door
Eric van Dusseldorp Een
van de matchwinners was Hans Jansen, die collega-grootmeester Jos Stokkel op
fraaie wijze, eigenlijk een beetje op z’n Tsjizjovs, bedwong. Zie
diagram.
Wit:
J. Stokkel – Zwart: H. Jansen In
het verloop van de partij heeft wit op het oog eigenlijk helemaal geen mindere
zet gedaan en toch staat hij lastig. 27-21 etc. werkt niet vanwege een dammetje
ingeleid met (24-29) of (25-30) en wit heeft last van zijn schijf op 40. Ook
36-31 is soms een zet, maar nu niet vanwege de symmetrische tegenactie (15-20!)
en na 34-29, anders loop wit vast, (23x34) 40x29 (25-30!) met schijfverlies.
Dus: 39. 34-29, 23x34; 40. 40x20, 15x24; 41. 27-22,… Ongetwijfeld met pijn in het hart gespeeld, maar 45-40 of 39-34 ziet er ook niet lekker uit. 41…,
18x27;
42. 32x21, 16x27;
43. 28-23, 19x28; 44. 33x31,
13-18; 45. 38-33(?),…
Een loodzware beslissing waarmee wit de formatiemogelijkheid 27/32/38 voorgoed
opgeeft. Een alternatief is om deze mogelijkheid te behouden, bijvoorbeeld 31-27
(6-11) 45-40 (18-23) 38-32 (11-16) 43-38 (25-30) 40-34 (30-35) 38-33 (23-29)
34x23 (35-40) 33-28 (40-45) 23-18 (12x23) 28x30 (17-22) 27x18 (45-50) 30-25
(50x37) 25-20 (3-8) 20-15 (37-14) 36-31 en na deze koelbloedige verdediging
heeft zwart geen winstplan. 45…, 18-23; 46. 31-27, 6-11; 47. 43-38, 11-16; 48. 27-22, 17x28; 49. 33x22, 12-17; 50. 22x11, 16x7; 51. 26-21, 23-29; 52. 21-16, 24-30; 53. 36-31, 30-34; 54. 39x30, 25x34; 55. 31-27, 34-39; 56. 27-22?,… De definitieve fout. Remise is 27-21 met zowel na (39-44) als (29-34) teruggooien en doorbreken. 56…,
29-34!; 57. 22-17,
39-44; 58. 17-11, 3-8!!; 59. 11x13,
44-49!; met een fraaie
motiefstand. Bijvoorbeeld 38-33 (34-39) 33x44 (49x2) 45-40 (2-7) 40-35 (7-2)
35-30 (2x35) 16-11 (35-40) 11-6 (40-1). Wit gaf het daarom op. |