Slecht uitziende zet vaak ook echt slecht

Eric van Dusseldorp 

De Olympische formatie te vroeg opspelen in een klassieke of klassiekachtige stelling verdient in de meeste gevallen geen aanbeveling. Soms is het wel sterk, maar dan moet je wel precies weten wat je doet. Sven Winkel had, in zijn partij tegen Kees Thijssen in derde ronde van het kampioenschap van Nederland, duidelijk niet alles berekend toen hij het heilige poot je 40/45 verbrak.

Wit: Sven Winkel – Zwart: Kees Thijssen  

 

26. 40-34?,...

Bijna alle speelbare zetten (39-34, 41-36, 37-31, 21-16 en niet te vergeten de ruil 32-27) zijn goed te doen en geven nauwelijks of geen voordeel aan de zwarte kleur. Alleen 48-42 is in deze stand, uit positionele overwegingen, geen aanrader. Waarom dan de tekstzet gespeeld? Ook de computer is niet tevreden en geeft, voor het eerst in de partij, concreet voordeel voor zwart aan.
26…, 6-11; 27. 32-27, 23x32; 28. 37x28, 9-13; 29. 48-42, 20-25; 30. 42-37,…

Zeker niet beter is de ruil 34-30 (25x34) 39x30 omdat wit via (11-17) 21-16 (17-21) 38-32 (14-20!) 45-40 wat anders? (20-25) 40- 34 in heel gevaarlijk opsluitinkje zit.

30…, 14-20; 31. 45-40?,…

Deze zet doen in dit soort standen is net zoiets als het drinken van zeewater als dorstige schipbreukeling. Maar wit wilde (24-30) 35x24 (20x40) 45x34 (19-24) koste wat kost niet toelaten. Inderdaad is wit de controle op zijn korte vleugel dan kwijt en zwart heeft mooie kansen. Een andere optie dan de tekstzet is 34-29, maar na (3-9) heeft wit veel problemen.

31…, 18-23!; 32. 27-22, 23x32; 33. 37x28, 13-18!; 34. 22x13, 19x8; 35. 34-29,…  

Wit kruipt vrijwillig de hekstelling in en dat verliest. Maar er zijn geen alternatieven. Bijvoorbeeld 21-16 (12-18) 41-37 (11-17) 37-31 (8-12!) 31-26 (2-8) en wit kan opgeven.

35…, 11-16; 36. 40-34, 16x27; 37. 28-23, 3-9; 38. 41-37, 9-13!; Mooi gespeeld. Wit wint zijn schijfje terug, maar er kleeft gif aan. 39. 23-19, 24-30; 40. 35x24, 13-18;
Dit wint natuurlijk, maar nog iets gedecideerder is (12-18) met op 33-28 (8-12) 19x17 (27-32) 38x27 (18-22) 27x18 (7-12) 17x8 (2x44) en wit komt helemaal nergens meer.
Er volgde nog 41. 19-14, 20x9; 42. 24-19, 18-22; 43. 29-23, 12-17; 44. 34-30, 25x34; 45. 39x30, 7-12; 46. 43-39, 8-13; 47. 19x8, 12x3; 48. 30-24, 9-14; 49. 24-19, 3-9; 50. 19x10, 15x4; 51. 33-29, 17-21; 52. 29-24, 4-10; 53. 39-34, 21-26; 54. 23-19, 10-15; 55. 34-30, 9-14; 56. 19x10, 15x4; 57. 37-32, 27-31; en wit gaf het op.

 
 

Wit: Sven Winkel – Zwart: Boudewijn Derkx
Zie diagram. Het gebeurt niet vaak dat je zeven zetten achter elkaar schijven geeft alvorens er een aantal te slaan. De witspeler had misschien positioneel kunnen doorspelen met wat betere perspectieven, maar hij kon de verleiding niet weerstaan om de combinatie te nemen.
37. 25-20, 14x25; 38. 34-30, 25x34; 39. 24-20, 15x24; 40. 36-31, 27x36; 41. 37-31, 36x27; 42. 26-21, 17x26; 43. 33-28, 23x43; 44. 48x6, …
Na dit slaggeweld werd de vrede snel getekend: 44,… 22-28; 45. 6-1, 26-31; 46. 1-34, 9-14; 47. 34-48, 31-36; 48. 48-34, 14-20; 49. 34-12, 20-24; 50. 12-17, 36-41; en 1-1

De oplossing van het probleem uit de rubriek van twee weken geleden (Pieter Kuiper, wit: 16, 24, 25, 30, 34, 38, 39, 41, 48, 49 / zwart: 7, 8, 12, 15, 18, 22, 27, 28, 35, 36): Wit wint door 49-44 (36x47) 16-11 (47x49) 11x13 (18x9) 39-33 (28x39) 48-43 (49x3 (35x24) 3x13 motiefje Leen de Rooij, 1992: (22-28) 13-24 (28-32) 24-42 (15-20) 42x15 (32-37) 15-47.

Ook de nieuwe opgave is een eerste publicatie van Pieter Kuiper uit Hoorn. De beginstand zal zeker noden tot oplossen. Zie diagram. Wit begint en wint. 

 

 Terug naar damrubrieken