door Eric van Dusseldorp De
voorrondes voor de finalegroep van het WK dammen waren voor de Nederlandse
delegatie ongekend spannend. Een ronde voor het einde leek de kans nog
heel groot dat niemand van de drie vaderlandse matadors (Roel Boomstra,
Pim Meurs en Alexander Baljakin) zich zou plaatsen voor de eindstrijd, wat
toch, gezien de reputatie van het Nederlandse dammen door
de jaren heen, een behoorlijke blamage zou zijn geweest. Maar ook de
mogelijkheid dat alledrie de spelers zich nog zouden kwalificeren bleef
aanwezig. Toen de kruitdampen van de zinderende slotronde waren
opgetrokken, bleek dat Boomstra zich met de hakken over de sloot had
geplaatst, terwijl zowel Meurs als Baljakin de boot op een haar na hadden
gemist.
Zie
diagram. Wit staat duidelijk beter, maar nog niet gewonnen. 45.
28-23?,… Dit is een te scherpe zet, waarmee wit ook zichzelf aan
banden legt. Beter is 35-30 of 36-31, waarmee wit een aantal mogelijkheden
openhoudt en zwart meer tot beslissingen dwingt. Maar Shaibakov zag de
winst en dus een finaleplaats al schitteren. 45…,
8-12!; Natuurlijk. Na laten
slaan wordt zwart onnodig teruggedrongen. 46. 36-31,… Een logisch vervolg. Iets beter is bijvoorbeeld 35-30, maar wit heeft zijn kansen op winst eigenlijk al verknald. 46…, 26x37; 47. 42x31, 4-9; De witte rechtvaardiging is natuurlijk (21-26) 31-27 (17-22) 29-24! (18x20) 27x7. 48. 31-26, 9-13; 49. 48-43, 18-22; 50. 29-24,… Deze stelling moet de witspeler voor ogen hebben gehad toen hij aan het avontuur met 28-23 begon en hij leek het voor elkaar te hebben. Maar… 50…,13-19!;
51. 24x13, 3-9!;
52. 13x4, 14-19!;
53.
4x16,
19x48; Na
deze remisedamzet probeerde de Rus nog 54.
16-21, 48-25;
55. 38-33, 25-20; 56. 33-28, 20-3;
57. 35-30, 3-8; 58. 30-25,
8-3; maar moest toen in
een puntendeling en uitschakeling berusten. Boomstra naar de finale! |