgelopen toernooi te Salou. Ex-wereldkampioen Alexander Schwarzmann reed op een gegeven moment een wel hele scheve schaats tegen zijn landgenoot Vladimir Milsjin. Zwart: V. Milsjin – Wit: A. Schwarzmann 1. 32-28, 19-23; 2. 28x19, 14x23; 3. 37-32, 10-14; 4. 35-30, 20-25; 5. 33-29, 17-22; 6. 40-35, 11-17; 7. 32-28, 22x24; 8. 30x28, 17-22; 9. 28x17, 12x21; Milsjin is wel eens een ‘defensieve uitvreter’ genoemd. Niet helemaal terecht, want in sommige partijen geeft de Rus er blijk van best interessant en risicovol te willen spelen. Zoals bijvoorbeeld in het fraaie duel tegen Ton Sijbrands in het afgelopen WK te Zwartewaterland. Maar tegen Angstgegner Schwarzmann was de zwartspeler uitsluitend geïnteresseerd in het behalen van één punt, getuige (6. 11-17), die de twee-om-twee toelaat, en (8. 17-22). 10. 39-33, 7-12; 11. 44-39, 5-10; 12. 33-28, 14-19; 13. 41-37, 10-14; 14. 37-32, 21-26; 15. 39-33, 26x37; 16. 42x31, 1-7; 17. 46-41, 16-21; 18. 41-37, 21-26; 19. 43-39, 4-10; 20. 49-43, 6-11; 21. 31-27, 19-23; 22. 28x19, 14x23; 23. 45-40, 10-14; 24. 50-45, 11-17; 25. 48-42, 17-22; 26. 33-29, 22x31; 27. 36x27, 14-20; 28. 39-33, 13-19; 29. 33-28, 8-13; 30. 43-39, 20-24; 31. 29x20, 25x14; 32. 38-33, 14-20; 33. 34-30, 20-24;
Laat Schwarzmann een vijfminutenblitzpartij spelen en hij zal, met misschien nog maar één of twee minuten op de klok, een ‘normale’ zet doen en nooit de volgende grafzet spelen. Naar de motieven achter 39-34?? (in plaats van een zet als 42-38) kan men gissen. Was de Moskoviet overgeconcentreerd? Was hij bijna letterlijk in slaap gevallen achter het bord? Had hij een ‘wild’ plan bedacht en moest hij dat opeens, onder druk van de klok, snel uitvoeren? Hoe het ook zij, de verraste Milsjin hoefde eigenlijk alleen maar aan te schuiven om zijn grote tegenstander te vloeren. 34. 39-34??, 2-8; 35. 42-38, 7-11; 36. 47-41, 11-16; 37. 41-36, 9-14; 38. 36-31, 3-9; 39. 30-25, 24-30; 40. 35x24, 19x39; 41. 28x10, 39x28; 42. 32x23, 15x4;
De oplossing van de vorige opgave (auteur: Rens de Jong: zwart: 1, 8, 9, 10, 13, 15, 19, 26, 30, 34, 35, 36 / wit: 11, 17, 20, 21, 22, 24, 27, 28, 38, 41, 44, 45) luidt: 33, 18!!, 11!, 44-40, 18, 4, 3 Motief Max Douwes (7) 25, (40, 44) 40, 7 (11, 40) 11 (45) 50. De nieuwe opgave is er een van de Rus M. Tsvetov. Wit begint en wint.
|