Geen slakdammen in Groningen
Eric van
Dusseldorp
Tussen alle vakantietoernooien en het begin van de landelijke competitie was het enkele weken relatief rustig op het damfront. Een enkel toernooi, dat inmiddels traditie is geworden op de damkalender, verdient de nodige aandacht: het Groningse Mello Koolman toernooi. Het evenement duurde slechts twee dagen, eigenlijk een avond en een dag, maar er werden liefst negen partijen afgewerkt. Zoiets kan natuurlijk alleen met versneld speeltempo: bij Mello Koolman kregen de deelnemers niet meer dan dertig minuten per persoon per partij. Vooral jonge spelers vinden deze rapid-vorm aantrekkelijk. Sommigen geven zelfs een beetje af op het traditionele ‘slakdammen’ en willen graag meer partijen op een dag spelen. Mello Koolman 2005 werd gewonnen door ‘oudje’ Auke Scholma die in de eindrangschikking Tjalling Goedemoed en Johan Sterrenburg nipt voorbleef. Ofschoon rapidtoernooien –uiteraard- niet genoteerd worden, hebben de meeste spelers niet zoveel moeite om in ieder geval de belangrijkste momenten uit hun partijen te reproduceren. Rapiddammen levert relatief veel beslissingen en vaak ook verrassingen op. Zo dreigde Irene Stegeman, speelster van het derde tiental van Westerhaar, voor een denderende sensatie te zorgen door niemand minder dan wereldtopper (en winnaar van Zeeland Open) Ron Heusdens te kloppen. Zwart: I. Stegeman – Wit: R. Heusdens Wit heeft een dam maar daar is eigenlijk alles mee gezegd. Na (6-39) vervolgde de Overijssels jongedame met (7-11) 39x6 (24-30) 35x24 (14-20) 25x14 (10x48). Tot verdriet van enkele omstanders liet ze de gewonnen stand in tijdnood echter nog remise lopen. Tjalling Goedemoed had zelfs zijn hele partij tegen de Kameroenese topspeler Jean-Marc Ndjofang onthouden. Zwart: J.-M. Ndjofang – Wit: Tj. Goedemoed 1. 32-28, 17-22; 2. 28x17, 12x21; 3. 31-26, 7-12; 4. 26x17, 11x22; 5. 37-31, 16-21; 6. 41-37, 21-26; 7. 31-27, 22x31; 8. 36x27, 12-17; 9. 46-41, 6-11; 10. 34-30, 2-7; 11. 30-25, 7-12; 12. 41-36, 19-23; 13. 40-34, 14-19; 14. 25x14, 9x20; 15. 34-29, 23x34; 16. 39x30, 19-23; 17. 44-39, 4-9; 18. 50-44, 10-14; 19. 30-25, 14-19; 20. 25x14, 9x20; 21. 38-32, 5-10; 22. 33-28, 10-14; 23. 39-33, 11-16; 24. 44-39, 17-21; 25. 42-38, 23-29; 26. 33x24, 20x29; 27. 47-42, 14-20; 28. 49-44, 1-7; 29. 44-40, 3-9; 30. 39-33, 9-14; 31. 33x24, 20x29; 32. 28-23, 19x28; 33. 32x34, 21x41; 34. 36x47,. . . Na deze vereenvoudiging staat zwart ontegenzeglijk wat beter. 34. . ., 13-19; 35. 38-33, 16-21; 36. 43-38, 8-13; 37. 34-30, 18-23; 38. 30-25, 12-18; 39. 33-29, 23x34; 40. 40x29, 7-12; 41. 45-40, 15-20; 42. 40-34, 19-23; 43. 42-37, 12-17; 44. 48-42, 17-22; 45. 38-33, 21-27; 46. 42-38, 21-27??; Zwart is bezig zijn voordeel uit te bouwen, maar maakt hier een forse uitglijder. Kennelijk is het nuvolgende minizetje nog niet echt doorgedrongen in Kameroen en omstreken, want in Brunssum Open 2005 verloor Ndjofangs landgenoot Leopold Kouogueu door dezelfde manoeuvre een schijf van Bas Messemaker (al werd het toen nog remise en wist Kouogueu het toernooi zelfs nog te winnen). Zie diagram. 47. 33-28!!, Het wordt tijd dat Ndjofang eens abonnee wordt op De Problemist. 47 . . .31x24; 48. 28x10, 22-28; 49. 25x14, 28-32; 50. 10-4, 32-38; 51. 4-15, 38-42; 52. 15x12 en de Afrikaanse crack moest zich gewonnen geven. Oplossing
opgave dd. 27-8-2005
Oplossing opgave dd. 10-9-2005 (E. van
Dusseldorp. zwart: 10, 20, 29, 35 / wit:
6(dam), 23, 34):
De nieuwe opgave komt uit het boek ‘Dameindspelen, lokzetten en studies 1935-1970’ van de inmiddels overleden legendarische problemist L. Schut. Over deze publicatie volgende week meer. In dit probleem gaat het vooral om de grote voorliefde van Schut, het eindspel. Voor de gelegenheid kleedde hij een en ander aan tot een heus damprobleem. Zie diagram. Wit begint en wint. Terug naar damrubrieken |