|
Stille zet bekend bij pupillen
Eric van Dusseldorp
Paul Nitsch, Marco Wiering, Anton van Berkel, Erno Prosman, Marino Barkel, Michiel Kroesbergen, Dirk van Schaik, Wiebe van der Wijk, Michiel Kloosterziel, Jasper Lemmen, Wouter Ludwig, Klaas‑Hendrik Leijenaar, Roel Boomstra… da’s nog eens een imposant rijtje namen. Wat hebben deze dammers met elkaar gemeen? Wel, dat ze erg sterk zijn natuurlijk. Topdammers of bijna-topdammers zou je ze kunnen noemen. En wat delen ze nog meer? Wel, ze zijn allemaal ooit Nederlands kampioen bij de pupillen (tot en met 12 jaar) geweest. Als je zo jong al zo goed damt, is het dan een garantie dat je later topspeler wordt? Het antwoord is een voorzichtig ja, mits je natuurlijk doorgaat met het spel te bestuderen.
Wat dat betreft gaat Arwin Lammers uit Ede, die het afgelopen Nederlands pupillenkampioenschap op zijn naam schreef, ongetwijfeld een mooie toekomst tegemoet. In Huissen werd hij kampioen voor andere aanstormende talentjes als Gilles Yeung (Amsterdam) en Alex Ketelaars (Soest) van wie we ongetwijfeld in de toekomst ook veel zullen gaan horen.
Het toernooi eindigde een beetje dramatisch voor Gilles Yeung, die tot voor de slotronde nog aan de leiding ging en eigenlijk het beste van het spel had laten zien. Bovendien won hij het onderlinge duel van de latere kampioen.
Wit: Arwin Lammers – Zwart: Gilles Yeung
Zie diagram.
Na 46-41? won zwart op een wel heel slimme manier de partij. Hij speelde (13-18!!) met de dreiging (24-29) dan wel (24-30) en vervolgens laten slaan. De enige zet die deze dreiging verhindert, is 41-37, maar dan speelt zwart natuurlijk (17-22). Wit offerde daarom een schijf, maar verloor kansloos.
Wit: Gilles Yeung – Zwart: Alex Ketelaars
Zie diagram. In de laatste ronde verloor Gilles Yeung, waar remise genoeg was geweest voor de titel. Hij speelde 30-25??, waarna de dammer uit Soest, die derde zou worden, eenvoudig maar toch wel verrassend toesloeg met (18-22!!) 25x14 (19x10) 28x30 (22-27) 31x22 (17x46) etc.
Wit: Rutger Oskam – Zwart: Jannes Kromhout
Zie diagram. De spelertjes zullen van trainer Johan Krajenbrink weleens gehoord hebben dat je ook met een zogeheten ‘stille zet’ een partij kunt winnen. Een stille zet is een zet waarmee je niets dreigt, maar waarbij iedere zet van de tegenstander wordt afgestraft. Hoe pak je zoiets aan in de diagramstand? Rutger Oskam uit IJsselstein zag het goed: 48-43!! en wat moet zwart nu doen? (6-11) en (12-17) zijn simpel verhinderd en op (20-24) en (19-24) volgt de blokzet door 27-22 (18x27) 32x21 (16x27) 33-29 (24x33) 38x16. Zwart offerde daarom maar een schijf, maar kon de partij niet meer redden.
Wit: Arwin Lammers – Zwart: Martijn van IJzendoorn
Een fragment van de winnaar. ZIe diagram.
Na (20-25) won hij door
27-21! (16x27) 31x22 (18x27) 32x21 (23x34) 40x16. Altijd mooi, zo’n
Coup Royal, maar het is natuurlijk wel een zet uit het boekje!
Wit: Rutger Oskam - Zwart: Gilles Yeung
Partijverloop 39-34? (Dit is niet de beste, maar wit had wat kleine probleempjes) (12-17!) Uitstekend gespeeld! Normaal verwacht je (24-29) etc. met ontwikkeling van schijf 15, maar de zwartspeler had goed gezien dat hij de stand kan laten vastlopen. 43-39 (20-25!) Nu is het heel belangrijk dat op 48-43 het thematische (15-20!) volgt waarna de ruil 34-30 verhinderd is. Dus: 48-42 maar nu liep wit ook vast. (17-21) 27-22 (15-20) 42-37 (6-11!) en omdat op 35-30 (24x35) 33-29 (3-9!) en (21-27) volgt, won zwart.
Arwin Lammers en Gilles Yeung vertegenwoordigen ons land bij het EK voor pupillen in Sint-Petersburg. |