Paastoernooi
zonder toppers toch leuk Eric
van Dusseldorp Het
Amsterdam Paastoernooi, dat al dertig jaar bestaat en tot de oudste open
damtoernooien van Nederland behoort, heeft eigenlijk altijd in de schaduw
gestaan van het algemeen seniorenkampioenschap van Nederland. Beide toernooien
worden in de regel in dezelfde periode gehouden en dat is dan ook de reden dat
bij het hoofdstedelijke evenement de nationale top doorgaans ontbreekt. Maar dat
geeft natuurlijk helemaal niet, een minder sterk bezet toernooi geeft de wat
gewonere dammer ook eens een kans om een prijs te winnen. Die
wat gewonere dammer heette dit jaar Rik Twilhaar, die een rating heeft van 1278.
Na zeven rondes stond de dammer uit Arnhem een punt of meer los van de
concurrentie en kon hij de bokaal voor de eerste prijs mee naar huis nemen.
Zie
diagram. Nestor Herman Westerloo, werd na 35. 47-42?,
verrast door
een combinatie: 35
., 22-28!; 36. 33x22, 24-30; 37. 34x25, 29-33; 38.
38x29, 23x34; 39. 40x29, 14-20; 40. 25x12, 8x39; en zwart won. Wit:
M. van Tol Zwart: H. Wong
Zie
diagram. Deze stand is volkomen gelijkwaardig. U. Plakk speelde tegen N. Zadin
in het Ests kampioenschap van 1992 het correcte 41-36. A. Kooistra speelde in
2006 tegen R. Palmer daarentegen dezelfde onbegrijpelijke zet als Micha van
Tol.: 43. 38-33?,
Nu staat zwart heel goed, maar hij moet, analytisch
gezien, wel verder gaan met (23-29!) 34x23 (18x38) 32x43 (24-29!) met aardige
kansen. 43
, 17-21(?); Analytisch onjuist, maar wel de opmaat naar de
overwinning. Ook Ruud Palmer speelde deze zet, in 2006, tegen A. Kooistra en won
na 41-36? (14-20) et cetera een schijf. 44.
28-22?,
. Ook
Van Tol doet het verkeerd. Na 44
, 23-28; 45. 32x23, 18x40; 46. 35x44,
21x32; 47. 37x28, 24x35; was de partij snel voorbij. Staat wit na (17-21)
dus verloren? Nee, want er is een verrassende remise mogelijk: 25-20! Zwart moet
zich nu wel inlaten op de afwikkeling (24x15) 30-24 (19x39) 28x17 (21x12) 33x44
met gelijkspel, want na (14x25) komt 28-22! en wit staat met een vol stuk minder
gewonnen! Bijvoorbeeld (12-17) 22x11
(16x7) 27x16 en nu handhaaft wit zijn voordeel na (24-29) 33x24 (18-22) door
34-29! En op (7-12) volgt 32-27! (12-17 wat anders?) en nu de fraaie stille zet
27-21! en wit wint. De
beslissende overwinning van de toernooiwinnaar mag natuurlijk niet ontbreken. Wit:
E. de Jager Zwart: R. Twilhaar
1. 32-28,
17-22; 2. 28x17, 11x22; 3. 37-32, 6-11; 4. 41-37, 12-17; 5. 34-29, 8-12; 6.
46-41, 20-25; 7. 40-34, 15-20; 8. 45-40, 22-27; 9. 31x22, 18x27; 10. 32x21,
17x26; 11. 38-32, 10-15; 12. 32-28, 3-8; 13. 42-38, 19-24; 14. 37-32, 11-17; 15.
41-37, 17-22; 16. 28x17, 12x21; 17. 32-28, 7-12; 18. 50-45, 5-10; 19. 48-42,
14-19; 20. 29-23?!,
Een
dergelijke opstoot ziet er altijd fraai uit, maar is meestal beter voor de
omsingelaar. Doch Edwin de Jager moest zelf winnen om nog een kans op de
toernooizege te hebben
20
,
9-14; Uiteraard
komt (10-14) amper in aanmerking vanwege de ruil 28-22 en 34-30, maar zwart
speelt (9-14) natuurlijk met veel plezier. 21.
34-30, 25x34; 22. 40x29, 13-18; 23. 45-40, 4-9; 24. 40-34, 8-13; 25. 34-30,
20-25; 26. 29x20, 18x29; 27. 33x24, 25x34; 28. 39x30, 14x34; en
wit gaf het op waarna Twilhaar met de toernooizege kon worden gefeliciteerd. De nieuwe
opgave is een gouwe ouwe van D. de Ruiter uit Duivendrecht. Een beetje een
vraagstuk ΰ la Siep Korteling of de Russen. Zie diagram. Wit begint en wint.
|