Gantwarg verzuimde winst in eerste ronde

Eric van Dusseldorp

 

Meestal is het in de eerste ronde van een belangrijk toernooi een beetje aftasten, maar op de openingsdag van het momenteel aan de gang zijnde wereldkampioenschap in Urk en Emmeloord grepen bijna alle spelers elkaar al stevig bij de kladden.
Twee kanshebbers voor een hoge klassering, de Wit-Rus Anatoli Gantwarg en onze landgenoot Pim Meurs, maakten er een mooi spektakel van die de ‘geweldenaar van Minsk’ in zijn voordeel had kunnen beslissen.

Wit: P. Meurs – Zwart: A. Gantwarg

 


Zie diagram. Beide spelers bevonden zich in hevige tijdnood. Wit miste hier het eenvoudige 27-22 gevolgd door 34-29 met een ruime remise. In plaats daarvan speelde hij 40. 47-42?,… waarna zwart had kunnen winnen door (36-41) 37x46 (24-29) 33x24 (19x39) 28x8 nog de beste (12x3) 42-37 (18-22) 27x18 (39-44). Een variantje ter illustratie: 32-27 (44-50) 18-13 (50-45) 38-33 (17-22) 27x18 (45x7) 33-28 (7-29) 35-30 (29-47) en nu op 37-32 (47-36), op 28-22 (47-33) en op 28-23 (47-41), alle drie met dikke winst.

Gantwarg nam evenwel de bomzet: 40…, 36-41 (Deze zit is analytisch nog goed, dus krijgt geen vraagteken); 41. 37x46, 24-30?; 42. 35x24, 19x39; 43. 28x8, 39x48; 44. 8-3, 14-20(?); en hier kwamen de spelers remise overeen. Het is duidelijk dat de remisecombinatie 25x14 (18-22) 27x7 (48-26) 3x21 volgt en zwart moet, helaas voor hem, drie schijven slaan. 

Het is niet duidelijk waarom de zwartspeler op de 44e zet niet gewoon (14-19) speelde. Het remisezetje uit de partij is dan wel degelijk aan de orde – voor de winst wel te verstaan – en volgt ook na 3-20? (4-9 etc.) Wit moet dus wel afruilen met 27-21 (17x26) 3x17 waarna zwart een dammeneindspel met een schijf meer heeft, dat weliswaar net geen winst, maar mogelijk wel een plusje kan opleveren.

Wit: A. Mogiljanski – Zwart: A. Artykow

 


Zie diagram. De oude Alexander Mogiljanski had als eerste gewonnen en was dus even virtueel leider in het WK. Zijn overwinning mocht er zijn.

32. 45-40(!),…
Eigenlijk een soort lokzet. 32.., 14-20(?); Zwart hapt toe. Veel beter was (18-23). Met (14-20) speculeert zwart op 30-25 (18-22) 25x23 (22-28) 33x22 (17x39) met kansen. Wit lijkt dus aan de rechterbordhelft een kvo-tje te moeten toestaan. Maar…

33. 33-29!
Fraai gespeeld, 24x33; 34. 38x29,… Nu volgt op (19-24) 30x19 (13x33) 43-38 en wit wint zijn schijf terug met iets betere stand. En op (20-25) volgt 30-24, x24 en wit staat beter.. Daarom vervolgde zwart met 34.., 19-23; 35. 29-24!, Een verrassing? 
35…, 20x29; 36. 30-25, 13-19(?); Maar dit is een echte fout. Na (29-33) moet wit te veel problemen oplossen om te kunnen winnen. 37. 25-20, 29-34; 38. 40x29, 23x34; 39. 42-38!, 17-21; 40. 26x17, 11x22; 41. 20-15, 19-23?; Een onhandige zet die verliest. Beter is (19-24) en dan een keer doorbreken. 42. 15-10, 23-29?; 43. 41-37?,… Wat beide WK-finalisten niet zagen, merkte de voorzitter van de werelddambond Harry Otten wel op: in plaats van 41-37 had 32-28! (22x42) 47x38 (36x47) 10-4 en 4x2 snel gewonnen. 
43..., 18-23?; Maar nu zag de tot Amerikaan genaturaliseerde Rus wel een rondslagje: 44. 47-41!,… en zonder (36x47) 10-5 (47x33) 5x2 af te wachten, gaf zwart het op.

De opgave van vorige week (auteur: Leen de Rooij), wit: 16, 21, 23, 28, 29, 32, 33, 38, 41, 48 / zwart: 7, 8, 10, 12, 17, 18, 22, 26, 27, 37. Wit wint door 23-19 (37x46) 19-14 (10x19) 29-23 (18x29) 33x11 (22x42) 11x31 (26x28) 48x37 (46x32) 21-17 (12x21) 16x38.
Ter oplossing, zie diagram, een fraai partijprobleem met een scherp slot van de Fransman M. Sabater. Aanlokkelijk lijkt 33-28 (18-23) 27-22 maar dan volgt (24-29) 22x11 (29x40) 35x44 (25x34) 39x30 (16x7) 31-27 (20-24) of (23-29 en 19-23) met gelijk spel. Het moet dus anders. Hoe wint wit in deze forcing?

 

Terug naar damrubrieken