Traore-opstoot krijgt navolging
Eric van Dusseldorp
Het Grootmeestertoernooi ‘World Draughts Club’, dat van 19 tot en met 23 januari in het Gelders Doorwerth werd gehouden, kwam voor bijna iedereen, ook voor de spelers, als een verrassing. Het verscheen zelfs slechts enkele dagen voor de aanvang op de toernooikalender. Het was een officieel toernooi waarin normen konden worden behaald die verband hielden met internationale (groot)meestertitels. Voor de een is een dergelijke norm, of zelfs titel, een aardigheidje, voor de ander is het van grote (financiele) importantie. Want ook al is men in het bezit van een titel, het behalen van nieuwe normen kan van belang zijn voor het handhaven van de felbegeerde A- of B-status van het NOCNSF.
Maar dan moeten er wel punten worden gescoord tegen topspelers. Vandaar de sterke bezetting van het toernooi: zes internationaal grootmeesters -onder wie twee ex-wereldkampioenen- een internationaal meester (Oekraiener Joeri Lagoda) die duidelijk tegen een grootmeestertitel aanschurkt en een ‘achtste man’, de nummer 87 van Nederland, omdat er toch tegen iemand het volle pond moest worden gescoord.
Die achtste man was Eric van Dusseldorp (inderdaad, uw dammedewerker), die geen kop van jut wilde zijn en van de zeven partijen er vijf remise speelde en er slechts twee verloor.
Organisator -en tevens sponsor, gastheer en speler- van het evenement was ex-wereldkampioen Harm Wiersma die in november opnieuw iets dergelijks wil organiseren, mits er zich dan een ‘echte’ sponsor heeft aangemeld.
Enkele fragmenten van Doorwerth. Allereerst een openingsnieuwtje van de gastheer zelf.
Zwart: J. Lagoda – Wit: H. Wiersma
1. 34-29, 17-22; 2. 40-34, 11-17; 3. 45-40, 6-11; 4. 32-28, 19-23; 5. 28x19, 14x23; 6. 35-30, 16-21; Hier besloot de witspeler tot een zeer opmerkelijke opstoot, de opmaat bovendien naar heel onorthodox spel met offers en tegenoffers. Analyses voeren in dit kader te ver. 7. 29-24!?!, 20-29; 8. 33x24, 9-14; 9. 40-35, 14-20; 10. 44-40, 20x29; 11. 31-27, 21x32; 12. 37x19, 13x24; 13. 30x19, 3-9; 14. 34x23, 18x29; 15. 39-34, 9-13; 16. 34x23, 13x24; 17. 38-33, 15-20; 18. 40-34, 10-15; 19. 34-30, 4-9; 20. 30x19, 9-13; 21. 41-37, 13x24; 22. 33-29, 24x33; 23. 35-30, 5-10; 24. 30-25, 20-24; 25. 25-20, 33-38; 26. 20x29, 22-28; 27. 42x22, 17x19; en nu het spel eindelijk ‘genormaliseerd’ was, werd het snel remise.
Is 7. 29-24 !?! echt een nieuwtje? Niet helemaal. In 1973 speelden twee Afrikanen, M. Traore en L. Jubal, tegen elkaar en na Traore’s 29-24 ontstond een doldwaze partij die uiteindelijk door wit gewonnen werd. De wending zou dus met recht de Traore-opstoot mogen heten.
Zwart: E. van Dusseldorp – Wit: J.-M. Ndjofang
. Kameroener Jean-Marc Ndjofang won het toernooi en maakte het verschil door wel van de nummer acht te winnen. De zwartspeler was de controle aan zijn lange vleugel een beetje kwijt, maar dacht snel remise te maken door 45. . ., 23-28; 46. 43-39, 19-24; 47. 30x19, 13x24; 48. 26-21!,. . . Maar nu bleek het niet te kloppen. Na (8-13) volgt immers niet 37-31 (6-11) etc. maar 38-32!!, een fraai staaltje zetdwang. Zwart verloor aldus kansloos.
Zwart: A. Getmanski – Wit: W. Sjtsjocholjew
Zie diagram.
De wereldkampioen van 1960 en 1964 stond hier onder druk en probeerde remise te forceren. 37. 37-32?, 22-27!; 38. 32x21, 16x27; 39. 33-28 (lijkt slim, want op 18-23 volgt een doorbraak naar 7) 39. . ., 12-17!; Maar nu is het verloren. 40. 34-30 (34-39 maakt niet uit voor de forcing) 40. . ., 25x34; 41. 40x29, 19-24!; en nu volgt er op sluiten altijd een rondslag, bijvoorbeeld 39-33 (17-22) 28x17 (27-32) 38x27 (24-30) 35x24 (18-23) 29x9 en 49x25. Sjtsjocholjew gaf het op zonder zelfs de plakker 28-22 op zijn waarde te testen.
De oplossing van de vorige opgave. Auteur: P. Kuijper (zwart: 2, 7, 12, 18, 21, 22, 25, 30, 35, 36, 45 / wit: 19, 24, 29, 32, 33, 34, 38, 39, 41, 42, 44, 48): 328, 8, 8, 30, 2, 30, 42, 39, 38, 50.
De nieuwe opgave is van Rens de Jong uit Velzen-Zuid. Zie diagram. Een vraagstuk met een originele winstgang!
|