|
Eric van Dusseldorp
Een titeltoernooi in de vorm van een massakamp is niet nieuw. Het is alweer een aantal jaren geleden dat het Europees kampioenschap met veel deelnemers via het knock-out systeem werd afgewerkt. Het was een experiment dat niet voor herhaling vatbaar bleek: omdat de reguliere partijen dikwijls in remise eindigden moesten sneldampotjes de beslissing brengen. En zo werd het EK dammen min of meer gedegradeerd tot een veredeld sneldamtoernooi.
Dit jaar werd voor het Europees kampioenschap het immens populaire Zwitsers systeem van stal gehaald. Maar er was nog een primeur: er was een open inschrijving. Iedereen kon –weliswaar via de nationale bonden, dus niet rechtstreeks- aan het evenement deelnemen. En zo kon het gebeuren dat liefst 94 dammers in het Sloveense Bovec hun opwachting konden maken.
De prachtige overwinning van Alexander Georgiew op Alexej Tsjizjow, waarmee eerstgenoemde de basis legde voor de Europese titel, is al in verschillende media besproken. Daarom hier enkele andere fragmenten.
Zwart: M. Amrillaew – Wit: A. Schwarzman
Zie diagram. Zwart heeft last van de witte indringer op 20. Zo verliest (19-24) vanwege 32-27 (24x15) 27-21 (16x27) 33-28 (22x24) 31x4. Maar Amrillaew leek een aardige oplossing te vinden. 40. . ., 10-14; 41. 20-15, 9-13; Vermoedelijk zal de zwartspeler nu dik tevreden zijn geweest met zijn stand. Schwarzman had dit evenwel zien aankomen en liet wederom zien dat hij een ware offerspecialist is. 42. 15-10!!, 14x5; 43. 31-27, 22x31; 44. 36x27, 5-10; 45. 43-38, . . . Het is duidelijk dat zwart, in weerwil van zijn plusschijf, grote problemen heeft. Bij goed spel is het nog net remise: (16-21) 27x16 (10-15) 32-27 (19-24) 29x20 (15x24) 16-11 en nu niet (1-7) 11x2 (24-29) 2x32 (29x49) 27-22 (18x27) 32x16+ maar (23-28) 33x22 (1-7) 11x2 (35-40) etc. Maar het is allerminst vreemd dat Amrillaew door de bomen het bos niet meer zag. Partijverloop: 45. . ., 19-24; 46. 29x20, 13-19; 47. 20-15, 10-14; 48. 33-29, 1-7; 49. 38-33, 7-12; 50. 32-28, 23x21; 51. 34-30, 35x24; 52. 29x9, 18-23; 53. 9-4, 19-24; 54. 4-36, en zwart gaf het op. Een typische Schwarzman-partij.
Zwart: J. Shaus – Wit: J. Stokkel
Zie diagram. Na 44. 39-33?? had de Israelier een akelige verrassing in petto. 44. . ., 25-30; 45. 34x25, 15-20; 46. 25x3, 12-17; 47. 3x21, 26x50 en Nederlander Jos Stokkel, die het toernooi zo goed begon met 4 uit 2, had zijn enige nederlaag geleden.
Zwart: D. van Schaik jr. – Wit: A. Cordier
Zie diagram.
De Fransman nam het heft in handen. 29. 37-31, 26x37; 30. 42x31, 17-21; 31. 43-38, 24-29; Op (21-26) 30-25! en 32x41. 32. 33x24, 20x29; 33. 40-34, 29x40; 34. 45x34!, . . . Nu volgt op (21-26) de meerslag 30-24! etc.
34. . ., 3-8; Nu kan zwart 31-26 beantwoorden met de ruil (15-20) 26x17 (18-22) 27x29 (19-24) 30x19 (13x11) waarna wit overigens een duidelijk betere positie overhoudt. Cordier zag echter dat hij op slag kon winnen.
35. 28-22! en omdat 31-26 dreigt en (21-26) verhinderd is door 34-29 (26x17) 27-21 (23x25) 21x12 gaf de Nederlander het op.
De oplossing van de vorige opgave, auteur A.P. de Zwart (zwart: 3, 4, 7, 9, 12, 17, 18, 21, 23, 25, 28, 35, 36, 45 / wit: 14, 20, 24, 26, 29, 30, 32, 34, 39, 42, 43, 44, 47): 41, 249, 13, 2, 8, 9, 50. Aardig werk van de nestor van de Nederlandse damproblematiek.
De nieuwe opgave is weer van een van de huisleveranciers van deze rubriek: P. Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.
|