Oude bekenden in Oekraïens concours

Eric van Dusseldorp 

 

De diagramstand is typisch zo’n positie die al op het eerste gezicht tot de verbeelding spreekt. Je zet de stelling dan op het bord (ervaren dammers doen dat vaak nog niet eens) en na wat puzzelen blijkt er een leuke winst in te zitten.
In eerste instantie lijkt 50-44 aantrekkelijk, omdat (38-43) dan simpel verliest door 44-40. Maar na (20-25) komt wit geen stap verder.

De openingszet is 34-29! In de wetenschap dat (20-25) snel verliest dor 39-34, blijven er voor zwart maar twee serieuze zetten over: het voor de hand liggende (38-43), maar ook (35-40).

We beginnen met (35-40). Wit speelt dan 39-34 en zwart kan nog twee trucjes proberen. In de eerste plaats (40-44) 50x39 (38-43) en hoe nu verder? Ook wit doet nu de truccendoos open: 29-24! (20x40) 39-34 (40x29) 48x39 en wit wint door oppositie. In de tweede plaats kan zwart (38-43) proberen met na 48x39 (40-44). Wit wint dan, vanuit een iets andere positie, door hetzelfde grapje: 29-24 gevolgd door 39-34.

We keren terug naar de beginstand en spelen na 34-29 niet (35-40) maar (38-43). Na 39-34 heeft zwart een probleem. We hadden al gezien dat het op zich sneaky (35-40) 48x39 (40-44) wordt beantwoord door 29-24 etc., dus zwart moet wel damhalen en berusten in damvangst: (43-49) 50-44 (49x40) 34x45 (20-25). Nu wint wit door 48-43 (25-30) 29-24! Dit offer is noodzakelijk. (30x19) 39-34 (19-24) 39-34 (35-40) 34-30 (24x35) 45x34. In plaats van 48-43 wint 29-24 overigens ook, wat neerkomt op zetverwisseling. 

Dit standje, van M. Fedorov, komt uit het nationale kampioenschap van de Oekraïne 2009 voor damcomposities, afdeling eindspelen. Het concours stond open voor reeds gepubliceerde vraagstukken, zelfs voor problemen die al in eerdere wedstrijden hebben meegedaan, iets wat in Nederland heel ongebruikelijk is. Toch heeft een dergelijke toernooivorm wel een voordeel. Wanneer je bijvoorbeeld een keer in de tien jaar een dergelijk concours organiseert, krijg je toch een aardige bloemlezing van het beste werk van een problemist gedurende het laatste decennium. Misschien is het voor de Nederlandse Kring voor Damproblematiek de moeite waard om eens na te denken over een dergelijke toernooivorm. Bijkomend voordeel is, dat er niet zo op allerlei bijoplossingen en andere feilen hoeft te worden gelet. Die zijn er immers in de regel bij eerdere gelegenheden al uitgevist.

 

In de afdeling miniaturen zien we een niet-alledaagse inzending van A. Maslov. Zie diagram. Wit heeft een schijf meer, maar zwart staat al bijna op dam. Wit wint door 49-44! Dreigt 44-40 met behoud van schijfwinst. Zwart heeft dus geen andere keus dan damhalen: (45-50). Nu wint wit achterelkaar door 33-28! (50x47) 28-23 (18x29) 46-41 (47x36) 37-31 (36x27) 30-24 (29x20) 25x32.

 

In de afdeling problemen viel de diagramstand op. Auteur B. Fedorov won onder andere met dit probleem ook al het wereldkampioenschap damproblematiek van zeven jaar geleden. Winst door 47-42 (37x48) 36-31 (48x28 over 24A) 31x22 (16x18) 33x4 (15x24) 4x7 (2x11) 26-21. Bijzonder is de A-variant: (48x28 over 20) 31x22 (16x18) 33x4. Nu dreigt wit met zowel 4-27 als met 24-20 dood en verderf te zaaien, dus: (15-20!) en nu 4x15 (20x29) 15x7 (2x11) 26-21.

De oplossing van de vorige opgave. Auteur: P.Kuiper. Wit: 16, 22, 27, 30, 32, 33, 37, 38, 40, 42, 47, / Zwart: 7, 9, 13, 18, 19, 21, 23, 24, 26, 31, 36,

Winst door 32-28! (21x43, de mooiste) 16-11 (23x41) 11x2 (24x44) 33-29 (18x27) 29-24 (19x30) 2x46 (27-32) 46x3 (31-37) 42x31 (26x37) 3-14 (36-41) 47x36 (37-42) 14-37 (42x31) 36x27.

Ook de nieuwe opgave is van P. Kuiper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

Terug naar damproblemen