Raichenbach
herleeft in competitie
Eric van Dusseldorp
In de wedstrijd tussen Maas van ’t Hoog (Hengelo) en Meurs Denk en Zet (Culemborg) werd een heuse Coup Raichenbach uitgehaald. De Fransman Maurice Raichenbach was in de jaren dertig van de vorige eeuw de onbetwiste wereldkampioen: de Nederlanders Vos, Keller en Springer werden in matches steeds al dan niet kansloos verslagen. Zie diagram.. Zwart: L. Faber – Wit: K. v.d. Bosch
Na 33. 43-39?. . . trok de zwartspeler, de problemist Leo Faber, profijt van zijn wat vreemd ogende kortevleugelopsluiting. 33 . . ., 24-29!; 34. 33x24, 17-22; 35. 27x29, 7-11; 36. 26x17, 11x31; 37. 36x27 en nu de kenmerkende nastoot van de Coup Raichenbach: 37 . . ., 19-23; 38. 29x18, 13x31 en zwart won. Het tweede fragment komt.uit de wedstrijd tussen Cema De Vaste Zet (Geleen) en Witte van Moort (Westerhaar). De in Duitsland wonende ex-Rus Mark Podolski is in deze rubriek wel eens omschreven als een dammer die mogelijk in de top tien van de wereld thuishoort. Daarom is de nederlaag in deze partij tegen Frank Verdel, toch één van de minder sterke spelers van de ereklasse, zo verrassend. Zie diagram. Zwart: F. Verdel – Wit: M. Podolski
In deze interessante positie (standen met een opgedrongen randschijf zijn eigenlijk bijna altijd interessant – we zien ze te weinig in grootmeesterpartijen) volgde na 28. 38-32? een daverende klap: 28 . . ., 24-29!! Met deze grote offerande heeft de Duitser bij de zetcontrole kennelijk geen rekening gehouden. 29. 33x4, 19-24; 30. 30x10, 9-14; 31. 10x19, 13x24; 32. 4x22, 17x50 en de Limburger won later de partij. Wit-Rus Alexander Presman is één van de sterkste spelers van het vergeleken met voorgaande jaren verzwakte Apeldoorn. Presman, die normaal zo makkelijk scoort in de bondscompetitie, leed in dit seizoen al twee nederlagen en is terug te vinden in de onderste helft van de topscorerslijst. In de wedstrijd tegen het Gelderse Huissen werd hij slachtoffer van een aardige combinatie. Zie diagram. Zwart: A. Presman – Wit: G. van Aalten
Na 31. 37-32, 14-20; 32. 32x21, sloeg zwart verkeerd: 32 . . ., 16x27? Na het correcte (20x29) was de partij met 39-33 etc. gewoon verdergegaan. Nu kwam 33. 38-32!, 27x47; 34. 49-44, 20x29; 35. 43-38, 47x33; 36. 39x8, 12x3; 37. 34x21, 11-16; 36. 31-27, 22x31; 37. 36x27 en de Nederlander won snel. Zwart heeft geen reële compensatie. De oplossing van de opgave uit de rubriek van 20 november. Auteur: P. Kuiper. Zwart: 9, 12, 14, 18, 19, 22, 23, 25, 26, 27, 45 / Wit: 30, 31, 34, 35, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 48. Wit wint door 29, 38-33, 30-24, 4, 30, 31, 28, 44, 44. Ter oplossing een buitenissige opgave, afkomstig uit een damtraining. Zie diagram. Wit is aan zet, of beter gezegd aan slag, en de vraag is hoeveel zwarte stukken met de dam kunnen worden geslagen. Het antwoord is: alle tien. De vraag: hoe? is veel lastiger te beantwoorden. Het kan maar op één manier.
|