|
Roel Boomstra Europees
kampioen! door
Eric van Dusseldorp De
Europese titel van Roel Boomstra kwam allerminst uit de lucht vallen na diens
prestaties tijdens het laatste wereldkampioenschap in Oefa (derde) en de World
Cup in Wageningen (eerste). Toch is het de eerste Nederlandse seniorentitel
sinds 1999, het jaar waarin Harm Wiersma in Hoogezand tot kampioen van Europa
werd gekroond. De Nederlandse honger
naar weer eens een echt succes werd nu eindelijk gestild door het grootste
Nederlandse talent sinds Sijbrands, Wiersma en Van der Wal. Boomstra won in Tallinn de eerste drie partijen en speelde de overige zes remise, maar niet zonder slag of stoot. Het bleek voldoende, omdat niemand van zijn concurrenten qua score echt uit zijn slof schoot. Zijn partij uit de eerste ronde was een regelrechte walk-over.
1. 32-28, 19-23; 2. 28x19, 14x23; 3. 33-28, 23x32; 4. 37x28, 16-21; 5. 39-33, 10-14; 6. 35-30, 20-25; 7. 30-24, 5-10; 8. 44-39, 11-16; 9. 50-44, 6-11; 10. 31-26, 18-22; 11. 34-29, 14-20; 12. 41-37, 10-14; 13. 37-32?,… Een openingsfout. Na een zet als deze moet sterk rekening worden gehouden met de uitwisseling (14-19) 40-35, in combinatie met de andere ruil (21-27) en vervolgens acties ingeleid met (27-32). De gevolgen zijn vaak desastreus. Na het sterke 46-41! heeft wit hier minder last van. 13…,
14-19;
14. 40-35, 19x30;
15. 35x24, 9-14; 16. 44-40,
3-9; 17. 49-44?,… Het
is duidelijk dat de Belg uit zijn comfortzone is gehaald. Beter is 46-41 en nu
bijv. (14-19) 40-35 (19x30) 35x24 (9-14) 41-37 (14-19) 36-31 (19x30) 31-27
(22x31) 28-22 (17x28) 26x6 (31-36) 33x22 en wit is nog ruimschoots in leven. 17…,
1-6; 18. 42-37, 21-27; 19. 32x21,
16x27; 20. 47-42,… Dit
lijkt nog slim, omdat zwart na (14-19) 40-35 (19x30) 35x24 (27-32) de meerslag
moet nemen. Maar zwart heeft veel beter. Zie diagram. 20.…
11-16!; 21. 40-34,… Er
is niets beters. 21…, 27-32; 22. 38x18, 12x41;
23. 36x47, 13-18!; Ook
(14-19) leidt tot winst, maar de Nederlander houdt niet van
compensatievarianten. Schalley besluit om in schoonheid te sterven. 24. 34-30, 25x23; 25. 26-21, 20x40; 26. 21x3, 40-44; 27. 39x50, 15-20!; 28. 3-26, 20-25; en opgegeven door wit. De dam gaat er altijd met fors materiaalverlies af. |