Eric van Dusseldorp
Eran Binenbaum gold in de jaren zeventig min of meer als een damwonderkind. Al op negenjarige leeftijd maakte hij composities die door zijn toenmalige mentor wijlen Philip de Schaap werden geplaatst in het Parool. Ook als wedstrijddammer trok de destijds in Amsterdam wonende, uit een joods-Russische familie stammende Binenbaum de aandacht. Twee keer behaalde hij de derde plaats tijdens een jeugdwereldkampioenschap, weliswaar achter spelers als Alexander Dibman, Alexander Baljakin en Wadim Wirny, maar voor een topper als bijvoorbeeld Gerard Jansen.
De grote doorbraak kwam niet. Binenbaum koos voor een studie en een maatschappelijke loopbaan. Een en ander bracht hem aan de andere kant van de wereld, in Australië. Daar leek het gedaan met zijn damcarrière. In het kleinste maar nog altijd zeer grote continent wordt nauwelijks gedamd. Enkele decennia geleden waren er nog twee of drie damclubjes die uitsluitend werden bezocht door Nederlandse expats, maar inmiddels zijn die opgeheven. Met de komst van immigranten uit de voormalige Sowjet-Unie lijkt er zowaar weer wat leven in de brouwerij te komen en is er een Australisch dambondje opgericht. Tot vreugde van de werelddambond, want nu zijn alle continenten en haar federatie vertegenwoordigd. Maar veel stelt het allemaal niet voor.
Het goede nieuws is dat Eran Binenbaum het komende jaar regelmatig naar Nederland zal komen en zijn damcarrière lijkt te willen oppakken. Hij speelt in het komende Bijlmerdamtoernooi (14-20 oktober) mee in de meestergroep en ook in de bondscompetitie zal hij, als speler van Hiltex 2, zijn opwachting maken.
Zou Binenbaum het spel inmiddels na al die jaren verleerd zijn? Dat lijkt uitgesloten. Dammen verleer je nooit, net zo min als fietsen of zwemmen. De ogen zullen komend seizoen op hem gericht zijn.
Hoe sterk Eran Binenbaum damde voordat hij emigreerde, blijkt wel uit zijn winstpartij tegen Johan Krajenbrink uit 1993. De toch niet geringe zwartspeler wordt volledig overspeeld.
Wit: E. Binenbaum – Zwart: J. Krajenbrink
1. 34-29, 18-22; 2. 40-34, 12-18; 3. 32-28, 7-12; 4. 37-32, 1-7; 5. 41-37, 19-23; 6. 28x19, 14x23; 7. 45-40, 10-14; 8. 35-30, 20-25; 9. 46-41, 5-10; 10. 32-28, 23x32; 11. 37x28, 22-27; 12. 31x22, 18x27; 13. 28-23, 13-18; 14. 41-37, 8-13; 15. 30-24, 3-8; 16. 38-32, 27x38; 17. 43x32, 16-21; 18. 49-43, 17-22; 19. 33-28, 22x33; 20. 39x28, 11-17; 21. 44-39, 18-22; 22. 50-44, 22x33; 23. 29x38, 21-26; 24. 34-29, 14-20; 25. 39-34, 10-14; 26. 43-39, 17-21; 27. 38-33, 6-11; 28. 42-38, 11-16; 29. 47-42, 21-27; 30. 32x21, 26x17; 31. 37-31, 13-18; 32. 42-37, 9-13; 33. 38-32, 14-19; 34 23x14, 20x9; 35. 33-28, 17-21; 36. 39-33, 7-11; 37. 44-39, 21-26; 38. 31-27, 11-17; 39. 28-22, 17x28; 40. 32x23, 2-7; 41. 37-32, 7-11; 42. 33-28, 11-17; 43. 39-33, 26-31; 44. 27-21, 16x38; 45. 33x42, 9-14; 46. 36x27, 4-9; 47. 40-35, 14-20; 48. 42-38, 9-14; 49. 38-33, 14-19; 50. 23x14, 20x9 51. 28-23, 9-14; 52. 24-19, … 2-0.
Wit E. Binenbaum – Zwart: O. Peyrelongue
Zie diagram. Een fragment uit het jeugd-WK van 1981. Binenbaum heeft weer een denderende aanval opgebouwd. Ondanks twee foutjes wint hij de partij.
37. 28-23?, 13-19?; Zwart mist de remisecombinatie (12-18!) 23x3 (13-18) 3x26 (2-8) 26x3 (18-23!) 29x18 (20x49) 3x20 (15x24) en wit heeft last van (24-30) en (49-35)=
38. 24x13 8x28 39.33x22 14-19 40.22-18 12x23 41.29x18 19-24 42.44-40 10-14 43.39-33 2-8 44.18-13!, (Een fraai offer!) 8x19; 45. 33-28?, … Maar nu had wit verder gemoeten met 37-31, bijvoorbeeld (21-26) 33-28 (26x37) 32x41 (24-29) 34x23 (19-24) 28-22 en wit wint. 45…, 5-10?; Hier had het verrassende dubbeloffer (19-23) gemoeten. Na 28x10 (5x14) verliest wit zelfs nog, dus 28x30 (14-19) 27-22 (19-23) 30-24 (20x29) 22-18 (23x12) 34x23 (15-20) en wit kan niet winnen.
46. 27-22, 21-26; 47. 32-27, 24-29; 48. 34x23, 19-24; 49. 22-18, 25-30; 50. 38-33, 20-25; 51. 18-12, 14-20; 52. 12-7, 30-34; 53. 40x29, 10-14; 54. 28-22 en zwart gaf het op.
De oplossing van de opgave van vorige week. wit: 25, 28, 32, 33, 34, 37, 38, 39, 44, 46, 50, / zwart: 8, 12, 14, 18, 19, 21, 23, 24, 30, 41, Wit wint door: 33-29 (24x31) 46x17 (12x21) 39-33 (30x39) 28-22 (18x29) 44x2 en de motiefstand van L. Schut is bereikt. Een eenvoudig maar wel aardig werkje van vermoedelijk ’s werelds oudste damproblemist.
Pieter Kuijper uit Hoorn heeft wat minder moeite met een ‘onlogische laatste zet’ dan de redactie. Zie diagram. Wit begint en wint.
|